Ik had het vooraf niet zien aankomen, maar toch zat ik het me een paar dagen geleden ineens af te vragen: heb ik een piemelplicht?
Mogelijk is wat context hier op zijn plaats. Op Twitter belandde ik in een discussie over het besnijden van meisjes en jongens. Of, accurater: over hun genitale verminking. Voorliggende kwestie: er zal nooit een einde komen aan de genitale verminking van meisjes als je die van jongens negeert. Wie tegen het eerste strijdt, moet zich ook verzetten tegen het tweede.
Laat me voorop stellen dat ik absoluut van mening ben dat, behoudens het fiksen van serieuze medische problemen, artsen of andere volwassenen nimmer in de geslachtsdelen van kinderen zouden moeten snijden. Niet uit traditie, niet om een vaag hygiëne-principe, en ook niet bij kinderen met een intersekse conditie, waar artsen uit een verknipt semi-medisch ideaal over hoe piemeltjes en vulvaatjes eruit horen zien nog steeds soms het mes zetten in verder prima gezonde geslachtsdelen. Gewoon: niet. Scalpels en genitaliën komen slechts tezamen wanneer iemand groot genoeg is om daar geïnformeerd toestemming voor te geven. Basta.
Maar nu de kwestie: levert zo’n standpunt ook een soort activistische plicht op? Ja, zei een mede-twitteraar. Als je strijdt voor gelijke rechten, dan gelden die dus zowel voor meisjes als voor jongens. Bovendien hebben alle kinderen recht op lichamelijke integriteit.
Dat is zo. Maar toch voelt dit argument alsof je aan iemand die zich inzet voor de tijger eist dat ze zich ook hard maakt voor de haai.
Bovendien: strijd ik eigenlijk wel voor gelijke rechten? Veel mensen die zich verzetten tegen de genitale verminking van meisjes zijn vrouwenrechtenactivisten. Hun doel is meer veiligheid, kansen en rechtvaardigheid voor vrouwen. Waar het de rechten van geslachtsdelen aangaat, zou ik mezelf liever een vulvarechtenactivist noemen, om zo non-binaire en trans mensen niet uit te sluiten, en mensen zonder vagina of baarmoeder evenmin.
De basis van deze strijd is: baas in eigen kut. Op alle denkbare manieren: dat niemand er zonder je toestemming in mag snijden, uiteraard. Maar ook: dat niemand eraan mag zitten als jij dat niet wilt. Dat niemand over je vulva mag beslissen, niemand iets te maken heeft met je maagdelijkheid, niemand jou en je vulva mag dwingen om te trouwen, of om seks te hebben, of juist niet.
Baas zijn in eigen vulva is niet vanzelfsprekend in het patriarchaat waarin we leven, omdat de onderdrukking van vrouwen en het inperken van hun zelfbeschikkingsrecht onderdeel zijn van het maatschappelijke systeem. De strijd tegen de verminking van vulva’s is onderdeel van deze strijd tegen het patriarchaat. De strijd tegen jongensbesnijdenis is dat niet.
Eisen dat de bevechters van het patriarchaat ook werken voor de rechten van jongens en mannen is een patriarchale claim; een reproductie van het onrecht waar we juist ons tegen verzetten. En daarom kan er geen piemelplicht zijn.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.