dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Wanneer een agent een bokkenpootje zet, klapt die je hand zover naar binnen dat je verrekt van de pijn. Dat is de bedoeling: de pijn moet je tot gehoorzaamheid dwingen. Heb je pech en tref je een overijverige of sadistische diender, dan kan die zo je pols breken. Dat overkwam Razz tijdens een van de recente A12-demonstraties tegen fossiele subsidies van Extinction Rebellion (XR). Vlak nadat hij een klap in zijn gezicht had gekregen en vlak voordat hij – letterlijk – de arrestantenbus in werd gegooid, zette een agent even extra aan en hoorde hij het kraken, vertelde hij in de Haagse gemeenteraad. Op de A12 is het bokkenpootje inmiddels bijna standaard voor geweldloze klimaatactivisten die zich slap houden en zo niet meewerken aan hun arrestatie.

Het is duidelijk dat de boven ons gestelden in Den Haag weinig op hebben met de dagelijkse A12-blokkades. Burgemeester Van Zanen blijft maar spreken over ‘doelbewuste ontwrichting’ en ‘grensoverschrijdende acties’, wat grote woorden zijn voor een vreedzaam protest waarbij mensen uit liefde voor de aarde gaan zitten zingen. ‘Ook demonstranten moeten een ondergrens aan verantwoordelijkheid en fatsoen voelen om bij het nastreven van hun belangen niet onevenredig inbreuk te maken op de rechten en vrijheden van anderen’, meent hij, waarmee hij het demonstratierecht ondergeschikt maakt aan het recht om niet vijf minuten te hoeven omrijden.

Bij de politie moppert men over hoeveel ‘pijn’ het ze doet dat ze hun reguliere werk niet kunnen doen, en hoe slecht het is voor hun motivatie dat de XR-activisten niet vervolgd worden voor het lichte vergrijp van demonstreren op een plek waar dat van de burgemeester niet mag.

Ondertussen pakken agenten op de A12 vlaggen af en verscheuren ze spandoeken. Ze nemen de instrumenten in van muzikanten die in de berm op het gras staan te spelen. Laatst waren megafoons ineens verboden – want stel je voor dat iemand tijdens een demonstratie ineens een levensgevaarlijke, ehm, speech gaat houden – en werd een jonge vrouw die in een megafoon liedjes stond te zingen ruw gearresteerd.

Terwijl mensen op de grond zitten, lopen politieagenten de rijen af en plukken er hier en daar activisten uit om ze te arresteren voor een zwaarder vergrijp, waar vervolgens geen bewijs voor blijkt te zijn. Mensen die een rolstoel gebruiken, worden ‘voor hun eigen veiligheid’ gedwongen te vertrekken. Minderjarigen overkomt hetzelfde, of ze krijgen een Veilig Thuis-melding aan hun broek.

‘Loop je gewoon mee of moeten we je pijn doen’, vragen agenten bijna routineus, en bij een nee zetten ze bokkenpootjes, neusklemmen en meer; een knie op een hoofd, of zomaar een klap ertegen, handen om nekken, slaan met de wapenstok, een wapenstok in iemands kruis. Een theatermaker vertelt hoe hij ineens werd vastgegrepen, geboeid en daarna urenlang hongerig in een piepklein celletje in een politiebus moest zitten. In de supportdemonstratie op het Malieveld beginnen agenten op een zonnige zaterdagmiddag ineens te duwen. Een man met een kind op zijn schouders krijgt klappen. Een vrouw van kleur wordt uit het publiek getrokken en tegen de grond gewerkt.

En dan was er nog de volkomen absurde inzet van het waterkanon – eigenlijk bedoeld om gevaarlijke, agressieve menigtes uit elkaar te drijven – dat elke dag een beetje harder ging. Nieuwsuur toonde beelden van activisten met enorme blauwe plekken. Van Zanen over de waterkanonnen: ‘Ik was heel erg blij dat we ze hadden. En ik blijf ze ook houden, wat mij betreft.’

‘Verdere inzet van het waterkanon kan […] niet anders worden gezien dan het straffen dan wel pesten van vreedzame klimaatdemonstranten’, stelt Gerbrig Klos van Amnesty International. Daarmee legt ze de vinger op de zere plek, want dat is precies wat de Haagse politie en burgemeester lijken te doen: bij gebrek aan vervolging straffen ze de actievoerders van XR alvast zelf. Ze combineren frustratie met een geweldsmonopolie, en veroorzaken pijn en letsel in een ogenschijnlijke (maar vergeefse) poging om de spirit van een geweldloos klimaatprotest te breken. Ze eigenen zich de rol toe van rechter en beul. In een democratische rechtsstaat zou dat iedereen diep moeten verontrusten.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Het is een onvoorstelbare som geld: 37,5 miljard euro. Meer dan het complete defensiebudget. Meer dan de staat uitgeeft aan openbaar vervoer. Of het basisonderwijs. Of de bijstand. Of die drie samen. Veel meer dan er naar klimaatbeleid gaat.

Het is ook het bedrag dat volgens actiegroepen Somo, Oil Change en Milieudefensie naar fossiele subsidies gaat. Elk jaar weer. Middenin een verwoestende klimaatcrisis die nu al vele levens kost. Alsof de regering het gezegde ‘dweilen met de kraan open’ van een overtreffende trap probeert te voorzien.

Het is overduidelijk dat we vandaag nog van die subsidies af moeten. En dat is niet alleen goed voor de aarde, het levert ook een hele berg gratis geld op, waar je mooie dingen mee kunt doen. Uit nieuwsgierigheid mailde ik daarom de woordvoerders van politieke partijen: ‘Wat zou uw partij het liefst doen met 37,5 miljard euro per jaar?’

Je zou denken dat politici in verkiezingstijd staan te springen om miljarden uit te geven aan nuttiger zaken dan de ondergang van de planeet zoals we die kennen, maar op rechts blijkt dat merkwaardig genoeg niet het geval te zijn. Zo zien de FvD-bruinhemden het hele probleem niet; die vinden kolen, gas en olie jofele brandstoffen, en verduurzaming onverstandig en duur. En BVNL blijkt in een parallel universum te wonen waarin die 37,5 miljard aan fossiele subsidies helemaal niet bestaat: ‘Streven naar een duurzame samenleving is goed maar laten we ons niet laten foppen door domme linkse praatjes.’

Andere rechtse partijen zijn beleefder, maar bewonen hetzelfde universum. Het CDA oppert dat de berekeningen en definities niet deugen en heeft zorgen over de concurrentiepositie van grote bedrijven. De SGP neemt een vergelijkbaar standpunt in (al zegt hun woordvoerder er als bonus ook nog iets over abortus bij). De VVD noemt de 37,5 miljard ‘het spookbeeld dat nu geschetst wordt’, en geeft daarmee een interessante schop tegen de enkels van coalitiegenoot minister Jetten, die in de Tweede Kamer al zei dat hij het bedrag herkende uit zijn eigen onderzoek.

Diezelfde Jetten vertelde bij Buitenhof dat hij een groot deel van de 37,5 miljard graag wil teruginvesteren in het bedrijfsleven. (Blijkbaar lijkt het D66 puik als Shell & co vergroenen met geld van de belastingbetaler in plaats van met hun eigen miljardenwinsten.) De burger krijgt een jaarlijkse klimaatbonus van 250 euro om duurzamere keuzes van te maken, waarop presentator Maaike Schoon scherp opmerkte dat dit voor arme mensen niet genoeg is en voor rijke mensen wisselgeld. Dat probleem zag Jetten ook wel, maar omdat D66 de eeuwige net-niet-partij is, veranderde dat uiteraard niets aan het plan.

Verder naar links dan. GroenLinks-PvdA wil de fossiele-subsidie-miljarden – ‘natuurlijk krankzinnig’ – gebruiken om energiecoöperaties te steunen, het energienet te verzwaren zodat die alle duurzaam opgewekte energie aankan en huizen te isoleren, te beginnen bij die van mensen met weinig inkomen. Dat laatste staat ook op het verlanglijstje van de SP, net als zonnepanelen plaatsen, en zorgen voor beter, goedkoop openbaar vervoer. Rode draad: verduurzamen zonder dat mensen de dupe worden. ‘Een beter milieu begint bij Shell, andere grote vervuilers en de superrijken’, mailt lijsttrekker Lilian Marijnissen. Volt kiest ruwweg dezelfde lijn, maar wil daarnaast ook subsidies geven aan waterstof en kernenergie.

Over dat laatste kun je discussiëren, maar liever wijs ik op de dieptrieste houding van de rechtse partijen. Terwijl de aarde in de fik staat, soorten uitsterven en mensen vluchten, verdrinken of verhongeren, blijven zij hangen in een hele of halve ontkenning van de feiten. Er zijn geen miljardensubsidies, zeggen ze; het is een spookbeeld, niks aan de hand, ga maar rustig slapen. Het is intens schraal dat rechts zich in 2023 nog steeds liever verzet tegen de werkelijkheid dan tegen de fossiele industrie die onze enige planeet bedreigt. Dat ze liever tegen de klippen op grote bedrijven beschermen dan dat ze klimaatplannen maken waar iedereen beter van wordt. Dat ze liever hun eigen kiezers naaien dan het verwoestende grootkapitaal. Ze verdienen het dat we hen daar straks in het stemhokje genadeloos op afrekenen.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Een beetje gênant was het wel. In een Kamerdebat besloten onze volksvertegenwoordigers dat de tijd weliswaar rijp is voor een burgerforum over het klimaat, maar dat dit wel een tandeloos beraad moet worden. Zo mogen burgers zich niet buigen over een kwestie van werkelijk belang – bijvoorbeeld: ‘Hoe brengen we rechtvaardig en snel onze CO2-uitstoot naar nul?’ – maar mogen ze enkel nadenken over de een-beter-milieu-begint-bij-jezelf-vraag: ‘Hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat?’ Geen enkele partij wilde bovendien beloven dat met de aanbevelingen echt iets gedaan zal worden.

Het is misschien zo dat de burger geen vertrouwen heeft in de politiek, dacht ik, maar andersom is het zeker even waar: de politiek heeft geen vertrouwen in de burger. Zo vond CDA’er Bontenbal het juist goed dat het burgerberaad zich alleen zou buigen over de eigen ‘leefwereld’, want anders was er wel heel veel tijd en expertise nodig. Tussen de regels door: dat gaat gewone mensen boven de pet.

Politici onderschatten burgers, denkt ook journalist en burgerberaadbepleiter Eva Rovers. En daar komt nog bij dat ze de boze burger vrezen. Maar waarom eigenlijk? Woede is ook een vorm van betrokkenheid. Boosheid kan gerechtvaardigd zijn; een vorm van liefde, zelfs. Als je nergens om geeft, stelt Rovers, word je ook niet kwaad. ‘Mensen willen blijkbaar meepraten.’

Dat is dan ook precies wat er moet gebeuren. En wel hierom: we zitten vast. We kunnen het ons niet veroorloven om dingen te blijven doen zoals we ze altijd hebben gedaan, want die aanpak heeft ons naar het randje van de afgrond gebracht. De oceanen waren nog nooit zo warm. De maand juni was nog nooit zo heet. Er is veel te weinig zee-ijs op zowel de noord- als de zuidpool. Wetenschappers maken zich zorgen dat we bepaalde gevaarlijke klimaatkantelpunten eerder gaan bereiken dan we dachten. Eerder als in: binnen een paar jaar in plaats van over een paar decennia. Misschien wel nu. Time is up.

Tegenover deze realiteit zetten politici de neiging tot massage van achterbannen assorti en een verlammende angst om stemmen te verliezen. En, zoals Rovers zegt: ‘Dat is iets heel anders dan uitgaan van het idee: wat is het beste voor de samenleving?’

Terwijl dat natuurlijk is waar het om draait. Het is bovendien een vraag die juist het beste in burgers naar boven kan brengen. In Keer het tij vat filosoof Joke Hermsen een gedachte van Hannah Arendt samen: de wereld ‘[wordt] pas menselijk als ze het voorwerp van onze aandacht, betrokkenheid en gesprek is’.

Mensen hebben het nodig zich verantwoordelijk te voelen voor de wereld. ‘We worden niet alleen vrij, maar ook pas Mensch, als we onze privébelangen opzij durven te zetten en ons richten op de politiek-culturele wereld die ons gemeenschappelijk verbindt’, schrijft Hermsen over Arendt. ‘We moeten leren niet alleen de vraag ‘Wat is goed voor mij?’, maar ook de vraag ‘Wat is goed voor de wereld?’ te stellen. Zonder die aandacht voor de wereld worden we beroofd van datgene wat zowel onze hoop als onze vrijheid en menselijkheid in grote mate bepaalt: het solidaire vermogen om ons in anderen te verplaatsen en het creatieve vermogen om een nieuw begin te maken.’

Ik betwijfel of het voorgenomen slappe-hap-beraad daar in zal slagen. De huidige vraagstelling nodigt meer uit tot het verdedigen van eigenbelang of anderen de maat nemen dan tot het goede doen voor de wereld. Maar een echt burgerberaad, waarin burgers het vertrouwen krijgen om te praten en beslissen over de Grote Kwesties van dit moment kan mensen boven zichzelf laten uitstijgen.

Uit burgerberaden in andere landen weten we dat burgers niet onnozel zijn, en niet alleen boos. Ze zijn ook betrokken en vindingrijk. Ze zijn zorgzaam, onbaatzuchtig en verschillig. Ze zijn dapper. In Ierland, bijvoorbeeld, bleek het burgerberaad bereid om veel verder te gaan voor de natuur en biodiversiteit dan politici hadden aangedurfd. ‘De problemen worden steeds erger’, zei de voorzitter daar. ‘Things must change.’ Ze heeft gelijk.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

We problematiseren te snel, zei staatssecretaris Maarten van Ooijen tijdens een interview. Het ging over de jeugdzorg, waar het al jaren een vreselijke puinhoop is. Zo is er te weinig geld en daardoor te weinig hulp voor kinderen die diep in de shit zitten (denk: depressie, eetstoornis). De oplossing ligt voor hand, zou je denken, maar aangezien Van Ooijen deel uitmaakt van een kabinet-Rutte – dat altijd liever de portemonnee trekt voor grote bedrijven dan voor mensen die het water aan de lippen staat – komt er natuurlijk geen geld bij. Sterker nog: er komen bezuinigingen aan.

Dus probeert de staatssecretaris op een andere manier van zijn budgetissues af te komen: ouders – dat is de ‘we’ die te snel problematiseert – van kroost met ‘lichtere’ problemen moeten zich minder snel tot hulpverleners wenden. Het maakt niet uit dat mensen die in de jeugdzorg werken vaak denken: ‘Waren we er maar eerder bij geweest.’ Volgens Van Ooijen moet ‘niet elk kind dat een keer slecht slaapt in een hulptraject.’ Want: ‘We moeten vaker accepteren dat opgroeien niet zonder tegenslag kan. Je kunt niet leren lopen zonder te vallen. En we moeten onze kinderen af en toe ook de ruimte geven om te vallen.’

‘Niet zonder tegenslag’? ‘Een keer slecht slaapt’? Alsof ouders fragiele aanstellers zijn die bij het eerste hobbeltje in het leven van hun spruit meteen naar een psycholoog marcheren. Wat een bespottelijk idee.

Hoe het wel gaat? Bijvoorbeeld zo. Je kind was nooit helemaal zoals andere kinderen. Of misschien wel, maar is je zoon of dochter veranderd. Misschien keert ze in zichzelf. Misschien heeft hij enorme driftbuien. Misschien kan ze in sommige situaties niet praten, zoals toen ze op een sportclub in een nieuw team kwam en maandenlang geen woord zei.

‘s Avonds, als je kind slaapt, praat je met de andere ouder: maak ik me terecht zorgen? Verbeeld ik het me?

Je verbeeldt het je niet. Maar ach, anders zijn is niet erg. Je houdt van je kind zoals het is. Je rommelt door en past mouwen aan van alles. Jeugdzorg, dat is voor de kinderen die echt vastlopen.

En dan gebeurt er iets. Misschien een scheiding of een nieuwe school, een slepende ruzie binnen de vriendinnengroep, een te grote klas met veel lawaai. Er komt een barst in de breekbare net-niet-balans die je zo zorgvuldig koesterde. Het gaat nu echt niet meer goed op school. Leraren praten met je over dyslexie, concentratie, stemming, gedragsproblemen. Hebben jullie weleens aan autisme gedacht? Dat heb je, maar las je niet ergens dat labels slecht zijn? Een blok aan het been van je kind?

Je vertelt anderen hoe het gaat. Die geven onbehulpzame adviezen: opvoeden is loslaten, iedereen heeft weleens een dipje, ze groeit er vast wel overheen.

Je kind groeit er niet overheen. Er zijn nu meer slechte dagen dan goede. Misschien komt je kind elke dag huilend thuis. Misschien moet je je dochter alweer ophalen van school omdat ze een paniekaanval heeft gehad. Misschien lijkt je zoon nergens meer om te geven.

Als je rijk genoeg bent, koop je particuliere hulp in. Zo niet, dan ga je naar de huisarts. Die hoort de wanhoop in je stem. Nu staat je kind op een wachtlijst.

Inmiddels zou je je linkerarm geven om je kind weer gelukkig te maken. En je rechterarm. Maar het universum ruilt geen armen voor hulp, en bovendien heb je je armen veel te hard nodig om je kind te vast te houden.

Dus bel je instanties en stuur je lange mails. Het gaat niet meer. Misschien zeg je: ik denk dat mijn zoon zichzelf pijn doet. Of: ik ben bang dat m’n dochter zal breken en ik durf niet na te denken over wat er dan gebeurt.

Ondertussen probeer je de moed erin te houden. Het komt goed, lieverd, zeg je, terwijl je tranen droogt. Het is nu moeilijk, maar als er hulp komt, wordt het beter. We moeten gewoon nog even volhouden. Ik ben er voor je. Ik zie je. Ik houd van je. Geef alsjeblieft niet op.

En dán pas krijgt je kind hulp.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Als het aan jonge mensen had gelegen, was de BBB bij de Provinciale Staten-verkiezingen niet de grootste geworden. Van alle kiezers die op deze boeren-eerst-natuur-nooit-partij hebben gestemd, waren veruit de meesten 50-plus. Slechts 3 procent was 18 tot 24 jaar oud. Een smet op de overwinning: geen enkele andere partij deed het zo slecht onder jongeren.

Het zette me aan het denken. Wat als jonge mensen het voor het zeggen hadden? Nou, om iets te noemen: als bij de laatste Tweede Kamer-verkiezingen alleen jongeren tot 24 jaar hadden mogen stemmen, had GroenLinks geen zetels verloren en was niet de VVD maar D66 de grootste partij geworden.

Sowieso stellen jongeren vaak andere prioriteiten. EenVandaag peilde al eens dat een flinke meerderheid van de jongelui zich zorgen maakte over het klimaat, terwijl het merendeel van de ouderen dat niet deed; die zaten vooral in de piepzak over wie alle maatregelen moest gaan betalen. Hetzelfde blijkt uit andere studies: kinderen en jongeren zijn ongeruster over het klimaat dan de gemiddelde boomer, en willen beter beleid. Bovendien, zo schreef VN-jongerenvertegenwoordiger Sarah Oey gisteren in Trouw, laat onderzoek zien dat jonge mensen vaak boos en angstig zijn over het klimaat. Ze voelen zich in de steek gelaten door volwassenen.

Even tussendoor: daarin hebben ze natuurlijk gewoon gelijk. Terwijl de rijken rijker worden, wordt de klimaatcrisis erger. Terwijl multinationals hun miljardenwinsten tellen, gaat het grote uitsterven van planten- en diersoorten gewoon door. Terwijl politici op hun handen zitten, is een eigen huis of vaste baan voor veel jonge mensen een fata morgana. Hoogleraar Ewald Engelen vatte de positie van jongeren zo samen: ‘Ze zijn absolutely fucked, en ze weten het.’

Dit maakt jonge mensen, naast groener dan de grijsaards, ook kritischer op dat andere grote probleem van onze tijd: kapitalisme. Een Britse denktank becijferde dat bijna 80 procent van de jongeren de schuld voor de huizencrisis bij het kapitalisme legt, dat driekwart vindt dat de klimaatcrisis een ‘specifiek kapitalistisch probleem’ is en dat twee derde liever in een socialistisch economisch systeem leeft. Zelfs in de Verenigde Staten, waar kapitalisme de tweede staatsreligie is, verwerpt meer dan de helft van de jonge mensen dit systeem. In Nederland citeerde Het Parool de 16-jarige Sytze Fortuin: ‘Ik hoop dat wij kunnen bijdragen aan de afbraak van het neoliberale kapitalisme.’

Er is een nieuwe protestgeneratie opgestaan, duidde psycholoog Jos Ahlers. ‘Jongeren zien de hele dag hoe overal ter wereld het systeem faalt.’ Dat is frustrerend, zei ook Pippi van Ommen, 26 en actief bij Extinction Rebellion en Milieudefensie. ‘De helft van alle CO2-uitstoot is van na 1990. Ik ben geboren in 1996. Toen waren er al internationale klimaattoppen geweest, maar nog steeds is er niets gebeurd.’ Ze geeft echter niet op. ‘Dit is de defining decade. Nu bepalen we hoe de wereld eruit gaat zien voor ons en alle generaties na ons.’

Ook zij heeft groot gelijk. De vraag is alleen: wie mag dat precies bepalen? De laatste verkiezingsuitslag laat zien hoe in een vergrijsd land de stemmen van jonge mensen kunnen verzuipen in die van de na-ons-de-zondvloed-generatie. Minderjarigen hebben rode-potlood-technisch al helemaal niets in de melk te brokkelen. Waarmee we zijn aangekomen bij een groot onrecht in het hart van onze democratie: degenen die het langst met de consequenties van beleid moeten leven, hebben er het minst over te zeggen.

Dit is geen natuurwet. Het onrecht komt voort uit keuzes, lang geleden gemaakt – door volwassenen. Bijvoorbeeld de beslissing om in het stemrecht een scheve vorm van discriminatie in te bouwen: wel een minimumleeftijd, maar geen maximumleeftijd. Of om kinderen om allerlei redenen het stemrecht te ontzeggen – ze zijn onervaren, het gaat ze boven de pet, ze zijn beïnvloedbaar – terwijl we dit bij volwassenen geen geldige gronden vinden om ze de toegang tot het stemhokje af te nemen. Als onze kinderen, de aarde en de toekomst ons lief zijn, dan is het nu tijd om die keuzes te heroverwegen. Verstandige jonge mensen staan klaar om de wereld te veranderen. Geef ze die kans.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

‘Overijssel is van ons’, zei Carla Evers, lijsttrekker van de BBB in Overijssel, voor de verkiezingen. Woensdag kreeg ze gelijk. In onze provincie werd haar partij verpletterend de grootste, met 17 zetels, ruim vier keer zoveel als de nummer twee, het CDA, en meer dan alle groene en linkse partijen samen.

Evers is naast lijsttrekker ook pluimveeboer. Haar bedrijf ligt vlakbij een Natura 2000-gebied, maar ze weigert te vertrekken. Daarmee vertegenwoordigt ze niet alleen in woord maar ook in daad het beleid van de BBB. Kort samengevat: de partij wil wel innoveren op kosten van de overheid, maar verder wil ze eigenlijk niets. Niet de natuur beschermen, geen reductie van de veestapel, niet biologisch boeren, en uiteraard niet de stikstofuitstoot van boerenbedrijven terugdringen. Ze willen niet eens proberen minder gif te gebruiken. ‘Ook planten hebben recht op een medicijnkast met gewasbeschermingsmiddelen’, heet dat in hun verkiezingsprogramma.

In het waterschap Drents Overijsselse Delta is het van hetzelfde politieke laken een pak: geen investeringen in duurzaamheid of in het beschermen van planten en dieren. Bij droogte krijgen boeren altijd voorrang op natuurgebieden. Die laatste heb je ook helemaal niet nodig, lees ik in het provinciale programma, want: ‘Boerennatuur is ook natuur.’ Aha.

Aangezien ik vorige week de BBBui al zag hangen, belde ik even met Ine Nijveld, boswachter op de Sallandse heuvelrug. Een Natura2000-gebied, uiteraard, en een van de mooiste plekken van ons land: met slenken en stuwwallen, heide, bos, prachtige uitzichten. De heuvels zijn tevens bijna volledig omringd door boerenbedrijven, die al dat moois zodanig onder druk zetten dat er recent een nieuw wandelpad is geopend: de route van verloren soorten. Onder andere het gentiaanblauwtje en de kamsalamander zijn we al kwijt, vertelde een ecoloog aan RTV Oost.

Omdat boswachters voor de staat werken en dus geen politieke uitspraken doen, kon ik Nijveld niet vragen wat een verpletterende winst van de BBB zou betekenen voor onze heuvels. Maar ze kon me wel allerlei andere dingen uitleggen. Bijvoorbeeld hoe, als droogtes erger worden, een kwelwatergebied droog komt te vallen, de kikkervisjes die normaalgesproken in dat water leven het niet redden en de weidevogels er dus geen voedsel meer kunnen vinden.

En hoe stikstof de bodem verzuurt, waardoor allerlei bloemetjes die tussen de heide groeien verdwijnen, terwijl het mos en gras juist welig tiert. Insecten die afhankelijk zijn van deze bloemen of van het zand tussen de heidepollen – zandbijen en graafwespen maken daar hun holletjes – sterven. En daarmee komen ook de dieren die deze insecten eten in de problemen. Zoals de leeuwerik. Of het korhoen. Nijveld: ‘Als de kuikens uit het ei komen en er zijn geen insecten, wat nu aan de orde is, dan hebben ze niets te eten en dan gaan ze dood.’

Er lijkt in mijn provincie geen gebrek aan mensen die denken: wat kan mij die verdraaide zandbij schelen? Maar het is precies dat soort denken waar boswachter Nijveld me indringend voor waarschuwt. ‘Alles hangt aan elkaar in de natuur, en haal je er een schakeltje tussenuit, dan zakt alles in elkaar.’ Dit raakt ons allemaal: ‘Mensen denken in hokjes: ja, als het korhoen uitsterft, dan kunnen wij nog gewoon fietsen. Maar alles is verbonden.’ Ze laat er geen misverstand over bestaan: ‘Als het systeem instort, zijn wij uiteindelijk zelf aan de beurt.’

Het is een besef dat totaal ontbreekt bij onze nieuwe allergrootste partij. De BBB speelt met vuur en met de toekomst. Toch bijten sommige provinciegenoten me toe dat ik hier niet over moet miepen: de boeren hebben gewonnen, de natuur heeft verloren, accepteer het en houd verder je waffel.

Tegen hen wil ik zeggen: ho even. Democratie betekende nooit: de partij met de meeste stemmen gaat haar nieuwverworven macht gebruiken om over de kwetsbaarste wezens onder haar invloed heen te walsen, terwijl de rest zwijgend toekijkt. De BBB kan wel claimen dat Overijssel nu van haar is, maar onze provincie is ook nog steeds van het korhoen en de graafwesp. Het verschil is dat zij niets te kiezen hebben; tenzij iemand voor ze opkomt, kunnen ze alleen maar stilletjes sterven.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.