dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Er zijn goede vrouwen en slechte vrouwen. De goede zijn kieskeurig, gaan niet zomaar met iedereen naar bed en verdienen respect. De slechte zetten de bloemetjes buiten, vrijen met jan en alleman en noemen we slet. Waarom die tweedeling? En wat zijn de gevolgen? Documentairemaakster Sunny Bergman zocht het uit voor haar film en boek Sletvrees.

‘I am the world’s greatest lover. I have made love to over a thousand women.’ Dat zegt Johnny Depp, wanneer hij de grote verleider Don Juan de Marco speelt in de gelijknamige film. Vervolgens verleidt hij een vrouw door haar te vertellen wat hij daarvan allemaal heeft geleerd. Ervaring leert dat op dit punt in de film bijna alle heterovrouwen wensten dat zij ook eens naar bed konden met Johnny/Don Juan.

Er zijn geen speelfilms waarin vrouwen worden bewonderd en bemind omdat ze de liefde bedreven met meer dan duizend mannen. Een vrouw die met zoveel heren het bed deelde is niet de beste minnares ter wereld. Ze is een slet.

Seksueel actieve vrouwen roepen een soort angst in mensen op, denkt Sunny Bergman. Vandaar ook dat haar boek en film de titel ‘Sletvrees’ kregen. ‘Een vrouw die net zoveel lust heeft als een man, die zich gedraagt als een man, dat vinden we negatief. Dat hoort niet, want dat past niet bij het idee dat vrouwen kieskeuriger zijn in het kiezen van een sekspartner dan mannen’, zegt Bergman.

Dat idee van de kieskeurige vrouw komt uit de evolutiepsychologie. De theorie stelt dat mannen zijn gebouwd om te willen vrijen met zoveel mogelijk vrouwen. Zo verwekken ze lekker veel kinderen. En hoe meer DNA je doorgeeft aan de volgende generatie, hoe meer evolutionair succes je hebt. Maar voor vrouwen ligt dat anders. Zij kijken juist wel link uit met wie ze de grot induiken, want zij lopen het risico na een vrijpartij te zitten met nogal arbeidsintensieve klusjes als zwanger zijn, baren en borstvoeding geven. Al die moeite wil je niet doen met het DNA van zomaar de eerste de beste lul de behanger. Dus zijn vrouwen op seksgebied juist kieskeurig en preuts.

Hoewel maar weinig mensen precies van de evolutiepsychologische hoed en rand weten, is deze theorie eigenlijk bij iedereen bekend. Onder andere dankzij Mannen van Mars, vrouwen van Venus-goeroe John Gray, die zijn boeken er (uitermate losjes) op baseert. In Bergmans film zegt hij dan ook dat het voor mannen wel maar voor vrouwen niet natuurlijk is om elke dag seks te willen hebben. Eén van de vrienden van Bergmans twintig jaar jongere zusje verwijst in Sletvrees bijna achteloos naar dit gedachtegoed, terwijl ze zich met zijn allen klaarmaken om uit te gaan: dat mannen natuurlijk ook een soort oerseksdrift hebben die bij vrouwen ontbreekt.

=

In de loop van de jaren is er nogal wat kritiek geweest op deze evolutiepsychologische theorie. Onderzoekers vragen zich bijvoorbeeld af hoe het dan toch kan dat tegenwoordig die preutse vrouwen bijna even vaak vreemd gaan als mannen. Of waarom mannen zo tot over hun oren verliefd worden op een enkele vrouw, dat ze helemaal geen zin meer hebben om hun zaad ook te verspreiden onder andere dames.

Bergman wil er dan ook wel vanaf. Want niet alleen is de theorie wetenschappelijk twijfelachtig, hij doet vrouwen ook geen goed. ‘Het denken in zulke verschillen kan een soort gevangenschap opleveren. Dat vrouwen bang zijn om seksueel vrij te zijn, en zich daar schuldig over voelen omdat ze denken dat het niet hoort’, vreest ze.

Dat gevoel kent ze van dichtbij. Ze vertelt hoe ze op reis in Kenia een jongen oppikte in een bar. ‘Ik schoof hem een briefje toe met mijn hotelkamernummer. Best brutaal eigenlijk. En daar ging ik met hem naar bed, en toen brak het condoom. Dit was in een gebied waar heel veel aids was. En toen dacht ik: dat is mijn straf, omdat ik zo’n sloerie ben.

=

Maar zo hoeft het niet te zijn, vertelt Bergman. Ze vertelt hoe het eraan toegaat in Ugunda, een cultuur zonder evolutiemythes over preutse vrouwen en sletvrees. Daar gebruiken mannen een techniek, kachabali (zie kader), die ervoor moet zorgen dat vrouwen altijd spuitend klaarkomen. ‘De vrouwen zijn ook heel trots, dat ze zo goed kunnen klaarkomen. Dat is nogal een contrast met wat nog steeds in Nederland gedacht wordt: dat de meisjes grensbewakers zijn, die de seksboel moeten afremmen omdat jongens altijd willen.’

Het idee dat vrouwen de rem zijn op het enorme libido van de man werkt vrouwen in bed soms flink tegen, denkt seksuoloog en psycholoog Ellen Laan. Sowieso wil zij het begrip libido het liefst in de prullenbak gooien. Volgens haar wordt iemands zin in seks vooral bepaald door goede of slechte ervaringen in het verleden. Wie altijd reuzefijne seks heeft, met daverende orgasmes, zal meer in zijn voor een lekker potje vrijen dan iemand die een tijdlang tegen heug en meug heeft gewipt.

Voor mannen is seks-zonder-zin veel moeilijker dan voor vrouwen. Als zij immers niet opgewonden zijn, krijgen ze geen erectie en gaat het feest niet door. Een vrouw kan daarentegen prima geilloos vrijen. ‘Ach, hij wil het zo graag en ik houd van hem, ik doe gewoon even alsof ik dit lekker vind, dan kan ik des te sneller weer verder met mijn boek.’ Dikke kans dat ze de volgende keer minder warm loopt voor een vrijpartij, terwijl hij de fijne ervaring snel weer wil herhalen. En ja, dan lijkt het algauw of mannen ‘van nature’ meer goede zin hebben dan vrouwen.

=

Het idee van de man als seksbeluste hengst en de vrouw als relatiegerichte rem wordt al jong aangeleerd. Bergman praat in haar film en boek met de Australische neuropsycholoog Cordelia Fine over de stereotiepe boodschap dat speelgoed tegenwoordig aan kinderen meegeeft. Voor meisjes gaat speelgoed vooral over relaties – poppenmoeder zijn, met vriendinnen dingen doen, prinsessen die passief wachten op de prins op het witte paars – en uiterlijke schoonheid. Voor jongens is het stoerder en avontuurlijker, met ridders en piraten.

Fine stelt dat deze verschillen maar weinig te maken hebben met verschillen in het brein van jongens en meisjes. In haar goed onderbouwde boek Waarom we allemaal van Mars komen laat ze overtuigend zien dat de hersenen van beide seksen ongeveer hetzelfde doen en kunnen. ‘Het mannenbrein lijkt op niets in de wereld zo erg als op een vrouwenbrein. Neurowetenschappers kunnen ze op individueel niveau niet eens uit elkaar houden.’ De suggestie dat vrouwenbreinen heel anders zouden zijn dan de mannenbreinen noemt ze ‘neuroseksisme’. Bergman: ‘Maar de bijbehorende stereotypen in de speelgoedwinkel vertalen zich wel direct naar de slaapkamer: mannen veroveren, en vrouwen zijn passief en willen vooral liefde.’

=

Dat idee, dat het zo hoort dat jongens altijd seks willen veroveren, en dat vrouwen liefdezoekende grensbewakers zijn leidt tot allerlei narigheid. Bijvoorbeeld: als je als vrouw niet aan dit stereotype voldoet, bent je dus een slet.

En dat, zo legt Sunny Bergmans zusje uit, is slecht nieuws. Zo’n reputatie wil je niet, want je wilt ook ooit nog trouwen en kinderen krijgen. En mannen trouwen niet met hoeren. Bovendien blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat vrouwen met een flinke seksuele eetlust niet alleen sletteriger worden gevonden, maar ook minder intelligent, minder competent en zelfs geestelijk minder gezond.

Bovendien kunnen vrouwen zich nogal wat woede op de hals halen als ze, in de ogen van anderen, hun kuise grensbewakersrol niet met voldoende verve uitoefenen. Afgelopen augustus werd een tienermeisje op twitter en facebook door tienduizenden mensen uitgescholden voor vieze slet, omdat er een foto rondging waarop te zien was hoe ze tijdens een Eminem-concert een jongen pijpte. De jongen, overigens, werd door niemand uitgemaakt voor wat dan ook. Hij kreeg hier en daar zelfs een compliment omdat hij het zo goed voor elkaar had.

‘Het is meteen: met dat meisje is iets mis’, zegt Sunny Bergman. ‘De dunne grens tussen een goed meisje en een slecht meisje is altijd aanwezig, als een onverbiddelijke markering.’ En om het nog ingewikkelder te maken: teveel seksualiteit zorgt ervoor dat je aan de verkeerde kant van die grens belandt, maar te weinig ook. ‘We leven in een cultuur waarin sexy zijn heel erg gestimuleerd wordt. Rolmodellen presenteren zich zo, en het is ook een manier om succesvol te zijn. Je erotisch kapitaal gebruiken, noemen ze dat dan.

=

In haar boek en film laat Bergman zien dit sexy ideaal veel meer invloed heeft op vrouwen dan je zou denken. Zo interviewt ze de invloedrijke Amerikaanse seksuologe Marta Meana, die op basis van haar onderzoek concludeert dat zelfs de manier waarop vrouwen geil worden erdoor verandert. Volgens Meana raken vooral vrouwen opgewonden van sexy zijn, van begeerd worden, van het idee dat ze bij een man oproepen. Dat zie je ook terug in ons taalgebruik. Een geile man is een man die zin heeft in seks. Maar heb je het over een geile vrouw, dan betekent ‘geil’ ineens iets anders: zij is iemand waar mannen hitsig van worden.

Dat vrouwen hun eigen seksuele verlangen door de ogen van een man bekijken, is volgens Sunny wel te begrijpen. ‘Het mannelijk perspectief is in onze samenleving toch dominant’, zegt ze. ‘En vrouwen maken zich dat perspectief eigen. Ze leren om van buitenaf naar zichzelf te kijken, alsof ze een soort object zijn dat beoordeeld moet worden.’

Ze geeft een treffend voorbeeld. ‘Ik was op vakantie in Griekenland aan het klimmen op de rotsen. Mijn zoon was een liedje aan het zingen, ik rook verse kruiden, ik was helemaal in het moment. En toen, als een soort flits, zag ik mezelf door de ogen van een ander. Ineens dacht ik: ik heb m’n bikinilijn niet gedaan, er piept misschien wel iets langs m’n broekje, m’n benen zijn niet geschoren, ik heb rare sandalen aan. Ik zie er niet uit.’

Dat roept de vraag op: hoe veranderen we dat? Hoe worden we meer dan een sexy object voor anderen? Seksueel bevrijd maar geen ‘slechte vrouw’? Een pasklaar antwoord heeft Bergman niet. ‘Ik kan vooral mensen aan het denken zetten.’ Maar misschien ligt het antwoord hem in het verschuiven van het perspectief. Van sexy voor anderen, naar wat je zelf voelt. Van denken dat lust vooral voor mannen is, naar kijken waar je zelf opgewonden van wordt. En misschien af en toe een lekker potje kachabali.

=====

Kader: Kachabali

Kachabali is een Ugandese techniek die bedoeld is om vrouwen spuitend klaar te laten komen. De truc is dat de man ervoor moet zorgen dat zijn lief ontzettend opgewonden raakt. Wanneer de vrouw enigszins nat wordt, laat hij zijn vochtige penis ritmisch langs haar binnenste schaamlippen en clitoris glijden, op en neer, zigzaggend of in cirkelbewegingen, net zo lang tot ze bijna gek is van opwinding. Daarna komt ze klaar – fontein incluis. ‘Het voelt als totale explosies in haar lichaam’, vertelt een beoefenaar in Sletvrees.

 

Kader: vulkaanvrouwen

Het idee dat vrouwen kuis zijn en mannen niet is tamelijk nieuw, schrijft wetenschapsjournalist Daniel Bergner in zijn boek What do women want? Gedurende het grootste deel van de geschiedenis werden juist de vrouwen gezien als vurige vulkanen, die elk moment in wellust konden uitbarsten. Mannen, aan de andere kant, waren veel te verstandig en rationeel om zich zomaar over te geven aan allerlei geiligheid. Dat betekende overigens niet dat je als vrouw je vulkaan mocht delen met heren anders dan je wettige echtgenoot. Dat was ook toen fout. Maar wel fout om een tegenovergestelde reden: niet omdat een sletterige vrouw ingaat tegen haar preutse natuur, maar juist omdat ze haar opgewonden natuur niet had weten te onderdrukken.

 

Over het boek Sletvrees:

Het boek Sletvrees verscheen 29 oktober bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Het boek gaat trouwens niet alleen over sletten, maar ook over de vorige films die Sunny Bergman maakte: Beperkt houdbaar en Sunny side of sex. 

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Als het puur over wetenschap zou gaan, dan was het een gemakkelijke beslissing geweest. Nee, je moet een jongen niet besnijden als daar geen medische noodzaak toe is. De voorhuid is een nuttig stukje vel, dat beter gewoon op zijn plek blijft. Daar beschermt het de uiterst gevoelige eikel tegen schurende zaken als luiers en onderbroeken, en zorgt ervoor dat de man in kwestie goed kan blijven plassen en vrijen. Zonder voorhuid krijgt tot twintig procent van de mannen een dichtgeslibde plasbuis en heeft elf procent moeite met klaarkomen. Bovendien loopt besnijden soms helemaal verkeerd af. Naar schatting overlijden in de Verenigde Staten elk jaar honderd kinderen aan dit ritueel. De Nederlandse artsenfederatie KNMG raad het zomaar-besnijden van jongetjes dan ook af.

Maar het besnijdenisdebat gaat niet alleen over wetenschap. Het gaat ook over geloof. Geloof in medische mythes, zoals dat een besnijdenis urineweginfecties bij jongens zou tegengaan (klopt, maar het verwijderen van de voorhuid levert twee keer zoveel infecties op als er voorkomen worden) en dat een HIV-infectie minder gemakkelijk wordt overgedragen door een besneden schwans (klopt waarschijnlijk niet, en zelfs als, dan is een condoom gebruiken stukken effectiever en goedkoper).

En geloof in God, die volgens de Heilige Boeken Abraham verzocht zijn voorhuid te verwijderen. Om precies te zijn zei Hij: ‘Gij zult het vlees uwer voorhuid besnijden; en dat zal tot een teken zijn van het verbond tussen Mij en tussen u.’ Vooral joden en moslims voelen zich jaarlijks zo’n 13 miljoen keer geroepen om dit gebod tot uitvoer te brengen op hun al dan niet pasgeboren zoon. Dat is uitermate belangrijk, zo legde de streng gelovige joodse advocaat en traditioneel thuisbesnijder Herman Loonstein uit in Brandpunt, afgelopen maart. Als je het een cijfer zou geven krijgt een keppeltje dragen een één, koosjer eten een zes, maar besnijdenis krijgt een tien.

En dat maakt het ingewikkeld. Want de moeite die Nederlandse artsen hebben met medisch onnodige besnijdenis staat op gespannen voet met deze fel beleden vrijheid van godsdienst. Veel Westerse lieden vinden het in al hun tolerantie ingewikkeld om van die vrijheid wat af te snoepen. Zo ontdekte ook mensenrechtenactiviste Leila Hussein, toen ze de straat op ging met een petitie vóór die andere vorm van kinderbesnijdenis: die van meisjes. In de lichtste vorm worden ze daarbij in de clitoris geprikt, in de zwaarste vorm wordt met een scherp stukje glas de clitoris weggesneden en de vagina op een piepklein gaatje voor menstruatiebloed na dichtgenaaid. De enorme verminking die dat oplevert kunt u zelf nagaan door in Google Afbeeldingen op ‘female genital mutilation’ te zoeken. Ik vergeef het u als u dat niet doet.

Terug naar Hussein. Die liep dus door de Londense straten, en vroeg mensen om een petitie te tekenen vóór vrouwenbesnijdenis, om zo ‘te helpen haar cultuur, tradities en rechten te beschermen’. Binnen een half uur had ze 19 handtekeningen verzameld. Slechts één persoon had geweigerd te tekenen.

Op zich ben ik altijd heel blij als mensen anderen hun cultuur, geloof en tradities gunnen. Ik denk dat het belangrijk is dat we onze collectieve neuzen niet teveel in zaken steken die ons niet aangaan. Maar hier zit een grens aan, en die grens bereik je ruimschoots als je met een stukje glas de geslachtsdelen van een meisje te lijf gaat. Vandaar dat vrouwenbesnijdenis in veel landen, waaronder Nederland, terecht ontzettend verboden is.

Rest de vraag waarom we die stap voor jongensbesnijdenis niet zetten. Ja, de gevolgen zijn gemiddeld genomen minder erg. Maar dat zijn groepsstatistieken, en daar heeft de individuele babypenis niets aan. Bovendien: dit zou een principepunt moeten zijn, geen wedstrijdje in schadelijkheid, schreef politicoloog Rebecca Steinfeld op theconversation.com. En het principe is hetzelfde: je grijpt drastisch en onherstelbaar in in de onderste regionen van een kind dat hierin geen keuze krijgt. Dit wel strafbaar stellen voor meisjes maar niet voor jongens riekt naar dubbele moraal. Alsof meisjes (als zwak geslacht) meer recht hebben op de bescherming der wet en de jongens dat (als stoere kerels in wording) niet nodig hebben. Ongeëmancipeerde kullebul, zegt Steinfeld, en daarom verklaart ze jongensbesnijdenis tot feministisch issue. Een prima standpunt, denk ik. Als wetenschap en geloof met elkaar in de clinch liggen, laat het recht op gelijke behandeling dan de doorslag geven.

 

Foto: FreeImages.com/Csaba Magdo (stockphoto, posed by model)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Soms voel ik me net een ruimtewezen. Dan raak ik een beetje losgezongen van de wereld om me heen. Alsof de maatschappij een natuurfilm is, waarin een grappige maar verder niet aan mij gerelateerde diersoort genaamd homo sapiens de hoofdrol speelt, en ik ben David Attenborough die het geheel beschouwd en van commentaar voorziet. ‘Op de dansvloer probeert het vrouwtje het mannetje te verleiden door haar achterwerk ritmisch tegen zijn onderlichaam te bewegen. Het mannetje raakt zichtbaar opgewonden, en even later zonderen ze zich af van de kudde om langdurig te paren in zijn hol.’ Zoiets.

In deze Attenborough-modus leek de manier waarop we met seks omgaan deze week ineens bijzonder merkwaardig. Natuurfilmig bekeken zou je zeggen: seks is gewoon gedrag, zoals al het andere gedrag. Je kunt als je ‘s avonds thuiskomt van je werk een wijntje drinken, het journaal kijken, masturberen of je postzegelverzameling opnieuw indelen. Net wat je leuk vindt. Je zou zelfs met Rob Trip in de achtergrond al zelfbevlekkend kunnen filateleren, als dat je ding is. (Tegelijkertijd wijn drinken raad ik overigens om praktische redenen af.)

Maar om de een of andere reden is seks niet gewoon één van de dingen die homo sapiens weleens doen. Zo terloops als twee leeuwen een potje vrijen in het hoge gras, zo moeilijk doet onze soort erover. We omgeven seks met allerlei verwarrende en tegenstrijdige emoties als schaamte, liefde, paniek, genot, afkeuring, noodzaak. Het is een van de meest moreel beladen zaken die een mens kan doen op een dag.

Neem bijvoorbeeld het opiniestuk over de treurnis van de raamprostitutie, afgelopen dinsdag in deze krant. De prostituees in kwestie stonden ‘in hun naakte kwetsbaarheid’ in ‘de vleescarrousel’. Er was sprake van vernedering van vrouwen, van minderwaardigheid, van een rauwe werkelijkheid. Woorden die een moreel oordeel impliceren, niet alleen over de onfrisse mensenhandeltechnische kanten van de raamprostitutie, maar ook over het blote vrouwenlijf en de seks die daarmee te hebben is.

Zulke woorden worden zelden gebruikt bij kritiek op andere vormen van dwangarbeid. In het boek ‘Bitter avontuur’ schrijft Renate van der Zee over vrouwen die voor een hongerloon van soms maar enkele tientjes per maand tot wel twaalf uur per dag champignons moesten plukken. En ik dacht: waarom lijkt dat, ondanks alles, toch minder erg? Waarom concludeert niemand dat de champignonkweekbusiness ‘geen Hollands kroonjuweel’ is?

Nog een ruimtewezenvraag: doet een sekswerker die haar vagina helemaal uit eigen keus verhuurt echt iets intrinsiek anders dan, zeg, een huisschilder die zijn kwastvaste hand voor geld ter beschikking stelt aan iemand met een onprettig gekleurde muur? Beiden verkopen een deel van hun lichaam. Waarom is verven voor geld zover normaler dan neuken voor geld?

We Attenboroughen nog even verder. De VVD wil chatten met erotische bedoelingen met kinderen strafbaar stellen. ‘Het is voor een minderjarige vrij onterend om met seksueel getinte berichtjes te worden geconfronteerd’, zei Kamerlid Foort van Oosten. ‘En het is ook gewoon smerig. Ik vind dat we dit niet moeten tolereren.’ De woordkeuze verraad ook hier dat ongewenste seks anders is dan het overige leed waartegen we ons nageslacht willen beschermen. Kindermishandeling, bijvoorbeeld: ook heel erg, maar zelden noemt iemand het onterend of smerig.

Nog zoiets: de rel rondom dokter Corrie. Zo’n 8000 ouders namen er hevig aanstoot aan dat zij in het Schooltv Weekjournaal iets meldt over seks. Deze ouders vonden dat niet de taak van school of publieke omroep, en ze deed het ook nog niet goed. Er waren ook leerkrachten ontevree, want die wilden graag zelf bepalen wanneer ze het over De Seks gingen hebben.

Ik keek een aflevering van het gewraakte Weekjournaal. De orkaan op de Filipijnen kwam aan bod, net als zelfrijdende auto’s, het verschijnen van het eerste balzakhaar, het neppe t-rex-skelet op het station van Leiden. Allemaal onderwerpen waar je het in principe als ouder of leraar al dan niet over kunt willen hebben met kinderen. Maar, Attenboroughde ik, er is geen fundamenteel verschil tussen uitleggen hoe een orkaan werkt en hoe het jongenspiemel verandert in de puberteit. Zoals een meisje op het NOS-journaal zei: ‘Nu zie je dat seks ook gewoon iets normaals is.’

Dat is het precies, dacht ik. Gewoon normaal. Zij heeft het wel begrepen.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

‘Is dit nou de grote maatschappelijke misstand waar we het dagen over moeten hebben?’ Dat vroeg Piet Klein, adjunct-hoofdredacteur van RTL Nieuws, zich afgelopen maandag op de radio af. Aanleiding was de slettenspecial van het ons allereigenste Volkskrant Magazine afgelopen zaterdag, dat weer was aangeleid door de verschijning van ‘Sletvrees’, het nieuwe boek en de nieuwe film van Sunny Bergman.

Klein had de special niet gelezen, maar hij was toch slet- en Sunny-moe. Liever las hij over internationale politiek of de effecten van beleid.

De vraag van Klein bleef door mijn hoofd spoken. Want ik hoor hem de laatste tijd vaker, in allerlei variaties. ‘Kun je je niet druk maken over iets écht belangrijks?’ vroegen mensen me toen ik het had over de Bart Smit-folder waarin de meisjes ‘net als mama’ lekker stonden te stofzuigen terwijl jongens door microscopen mochten gluren en dromen van een carrière als piloot. De lustpil voor vrouwen was volgens commentaar vanaf de zijlijn ‘ook al zo’n non-issue’. De oproep om Zwarte Piet te ontdoen van zijn racistische kantjes werd door velen afgedaan als gezeur. De Telegraaf lanceerde er zelfs een peiling over, waarop bijna tienduizend lezers reageerden. Van hen was 96 procent het eens met de stelling dat de pietendiscussie gestopt moet worden.

De discussie stoppen. Noem me een gutmensch met een polderfetisj, maar dat vind ik verontrustend. Want met zo’n oproep staakt elke uitwisseling van argumenten. Door te zeggen dat ergens niet over gepraat hoeft te worden, dat iets te onbelangrijk is om het er zelfs maar even over te hebben, voorkom je bovendien op nogal snaakse wijze dat je inhoudelijk moet reageren. En je plaatst jezelf boven degene die het onderwerp ter tafel bracht: jij hebt wel iets beters te doen dan nadenken over deze ongein. Dus willen alle stoorzenders even hun tet houden, alstublieft, dankuwel?

Niet elk onderwerp maakt evenveel kans op zo’n reactie. Zo is er zelden iemand die zich op deze wijze uitlaat over de uitgebreide eredivisie-verslaggeving in de krant – iets waar de wereld in mijn ogen dan weer probleemloos zonder zou kunnen. Of het Libor-schandaal: het zal mij volstrekt worst wezen, maar ik heb nog niemand horen klagen dat dit op de schaal der stervende kindjes in Afrika van onvoldoende gewicht is en dus onbesproken moet blijven.

Gisteren stond er op pagina twee van deze krant een artikeltje over hoe een aap met zijn brein twee virtuele armen kan besturen. Dat is natuurlijk ontzettend gaaf, en het kan wellicht veel betekenen voor de ontwikkeling van exoskeletten voor verlamde mensen, maar het is nauwelijks een van de Grote Maatschappelijke Issues van deze tijd. Er zijn, om maar eens iets te noemen, veel meer mensen die gebukt gaan onder racisme of onder de angst om een slet gevonden te worden dan mensen die lijden aan een gebrek aan hersenbestuurbare exoskeletten. Toch verwacht ik geen gepikeerde brieven in de krant die dit alleraardigste wetenschapsbericht afzetten tegen een advertentie van het boek van meisjesrechtenactivist Malala en afkeurend opmerken dat dit ‘een te groot contrast’ is. En dat gebeurde met de slettenspecial wel.

Het zijn opvallend vaak de onderwerpen die vooral vrouwen aangaan, of etnische minderheden, waarover gezwegen moet worden. Ik herinner me hoe Trouw dit jaar vlak voor Internationale Vrouwendag in haar zaterdagbijlages een flink aantal artikelen over vrouwenzaken had opgenomen. Er stond bijvoorbeeld een zeer lezenswaardig stuk in over het gegeven dat vrouwen vaak wat flexibeler in hun seksuele oriëntatie zijn dan mannen. Dat had aanleiding kunnen zijn tot allerlei vormen van inhoudelijk debat. Maar in plaats daarvan kwamen er boze brieven in de krant over het teveel aan vrouwen en hoe dat de lust tot lezen ontnam.

En ik dacht: het is al erg genoeg dat zulke ‘vrouwenonderwerpen’ niet elke dag breed uitgemeten in de krant staan – vergelijkbaar met eredivisievoetbal bijvoorbeeld –, maar dat ruime aandacht daarvoor beperkt blijft tot speciale gelegenheden. Laat staan dat het een primaire reactie is om te zeggen: dit was te onbelangrijk om te bespreken. Het heeft iets onbeschaafds om te stellen dat minderheden maar beter kunnen zwijgen. Want als naar minderheden niet geluisterd wordt, is democratie niets anders dan de dictatuur van de meerderheid. En zoals de dichteres Jana Beranová schreef: als niemand luistert naar niemand, vallen er doden in plaats van woorden.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Een man die seks heeft met veel vrouwen is een stoere vent, maar een vrouw met dezelfde seksuele eetlust is een slet. Waarom? Een kijkje onder de motorkap van de wetenschappelijke theorie achter deze dubbele moraal.

De bonobovrouwtjes in de Apenheul hebben er zin in. Vandaag krijgen ze walnoten van hun verzorgster; het aapequivalent van aardbeien met versgeklopte slagroom. De aanwezigheid van zulk lekker eten zorgt voor conflicten binnen de groep, bijvoorbeeld wanneer de één meer heeft dan de ander. En omdat het bonobo’s zijn, lossen ze dat conflict op door te seksen. Met groot fanatisme wrijven twee dames hun geslachtsdelen tegen elkaar aan, om nog geen twee minuten later hevig opgewonden op een andere apin te klimmen. De bezoekers kijken het schouwspel met mild ongemak aan. Dan maakt iemand de voor de hand liggende opmerking: ‘Wat een sletten, hè?’

Zo diep zit de dubbele moraal voor vrouwen en mannen, dat hij blijkbaar zelfs voor apen geldt. Een man met een groot libido en veel bedpartners, dat is normaal. Een gezonde vent. Maar een vrouw – zelfs een apin – die een vergelijkbaar seksueel enthousiasme tentoonspreidt, is een slet. Waarom eigenlijk? Waar komt die dubbele standaard vandaan?

Voor een heel belangrijk deel danken we die aan evolutiebioloog Robert Trivers. Hij was nog maar net gepromoveerd aan Harvard University toen hij in 1972 een artikel schreef dat enorme invloed zou hebben op ons denken over seks (m/v). In dat artikel zette hij de parental investment theorie uiteen. Deze theorie stelt dat er een fundamenteel verschil is tussen de meeste mannetjes- en vrouwtjesdieren (mensen incluis). Namelijk: als ze samen kindjes maken is háár minimale investering veel groter dan de zijne. Waar een man om zijn genen door te geven aan de volgende generatie niet veel meer hoeft te leveren dan een kwakje, zit een vrouw sowieso vast aan een energieverslindende zwangerschap, een riskante bevalling en het geven van borstvoeding.

Die ongelijkheid, zo stelt Trivers, vormt het gedrag van mannen en vrouwen tot op de dag van vandaag. Want omdat een potje vrijen voor een vrouw mogelijk tot een fikse investering leidt, zal zij niet de grot induiken met zomaar elke lul de behanger. Ze houdt haar knieën bij elkaar, totdat ze zich ervan heeft verzekerd dat een vent genetisch pluis is en haar niet na één wip zal verlaten maar zal helpen en beschermen. Alzo zijn vrouwen van nature kieskeurig en preuts.

Mannen zijn volgens Trivers juist het tegenovergestelde. Zij hebben er vooral belang bij om seks te hebben met zoveel mogelijk vrouwen. Zelfs als ze zich aan een enkele dame binden voor het door haar gewenste huisje-boompje-beestje-bestaan, zullen ze daarnaast zoveel mogelijk vreemdgaan. Want een setje zaadcellen is goedkoop gemaakt, en als er van een overspelig vluggertje toevallig een kind komt is dat evolutionair gezien pure winst. En daarom zijn mannen van nature weinig selectieve geilhazen, grotendeels gericht op een strategie van verwekken en wegwezen.

 

Wetenschappelijke superhit

Het was ontegenzeggelijk een sterk staaltje denkwerk van Trivers. Zijn theorie verklaarde een aantal observaties die Charles Darwin al had gedaan: dat in het dierenrijk vrouwtjes vaak kuis en zedig zijn, en de seksboot afhouden terwijl de mannetjes zich met grote geestdrift uitsloven en andere mannetjes in elkaar slaan om maar in de smaak te vallen. Het verklaarde ook een invloedrijke observatie van een paar jaar eerder. In 1948 had geneticus Angus John Bateman ontdekt dat bij de fruitvliegjes in zijn lab de mannetjes het meeste voortplantingssucces hadden als ze heel veel seks hadden – veelal ten koste van andere mannetjes, die niet aan de bak kwamen –, terwijl het aantal genoten vrijpartijen voor de damesvliegen nakomelingstechnisch weinig uitmaakte.

Bovendien paste Trivers idee goed in de tijdsgeest. In de jaren zestig en begin jaren zeventig draaide het onderzoek naar de menselijke evolutie voor het leeuwendeel om de man. Hij was de noeste jager, altijd op zoek naar mogelijkheden om zijn speer in een stuk mals wild te steken (of zijn andere speer in een lekker wijf). Prehistorische vrouwen kwamen in het wetenschappelijk debat nagenoeg niet voor, behalve in hun rol als moeders, al dan niet in spé. Dat Trivers een hoofdrol inruimde voor de oervrouwelijke keuze was eigenlijk al best geëmancipeerd. Een nog ruimdenkender zienswijze, waarin vrouwen seksuele wezens waren met allerlei eigen lusten en verlangens, was toen in de evolutiebiologie vrijwel ongehoord. Een taboe dat op zijn beurt ook weer goed paste in de joods-christelijke traditie, waar men toch al nooit zo’n fan was geweest van seksbeluste vrouwen. Dat Trivers theorie slettengedrag tot iets tegennatuurlijks maakte sloot uitstekend aan bij de gedachte dat de hoer uithangen immoreel was.

Het is dan ook niet zo vreemd dat de parental investment theorie in de jaren na Trivers publicatie een echte wetenschappelijke superhit werd. Dat kwam niet in de laatste plaats door het werk van evolutiepsycholoog David Buss, die zich uitgebreid door Trivers liet inspireren. Zo voerde hij in 1989 een invloedrijke studie uit onder meer dan tienduizend proefpersonen in 33 landen, waarvan de conclusies naadloos bij Trivers theorie passen. Vrouwen blijken graag een man te willen die later goed voor haar en het nageslacht kan zorgen: een ambitieuze, hardwerkende vent met een goed inkomen. En de mannen wilden, volgens verwachting, vooral dat hun sperma in een gespreid bedje terecht kwam, dus zij zochten jonge, vruchtbare vrouwen. In 1993 bevestigde Buss bovendien het idee dat mannen graag veel korte-termijnseks willen met veel verschillende dames, en vrouwen juist liever niet. Desgevraagd gaven de heren aan de komende twee jaar gemiddeld graag met wel acht vrouwen het bed in te willen duiken. Dames gaven een lager ideaal aantal sekspartners op: één.

Het was in deze periode in de jaren negentig dat Trivers populariteit zijn hoogtepunt bereikte. De planken in de boekwinkels stonden vol met werk dat – meestal nogal losjes, maar toch – op Trivers theorie en het onderzoek van Buss en consorten was gebaseerd. In Nederland ging bijvoorbeeld Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen van Barbara en Allan Pease als warm broodje over de toonbank. En je had John Gray’s Mannen van Mars, vrouwen van Venus, het boek dat in zijn eentje goed was voor meer dan vijftig miljoen verkochte exemplaren en 121 weken in de Amerikaanse beststellerlijsten. Gray is daarmee één van de meeste effectieve verspreiders van het idee dat mannen en vrouwen van nature iets heel anders willen in het leven. En in bed: in Sletvrees, de nieuwste documentaire van Sunny Bergman, vertelt hij dat het onnatuurlijk is voor een vrouw om elke dag seks te willen. Voor mannen geldt dat uiteraard niet. Integendeel.

 

Zagen aan Trivers stoelpoten

Maar naarmate de 21ste eeuw dichterbij kwam, begonnen links en rechts kritische wetenschappers aan de stoelpoten van Trivers theorie te zagen. Eerst op basis van gezond verstand, zoals: maar als vrouwen van nature zo preuts zijn, hoe kan het dan dat er in zoveel tijden en culturen zoveel energie (boerka’s, kuishuidsgordels, et cetera) is gestoken in het intomen van de vrouwelijke seksualiteit?

Vervolgens deden gedragsbiologen hun mond open. Onderzoekers als Sarah Blaffer Hrdy, die met regelmaat in de bosjes lagen om apen in het wild te bestuderen, toonden aan dat apinnen allesbehalve preuts zijn. En niet alleen de bonobo’s, maar ook de chimpansees, bavianen en vele andere soorten waren niet bepaald zedig. Dat dachten we vroeger, zei Hrdy, omdat wij biologen ons zo richtten op de seksuele escapades van de alfamannetjes. Maar als je beter naar de vrouwtjes kijkt, blijkt dat die er achter de rug van die alfamannetjes wel pap van lusten met lagergeplaatste apen of zelfs apen van een andere groep. Ze zijn hitsig als de pest, die dames.

En ook voor mensenmannen bleek de parental investment theorie slecht te passen. In veruit de meeste culturen in de wereld zorgen vaders intensief voor hun kinderen, bleek uit antropologisch onderzoek. Waarschijnlijk omdat onze kinderen zo hulpeloos ter wereld komen. Waar een aapje een paar uur na de geboorte zelf kan zitten, kan een mensenbaby de eerste drie maanden zijn hoofd niet eens zelf overeind houden. Het is niet moeilijk voor te stellen hoe zo’n zwak wezentje baat heeft bij een betrokken vader (en niet eentje die om de haverklap ligt te rollebollen met de buurvrouw). En dat zou dan weer betekenen dat mannen en vrouwen in de oertijd qua ouderschap een veel gelijkwaardiger rol hadden dan Trivers voor ze had bedacht.

Ook sociaal psychologen begonnen aan Trivers theorie te twijfelen. Een elegant experiment zette vraagtekens bij het idee dat vrouwen kieskeurig zijn en mannen niet. Eli Finkel en Paul Eastwick van Northwestern University organiseerden voor 350 proefpersonen een speeddatesessie. Normaal gesproken is het zo dat de vrouw dan blijft zitten terwijl de mannen van tafeltje wisselen. De heren benaderen dus de dames. Maar, dachten Finkel en Eastwick, wat nou als we de rollen eens omdraaien en de vrouwen heel ontraditioneel naar de man toe laten komen? En jawel: door deze simpele ingreep verdween het sekseverschil in kieskeurigheid.

Er waren meer van zulke experimenten. Niets om Trivers theorie in één klap mee weg te vagen: daarvoor waren ze niet groots genoeg opgezet of perfect genoeg uitgevoerd. Maar het waren interessante speldenprikjes. Want wat zegt het als gedragspatronen die naar al vele miljoenen jaren oud behoren te zijn zo eenvoudig verstoord kunnen worden?

 

 Uitgespeeld

Bovendien staan de biologen en psychologen niet alleen in hun stoelpootzagerij. Amerikaanse genetici probeerden het fruitvliegexperiment van Bateman te herhalen, en meldden in 2012 dat dit niet was gelukt. Waarschijnlijk had Bateman een paar rekenfouten gemaakt. Statistici analyseerden in 2010 de data van bijna anderhalf miljoen mensen uit 87 landen, en stelden vast dat mannen en vrouwen ongeveer evenveel zin in seks hebben en even vaak vreemdgaan.

Ook de conclusies van de zo door Trivers geïnspireerde evolutiepsycholoog David Buss kwamen op losse schroeven te staan. Neem zijn idee dat mannen wereldwijd van nature graag een jonge vrouw willen (voor hun zaadjes) terwijl vrouwen idealiter een rijke man blieven (voor hun bescherming). Vorig jaar ontdekten onderzoekers dat dit ‘oeroude’ verschil in partnervoorkeur kleiner en kleiner wordt naarmate de emancipatie in een land voortschrijdt. Een andere studie toonde aan dat de doorsnee man helemaal geen acht sekspartners in twee jaar wil. Het gemiddelde dat Buss had berekend was uit het lood geraakt door een handjevol superhengsten die het met ontzettend veel vrouwen wilden doen. Veruit de meeste mannen wilden hetzelfde als de vrouwen: vrijen met één persoon.

Meer dan veertig jaar na dato begint Trivers theorie langzaam uitgespeeld te raken. Niet helemaal natuurlijk, want het heeft vast enige invloed, dat vrouwen zwanger kunnen worden en mannen niet. Maar niet zoveel dat we daar wetenschappelijk verantwoord een hele dubbele moraal van hij-stoer-maar-zij-slet aan vast kunnen knopen. Want wat onderzoek vooral laat zien is dit: dat mannen ook gewoon vooral liefde zoeken, en vrouwen best wel heel erg van seks houden. En daar is niets tegennatuurlijks aan.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

De Britse komiek Stephen Fry vergeleek de situatie in Rusland met die in Duitsland, 1936. Mensen die de straat op durven gaan om te demonstreren voor homorechten worden door toegesnelde mannen in elkaar geslagen. De politie kijkt toe, maar pakt de geweldplegers niet op. Sterker nog: ooggetuigen melden dat de geweldplegers ongehinderd politiebusjes in- en uitklimmen. Ondertussen verschijnen op internet filmpjes van neonazi’s die homojongens verkrachten en martelen. Ze zijn volkomen herkenbaar in beeld, want ze maken zich volstrekt geen zorgen over vervolging. Het geeft de indruk van een gezellig onderonsje tussen potenrammers en de sterke arm der wet.

Dit is wat mensenrechtenactivisten ‘de Russische oorlog tegen homo’s’ noemen. Een oorlog die een dieptepunt bereikte toen Poetin op 30 juni zijn handtekening zette onder een kersverse anti-homowet. Technisch gezien rept de wet met geen woord over seksuele oriëntatie. Wel zegt het dat het verboden is om minderjarigen informatie te geven die ervoor kan zorgen dat zij interesse in non-traditionele relaties krijgen, of positief over gaan denken over zulks. Wat met ‘non-traditionele relaties’ wordt bedoeld, is niet lastig te raden. Dat de wet gebruikt zal worden om homo’s en lesbiennes het leven zuur te maken evenmin.

Waarom doet Poetin dit? Hoe kan het dat in het jubeljaar van het homohuwelijk – het werd in 2013 legaal in Frankrijk, Nieuw-Zeeland, Brazilië en Uruguay, en in de Verenigde Staten kan het na een uitspraak van het hooggerechtshof op nationale erkenning rekenen – de Russen op oriëntatiegebied achteruit emanciperen?

=

Volgens Miriam Elder, voormalig correspondent in Moskou voor de Britse krant The Guardian, is het antwoord: omdat het Poetin goed uitkomt. In een artikel op de Amerikaanse website Buzzfeed schrijft ze: ‘Poetin regeerde in de eerste twee termijnen van zijn presidentschap, van 2000 tot 2008, zonder ideologie.’ Dat was een bewuste beslissing, vertelde één van zijn campagneleiders haar, want de mensen waren doctrines beu. Dus verlegden Poetin en zijn medewerkers de focus van de politiek naar de man. ‘Poetin en zijn ontblote bovenlijf. Poetin die van dieren houdt. Poetin die met zijn blote handen kleuterscholen en ziekenhuizen bouwt. Poetin Poetin Poetin.’

Maar wat ze volgens Elder niet hadden voorzien, was dat Poetin het volk na een tijdje danig de keel uit zou gaan hangen. ‘Dat gebeurde vorig jaar, toen Poetin aankondigde dat hij na vier jaar premierschap weer wilde terugkomen als president.’ Tienduizenden Russen gingen de straat op om te demonstreren. De Russische regering reageerde met het arresteren van leiders van de protesten, en het verbieden van verdere oproer. Maar hij begon, zo analyseert Elder, ook een campagne om de banden met de traditionele Russen buiten de grote steden weer aan te halen. En hoe kan dat beter dan via een gemeenschappelijke vijand? Elder: ‘Door homo’s te demoniseren zegt Poetin: ik zal jou en je traditionele familie beschermen. Jullie zijn het echte Rusland.’

Hans Oversloot, politicoloog en Rusland-deskundige aan de Universiteit Leiden, twijfelt. ‘Niet alles wat in Rusland gebeurt gaat over Poetin. Deze wet was niet zijn initiatief, maar dat van een links-nationalistisch Doema-lid, Yelena Mizulina. En zij vertegenwoordigt daarmee de mening van de overgrote meerderheid van de Russen, niet alleen de aanhangers van de president.’

‘Homoseksualiteit is in Rusland helemaal niet geaccepteerd. Het wordt gezien als een soort ontaarding, als westerse decadentie’, zegt Oversloot. ‘De Russen met wie ik veel contact heb zijn bepaald geen Poetin-vrienden. Maar als we het bijvoorbeeld over het homohuwelijk hebben, reageren ze vrijwel allemaal afwijzend. Waarom dan niet ook het incestverbod opheffen, of het huwelijk tussen broer en zus toestaan? Er wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen pedofilie en homoseksualiteit.’ Dat verklaart ook de overweldigende meerderheid waarmee de anti-homowet in de Doema werd aangenomen: 436 van de 450 parlementsleden stemden voor. Niemand stemde tegen.

=

Die geestdriftige instemming komt ook doordat de wet wordt gepresenteerd als oplossing van een uitermate nijpend nationaal probleem, vertelt Oversloot. Namelijk: ‘Er worden te weinig Russische kinderen geboren. De bevolking krimpt heel erg hard. In 1992 had Rusland nog 150 miljoen inwoners, nu minder dan 142 miljoen. Het is de snelste bevolkingskrimp in vredestijd ooit. En dat ondanks de instroom van grote groepen migranten uit voormalige Sovjet-staten als Kazachstan of Kirgizië.’

Deze krimp geeft geen pas in het trotse Rusland, grootste land ter wereld, en tot voor kort een gevreesd imperium om u tegen te zeggen. De staat neemt dan ook tal van maatregelen om het inwonertal op te krikken. Sommige van die maatregelen hebben iets vrolijks. Zo krijgen stelletjes in de regio Ulyanovsk elk jaar op 12 september een dag vrij, zodat ze samen aan het dalende geboortecijfer kunnen ‘werken’. Wie inderdaad precies negen maanden later, op Ruslands nationale feestdag 12 juni, een kind krijgt, maakt kans op een nieuwe auto of koelkast.

Bovendien staat er een behoorlijke premie op het krijgen van een derde kind, zegt Oversloot, die ook heeft gehoord dat het parlement van plan is middels een nieuwe wet echtscheiding te gaan beboeten. Gescheiden mensen maken immers maar zelden baby’s. Mensen in een ‘non-traditionele relatie’ evenmin. Mannen en vrouwen in een heterohuwelijk, zo is de gedachte, zijn aanzienlijk beter voor de geboortecijfers. De anti-homowet moet daaraan bijdragen.

=

Deze denkstap komt op de gemiddelde Nederlander wellicht wat vreemd over. In ons land denken de meeste mensen immers niet dat we homoseksualiteit kunnen voorkomen door een informatie over seksuele diversiteit uit de bannen. We denken ook niet collectief dat heterojongeren homo gemaakt kunnen worden met regenboogpropaganda – toch belangrijke uitgangspunten van de Russische wet.

Hoe kan het dat Russen zulke andere aannames doen over homoseksualiteit dan mensen in het westen. Dat heeft historische redenen, denkt socioloog Lauri Esseg van Middlebury College. In artikelen en in haar boek Queer in Russia vertelt ze hierover. In de loop van de achttiende eeuw ontstonden in Europa twee ideeën over homoseksualiteit. Het eerste was dat het een natuurlijke, aangeboren toestand is, waarbij op de een of andere manier een vrouwelijke ‘seksuele ziel’ in een man terecht was gekomen. De andere, minder sympathieke lezing was dat homoseksualiteit een psychiatrische ziekte is, waarvan men moet proberen te genezen.

Deze verklaringen hebben iets belangrijks gemeen: beide gaan ze ervan uit dat iets is iemand simpelweg overkomt. Er is geen sprake van vrije keuze, en geen schuld. En dat is een radicaal verschil met de manier waarop de Russen ertegenaan kijken, schrijft Esseg. Die hebben namelijk altijd over homoseksualiteit gedacht als een misdrijf, een overtreding waarvoor je al dan niet kon kiezen. In de tijd van de tsaren, en opnieuw in de Sovjetunie onder Stalin en zijn opvolgers, was een homoman een crimineel, net als een bankovervaller of een vandalist.

Om dat te onderstrepen werd in 1933 in de hele Sovjetunie artikel 121 van kracht. De eerste paragraaf van deze wet verbood seks tussen twee mannen, op straffe van vijf jaar in een werkkamp. De tweede paragraaf verbood homoseks met minderjarigen; in de praktijk werd er tussen beide vergrijpen nauwelijks onderscheid gemaakt. Lesbiennes werden overigens niet naar een werkkamp gestuurd voor hun oriëntatie, vertelt Esseg, maar werden behandeld. Dat kwam omdat vrouwen een beetje gezien werden als kinderen: die straf je niet als ze de fout in gaan, die corrigeer je. De correctiemethoden varieerden van therapie tot – meer tegen het eind van de Sovjet-tijd – het voorschrijven van een operatie om van geslacht te veranderen. Als je als vrouw hardnekkig van andere vrouwen bleef houden, moest je immers wel eigenlijk een man zijn.

Door deze dwangmaatregelen ging homoseksualiteit in de Sovjet-Unie bijna volkomen ondergronds. Het was alsof het simpelweg niet bestond. Dat veranderde nauwelijks toen de eerste democratisch gekozen president Boris Jeltsin in 1993 de oude Sovjet-wet afschafte. Hoewel in grote steden als Moskou en Sint-Petersburg voorzichtig wat homogemeenschappen ontstonden, bleef het in het overgrote deel van Rusland een enorm taboe. Veruit de meeste Russen bleven homoseksualiteit zien als een verkeerde beslissing, een stap op het verkeerde pad. En eentje waar je kinderen maar het beste per wet tegen kunt beschermen.

=

Het is niet duidelijk wat de gevolgen van de nieuwe Russische anti-homowet zullen zijn, zegt Hans Oversloot. Dat komt vooral door de vage formulering van de wet. Die maakt het moeilijk te voorzien welk gedrag precies strafbaar is. Op een school voorlichting geven over seksuele diversiteit: sowieso. Met een regenboogvlag zwaaien terwijl er kinderen kijken: hoogstwaarschijnlijk ook. Hand in hand door het park lopen: zou goed kunnen. ‘Je zou je zelfs kunnen voorstellen dat wanneer een bekende Rus die erg populair is onder de jeugd, een ijshockeyer bijvoorbeeld, uit de kast komt, dit onder de nieuwe wet als verboden propaganda gezien zal worden’, denkt Oversloot. ‘De tijd moet het leren.’

De lesbische activist en journalist Masha Gessen wacht die tijd niet af. In een artikel in The Observer schrijft ze hoe ze met haar vriendin en geadopteerde zoon van Rusland naar New York gaat verhuizen. Er was teveel gebeurd. Dat ze zich alleen nog maar een persoon met een roze driehoek voelde, en geen echt mens meer. Dat ze in elkaar geslagen werd op de stoep van het parlement. Hoe Yelena Mizulina had gezegd dat parlementariërs een manier gingen vinden om geadopteerde kinderen weg te halen uit gezinnen met twee moeders of twee vaders – een dreigement dat zich in september vertaalde in een voorstel voor een wet die alle homoseksuele stellen uit de ouderlijke macht ontzet. ‘Ik moet Rusland ontvluchten of mijn kinderen kwijtraken’, schrijft ze. Poetin zal er vermoedelijk niet wakker van liggen.

 

Bronnen:

Slate, Russian police arrests protesters for violating ‘gay propaganda’ law

Tom Balmforth: In Russia, violent video’s show a startling new form of gay bullying | The Atlantic (2 augustus 2013)

Buzzfeed, Why Russia turned against the gays

Interview met politicoloog dr. Hans Oversloot (Universiteit Leiden)

Lauri Esseg: Queer in Russia | Duke University Press (1999)

Washington Post, How Russia’s science of sex threatens gays

Igor Kon: The sexual revolution in Russia | Free Press (1995)

Gert Hekma: Homoseksualiteit in Nederland van 1730 tot de moderne tijd | Meulenhoff (2004)

Masha Gessen: As a gay parent I must flee Russia or lose my children | The Observer (11 augustus 2013)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.