Eigenlijk was ik niet van plan om over onze nieuwste minister van Ongepaste Loslippigheid, Stef Blok, te schrijven. De rel rondom zijn uitspraken over hoe mensen van verschillende culturen niet vreedzaam kunnen samenleven, verveelt me. Niet omdat ik Bloks woorden niet verwerpelijk vind; dat zijn ze zeker. Maar ze waren ook voorspelbaar. Vreemdelingenhaat en racisme maken al heel lang nauw verholen deel uit van de VVD-partijlijn. Inhoudelijk is er dus niets nieuws onthuld; Blok heeft slechts het masker even laten glippen. Dat zou je verhelderend kunnen noemen, maar om daar nou dagen over na te praten, nee.
Al moet ik toegeven dat er ook lichtpuntjes waren, zoals de satirische stukjesschrijvers van De Speld, die zich prima vermaakten met Bloks oeps-ik-laat-mijn-ware-gezicht-zien-en-Zembla-heeft-me-betrapt-momentje. Zij schreven een geestig artikel over de vraag of het niet eens tijd wordt voor een vrouw die bespottelijke dingen zegt op Buitenlandse Zaken. ‘Het is duidelijk dat Sigrid Kaag te veel capaciteiten heeft om die rol te vervullen’, gaven ze toe, om vervolgens oud-vicepremier Annemarie Jorritsma te ‘citeren’: ‘Ik denk niet dat een vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken per se nog dommere dingen zegt dan een mannelijke minister, ik denk vooral dat de diversiteit in het feitenvrije geouwehoer erg belangrijk is.’
Meer vrouwen, daar ben ik als okselharige tuinbroekfeminist natuurlijk voor. Bovendien raakt De Speld hier zijdelings aan een aardige kwestie, waar ik graag onder het genot van een koud biertje over mag fantasifilosoferen: zou de wereld beter af zijn als vrouwen de macht overnamen?
Er is wel iets te zeggen voor een ‘ja’. Zo zou je eerst terloops kunnen wijzen op de zooitjes assorti die zijn gemaakt terwijl mannen aan het roer stonden – klimaatverandering, atoombommen, wereldoorlogen, kolonialisme, neoliberaal kapitalisme, noem maar op – om vervolgens te claimen dat vrouwen met macht het allemaal heel anders zouden doen. Vrouwen, zo stellen sommige feministen, zijn immers empathischer en minder agressief dan mannen, communicatiever ook, meer geneigd tot verbinding zoeken, en ze hebben een beter ontwikkelde intuïtie. Deze zachtheid zou hen tot geschiktere leiders maken; mannelijke hardheid leidt maar tot conflict, vernietiging van natuurschoon en internationaal gênante uitspraken over Suriname en de eerste bewoners van Australië.
Ik heb een zwak voor deze gedachtegang, niet in de laatste plaats omdat ze een belangrijke rol speelt in een van mijn lievelingsboeken, Kinderen van moeder aarde. Thea Beckman schetst daarin een post-apocalyptische wereld, waarin diverse naties opbloeien na een serie verwoestende atoom- en natuurrampen. Een van die landen is Thule, liefdevol bestuurd door wijze vrouwen. Men leeft er in harmonie met de natuur, bezit wordt gedeeld, en iedereen zorgt als vanzelfsprekend voor elkaar en de omgeving. Vaders voeden tot ieders genoegen de kinderen op. Sportwedstrijden draaien niet om winnen, maar om het plezier van een kameraadschappelijke krachtmeting. De stoommachine hebben de Thulenen wel opnieuw uitgevonden, maar ze gebruiken het apparaat niet, omdat het stinkt en vervuilt. Het is een verrukkelijke utopie; ik verlang naar zo’n land. Ik wil dus ontzettend graag geloven in het idee dat de geitenwollensokkenheilstaat dra zou aanbreken wanneer vrouwen alle macht krijgen.
En toch kan ik dat niet, want ik heb last van een akkefietje: de feiten liggen anders. Uit wetenschappelijk onderzoek is de afgelopen jaren steeds gebleken dat mannen en vrouwen wat betreft hun psychologische kenmerken nauwelijks verschillen. Beide seksen zijn gemiddeld ruwweg even invoelend, daadkrachtig, sluw, strijdlustig en emotioneel. En, ook niet onbelangrijk: er is geen enkel bewijs dat macht vrouwen minder corrumpeert dan mannen. Dit alles is tegelijkertijd goed en slecht nieuws. Vrouwen zijn niet, zoals het traditionele vooroordeel wil, intrinsiek minder geschikt voor machtsposities dan mannen – maar ze zijn ook niet beter.
Het deel van mij dat verlangt naar Thule vindt dat bijzonder spijtig. Toch lijkt het me in de echte wereld geen probleem. Er zijn immers genoeg andere redenen om meer vrouwen macht of, zeg, een ministerspost te geven. Zo is het, wanneer gelijke geschiktheid een gegeven is, een kwestie van rechtvaardigheid om evenveel vrouwen als mannen aan te stellen. Bovendien wint iedereen, want minder vooroordelen betekent meer ruimte voor bekwame vrouwen. En elke ministerspost die wordt bezet door een uitmuntende vrouw is er een die onze premier niet in een vlaag van politieke benoemingsarmoede aan een zeer middelmatige man als Stef Blok hoeft te gunnen.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.