dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Blanke mannen zijn een hobby van me. Vooral neoliberale exemplaren, met hun motto ‘ieder voor zich en de vrije markt voor ons allen’ vind ik mateloos interessant. Ze vormen in ons land een soort stam, net als de Aka-pygmeeën in Afrika, maar dan langer, met meer macht, en voor iemand met een beperkt reisbudget aanzienlijk gemakkelijker in het wild te bestuderen. Dat bestuderen gebeurt nog veel te weinig. Als groep gaan ze – in tegenstelling tot ‘de vrouw’ en ‘de allochtoon’ – slechts zeer zelden onder het vergrootglas, aangezien de blanke man in onze cultuur al honderden jaren de norm is.

Hoog tijd dus om deze stam en haar collectieve eigenaardigheden nader antropologisch te beschouwen. Het diversiteitsdebat is een boeiend beginpunt. Afgelopen vrijdag schreef Trouw uitgebreid over het treurig kleine aandeel allochtone bestuurder in Haagse maatschappelijke organisaties. Toch greep PVV-raadslid Machiel de Graaf dit gegeven aan om te melden dat wat hem betreft “diversiteit per definitie gelijk staat met discriminatie.” Diversiteitsmaatregelen zorgen er namelijk voor dat die arme witte kerels bij gelijke geschiktheid het onderspit delven. Er zijn zelfs blanke mannen die zichzelf daarom “de nieuwe minderheid” noemen. Waarom zo verongelijkt?

Voor de neoliberale blanke man is diversiteitsbeleid een bedreiging van zijn natuurlijke habitat: de vrije markt. Deze stam gedijt daar van nature goed, juist omdat zij als enigen niet gehinderd worden door discriminatie, onbewuste vooroordelen en stereotypen. Niemand die hen op verdenking van het zijn van een kutmarokkaan of een hysterisch vrouwmens een baan of promotie ontzegd. Of zoals E-Quality-directeur Joan Ferrier zei: “Er heerst met dit kabinet te veel een sfeer van: ‘Wees flink, doe mee, (..) dan kom je er vanzelf’. Zo werkt het voor de witte man van de middengroep. Maar niet voor al die anderen.”

Mijn favoriete stam ziet daar niet zo’n been in. Ze kijken nu eenmaal anders tegen de wereld aan. Psycholoog Paul Slovic ontdekte bijvoorbeeld dat blanke mannen risico’s consequent lager inschatten dan vrouwen of zwarte mannen. Roken? Luchtvervuiling? Klimaatverandering? Blanke mannen maken zich er gemiddeld minder zorgen over dan de rest. Dit is overigens geen obscuur resultaat: het blanke-mannen-effect is in vele onafhankelijke studies aangetoond.

De risicovertekening komt vooral voor bij individualistische, anti-egalitaire mannen. Volgens Slovic komt dit doordat hun status goeddeels afhangt van het negeren van maatschappelijke narigheid. Wie tonnen verdient bij Shell, zal zijn gedachtegoed daarop aanpassen: leve de vrije markt, weg met die klimaatveranderingsflauwekul. Voor wie macht wil, is discriminatie tegengaan minder belangrijk dan het feit dat diversiteitsbeleid een obstakel is op weg naar de top.

Helaas zijn het zelden de rechtse blanke mannen zelf die de prijs betalen voor het negeren van reële risico’s en onrecht. Totdat ze bij gelijke geschiktheid worden gepasseerd voor een vrouw of allochtoon. Ik wil mijn hobbystam dan ook graag adviseren hierover niet meer te jammeren, maar in plaats daarvan eens echt te voelen hoe rot het is om geen kans te krijgen in de oeps-toch-niet-voor-iedereen-vrije markt. Geen neoliberaal die daar niet van opknapt.

 

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

2 februari 2012:

Nederlanders worden steeds dikker, blijkt uit een onderzoek dat de RIVM afgelopen maandag publiceerde. 60 procent van de mannen en 44 procent van de vrouwen tussen de 30 en 70 jaar is te zwaar (een BMI van 25 of meer). Ruim een kwart van de Nederlanders heeft meerdere risicofactoren voor het krijgen van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.

De financiële consequenties als gevolg van overgewicht zijn enorm. De kosten van medische zorg en van gederfde arbeidsproductiviteit en kosten voor arbeidsongeschiktheid bedragen nu rond de drie miljard euro, maar dit getal loopt de komende jaren naar verwachting op tot vier à vijf miljard euro.

Moeten mensen met overgewicht zelf worden aangesproken op deze stijgende zorgkosten, of moeten we als samenleving collectief deze kosten dragen? Psychiater en marathonloper Bram Bakker en Rob Oudkerk, huisarts, ex-politicus en lector Leefstijlverandering bij jongeren, willen dat de ziektekostenpremie wordt gekoppeld aan de leefstijl van mensen. Mensen die ongezond leven, betalen meer premie.

Die ontwikkeling is een schrikbeeld voor Mieke van Spanje, vicevoorzitter van de Nederlandse Obesitas Vereniging, en voor Asha ten Broeke, schrijfster en columniste van Trouw. In de studio gaan ze de discussie aan met Bakker en Oudkerk.

De uitzending is hier terug te zien.

Schermafdruk 2014-10-02 16.13.19

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Afgelopen zaterdag stond er een prachtige vrouw in Trouw. Haar gezicht was bijna volmaakt symmetrisch. Ze had een dikke bos zwart haar en volle lippen. Maar het mooist vond ik haar intense, vastberaden blik. Ze keek als iemand die weet wat ze wil. Dat was vóór de operatie. Een plastisch chirurg zette op haar eigen verzoek het mes in haar perfecte trekken. Haar ogen werden groter gemaakt en haar kaak werd ter versmalling afgevijld. Het resultaat van deze ongetwijfeld pijnlijke procedure stond ook in de krant. Na de ingreep zag de voormalige schoonheid eruit een willekeurig exemplaar van het Asian Airlines-type. Leuk snoetje, volstrekt inwisselbaar.

Maar liefst twintig procent van de Zuid-Koreaanse vrouwen laat haar gezicht op deze manier chirurgisch ‘verbeteren’. Arts Won-jin Park vertelt waarom: “Mensen aan deze kant van de wereld blijven zich modelleren naar de westerse wereldstandaard.” Zo’n westers hoofd vergroot de kans op maatschappelijk succes, en een krachtige kaak of smalle ogen passen er niet bij. Volgens die westerse standaard is een vrouwengezicht namelijk knapper als het meer op een baby lijkt.

Psychologen onderzochten die babyfacevoorkeur door met een computer de foto’s van supermooie vrouwen te vermengen met een steeds groter snufje kindergelaat. Slechts enkele proefpersonen prefereerden een foto die honderd procent vrouw was. Het gros viel vooral voor de meest kinderlijke foto in de set: half vrouw, half kind. De mode-industrie heeft dezelfde voorkeur. Het gezicht van topmodel Kate Moss heeft bijvoorbeeld precies de verhoudingen van een kleuter: kleine neus, spitse kin, grote ogen.

Volgens evolutiepsychologen is deze voorkeur voor een babyface universeel. In de oertijd was het voor mannen – in het kader van zoveel mogelijk nakomelingen maken – van groot belang om de vruchtbaarheid van het prehistorisch vrouwelijk schoon goed in te schatten. ‘Jeugdige’ gelaatstrekken waren daarbij een goede indicator, net als een zandloperfiguur. Evolutiepsychologen berekenden dat wanneer de taille van een vrouw 0,7 keer zo breed is als haar heupen, ze niet alleen mooier lijkt maar ook nog een vruchtbaarheidstechnisch gunstiger hormoonspiegel heeft.

Mannen zouden dus te allen tijde en te allen plaatse een evolutionair ingebakken voorkeur voor de zandlopervrouw met babyhoofd moeten hebben. In de praktijk valt dat tegen. Aardlingen die niet zo beïnvloed zijn door het westen, zoals de Hadza-stam in Tanzania, bleken niets te geven om de colaflesjesvormigheid van vrouwen. En dat is teleurstellingsgewijs maar goed ook, want antropologen ontdekten dat in niet-westerse culturen de lage heup-tailleverhouding van 0,7 nauwelijks voorkomt. In Azië zijn grote ogen bovendien zeldzaam.

Door het westerse lichaamsbeeld eerst het stempel ‘universeel aantrekkelijk’ te geven en vervolgens per modeblad wereldwijd te exporteren, krijgen onder andere Zuid-Koreaanse vrouwen een eenheidsworstig schoonheidsideaal opgedrongen dat ze alleen met semi-vrijwillige chirurgische ingrepen kunnen verkrijgen. Dat is niet alleen een droevige zaak, maar ook een bedreiging van wat werkelijk mooi is. Want zoals Darwin, de held van alle evolutiepsychologen, zei: “Als iedereen in dezelfde vorm werd gegoten, zou er niet zoiets zijn als schoonheid.”

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

In 1973 werd Sybil dankzij het gelijknamige boek wereldberoemd als patiënt met een meervoudige persoonlijkheid. Tienduizenden mensen meldden zich met de boodschap: ‘Dat heb ik ook’. Maar ‘Sybil’ had haar stoornis helemaal verzonnen. Wat zegt dat over al die patiënten die zich naar aanleiding van het boek ook lieten behandelen voor dezelfde ziekte?

 

 

‘Hattie spreidde haar dochters benen met een lange houten lepel, bond haar met haar voeten aan die lepel vast en hing haar dan ondersteboven aan het uiteinde van een lichtsnoer aan het plafond. Terwijl het kind daar bungelde, haalde de moeder ijskoud water om de blaas van haar dochter mee te spoelen.’ Dit fragment komt uit Sybil, een boek uit 1973 over een patiënt die in het echt Shirley Mason heet. Shirley groeide op in de jaren twintig en dertig in een klein stadje in het Midwesten van de Verenigde Staten. Een periode waarin ze, volgens het boek, door haar moeder gruwelijk werd misbruikt. Door die vreselijke gebeurtenissen is haar persoonlijkheid gesplitst. Soms is ze zichzelf, soms een van haar zestien alter ego’s. Haar ‘gewone Shirley-ego’ heeft geen bewuste herinneringen aan het misbruik. Maar wanneer ze in de jaren vijftig bij toentertijd internationaal vermaard psychiater Cornelia Wilbur in therapie gaat voor haar aanhoudende emotionele problemen, leert ze haar andere persoonlijkheden en haar ware verleden kennen. Het verhaal heeft een happy end: na jarenlange behandeling door Wilbur verwerkt Shirley haar trauma. Haar persoonlijkheden smelten samen tot een: die van haarzelf. Wilbur neemt daarop het initiatief om Shirleys levensverhaal te laten optekenen, en vraagt in de jaren zestig aan de journalist Flora Schreiber of zij dat wil doen. De drie vrouwen werken samen aan Sybil. Met succes: nadat het boek verschijnt wordt het een internationale bestseller, met wereldwijd meer dan tien miljoen verkochte exemplaren. De televisieverfilming is een klassieker. Op de avond dat hij voor het eerst werd uitgezonden, keek bijna een kwart van de Amerikaanse bevolking.

 

De enorme populariteit van Sybil had gevolgen. Want in het kielzog van de hype meldden zich in Europa en Noord-Amerika tienduizenden mensen met meervoudige persoonlijkheden. Bij de psychiaters kregen ze een warm onthaal. Terwijl Schreiber aan het boek Sybil schrijft, lobbyt Wilbur bij collega-psychiaters voor internationale erkenning voor meervoudige persoonlijkheidsstoornis (MPS) als psychiatrische aandoening. Die erkenning komt in 1980, zeven jaar na het verschijnen van Sybil. Waar pre-Sybil slechts een handjevol gevallen van MPS bekend waren, kwamen er in in de jaren tachtig zoveel nieuwe patiënten met de stoornis bij dat sommigen spraken van een epidemie. Waar kwamen al die patiënten vandaan? Een mogelijke verklaring is dat er altijd al veel mensen met MPS waren, maar dat ze dankzij ‘voorbeeldpatiënt’ Sybil dachten: ‘He, dat heb ik ook. Laat ik naar een dokter gaan.’ Maar met die uitleg is een probleem. In het boek ‘Sybil exposed’ dat in najaar 2011 verscheen, onthult schrijfster Debbie Nathan dat Shirley Masons verhaal van A tot Z was gelogen.

 

We gaan terug naar mei 1958. Shirley, dan 35 jaar oud, was nu al vier jaar bij psychiater Wilbur in therapie om aan haar meerdere persoonlijkheden te werken. Wilburs carriere neemt dankzij de complexe problemen van haar patient een grote vlucht. Dankzij Shirley staat ze nu bekend als internationaal meervoudig persoonlijkheidsexpert. Shirley heeft minder geluk: ze voelt zich na jaren behandeling eerder slechter dan beter. Dus besluitt ze dat er iets moest veranderen. Ze schrijft Wilbur een brief, waarin ze zegt: ‘Ik zal niet zeggen dat er niets mis met me is. Maar het is niet wat ik je wilde laten geloven. Ik heb geen meerdere persoonlijkheden. Eigenlijk heb ik zitten liegen.’ Wilbur weigert deze bekentenis te accepteren. Haar internationale faam als psychiater hangt immers voor een flink deel af van haar behandeling van Shirley en haar bijzondere stoornis. Dus vertelt ze Shirleys dat haar bekentenis een onbewuste poging was om haar genezing te saboteren. Ze laat bovendien duidelijk doorschemeren dat Shirley zonder haar alter ego’s niet meer bij haar in behandeling mag blijven. Die gedachte kan Shirley niet aan. Ze us half verliefd op Wilbur. ‘Ik hou van je en ik zou alles voor je doen’, schreef ze eens aan haar psychiater. Bovendien is Shirley na jaren bijna fulltime in therapie te zijn geweest zowel emotioneel als financieel afhankelijk van Wilbur. Dus voegt Shirley zich wederom in de leugen van de meervoudige persoonlijkheden. Sterker nog: ze gooit er een schepje bovenop. Tot tevredenheid van Wilbur begint ze steeds ernstiger misbruikherinneringen ‘naar boven te halen’. Haar moeder zou lesbische orgieën met jonge tienermeisjes hebben gehouden in het bos en Shirley als klein meisje bijna hebben laten verdrinken in de graansilo van haar vaders schuur. Toen de journalist Flora Schreiber besloot om in samenwerking met Shirley en Wilbur het boek Sybil te schrijven, ontdekte ze vrij snel dat deze zaken nooit werkelijk gebeurd waren. Zo was er in het geboortedorp van Sybil helemaal geen bos. Bovendien was vaders schuur in werkelijkheid meer een kolenhok, dus beslist te klein voor een graansilo. Toch schreef Schreiber het boek, omdat het ‘emotioneel waar’ was. En dat was voor haar goed genoeg.

 

Mensen die in de jaren zeventig in de psychiatrie werkten, herinneren zich nog goed hoe de Sybilstorm losbarstte. ‘De Nederlandse vertaling van het boek kwam uit, en daarna begonnen ze binnen te komen, de mensen met meerdere persoonlijkheden. En niet enkele, maar echt met tientallen tegelijk’, vertelt een voormalig verpleegkundige. Nou is zo’n plotselinge opkomst van een aandoening die op dat moment veel in de media is geen onbekend verschijnsel. In 1967 bijvoorbeeld, waarschuwden kranten in Singapore dat er een uitbraak was van koro nadat verscheidene mensen varkensvlees hadden gegeten van een big die was ingeënt tegen varkenspest. Koro is een psychologische aandoening waarbij de patiënt denkt dat zijn penis zich zal terugtrekken in het lichaam, met bijbehorende paniek en angst om dood te gaan. Na de alarmerende krantenberichten kregen honderden Singaporezen koro. De epidemie werd pas een halt toegeroepen toen diezelfde kranten uitgebreid artsen begonnen te citeren die zeiden dat koro het gevolg was van angst, niet van besmet varkensvlees.

 

De koro-uitbraak in Singapore staat in de studieboeken als een klassiek geval van massahysterie. Zou er met de ‘uitbraak’ van meervoudige persoonlijkheden hetzelfde aan de hand kunnen zijn? Sommige wetenschappers denken van wel. Zij gaan ervan uit dat MPS geen echte psychiatrische aandoening is, maar een modeziekte. Hersenonderzoek steunt die lezing. Het brein van iemand met MPS is abnormaal op dezelfde plekken als waar het brein van een Londense taxichauffeur of geoefende muzikant verschilt van een gewoon brein, schrijft Debbie Nathan. Bij die laatste twee groepen neemt men aan dat hun ‘afwijking’ komt doordat ze supergetraind zijn in het onthouden van grote hoeveelheden ingewikkelde informatie, zoals het stratenplan van Londen of complexe muziekstukken. Dat de hersenen van iemand met MPS er net zo uit zien, is een aanwijzing dat deze patiënten bewust of onbewust experts zijn geworden in het onthouden van het wel en wee van al hun alter ego’s. Iets wat natuurlijk niet zou hoeven als er echt meerdere personen in iemands hersenpan zouden huizen.

 

Dat meervoudige persoonlijkheidsstoornis een modeziekte is, wil niet zeggen dat de mensen die eraan lijden kwaadwillende leugenaars of fantasten zijn. In haar bekentenisbrief aan dr. Wilbur maakt ook Shirley duidelijk dat ze wel degelijk ernstige psychische problemen heeft: ‘Ik probeerde je te laten zien dat ik voelde dat ik hulp nodig had.’ Dat mensen een modeziekte hebben, en zelfs mensen als Shirley die een stoornis bij elkaar verzinnen, lijden echt. Verschillende wetenschappers kwamen tot de conclusie dat mensen die psychisch in de moeilijkheden zitten, volledig onbewust de neiging hebben om hun nood in een vorm te gieten die hen verzekerd van hulp. Journalist Ethan Watters schrijft hier in zijn boek Crazy like us over. Elke cultuur heeft wat hij noemt een symptom pool; een collectie stoornissen die als echt en ernstig te boek staan, en die dus garanderen dat degene die eraan lijdt aandacht en indien mogelijk genezing krijgt. Deze theorie verklaart hoe stoornissen kunnen komen en gaan. Vandaag de dag lijdt er bijvoorbeeld niemand meer aan hysterie, terwijl het aan het eind van de negentiende eeuw heel gebruikelijk was dat psychische nood die vorm aannam, inclusief spontane verlamming en kronkelen met het lichaam. Watters geeft ook een moderner voorbeeld van een ziekte die plotseling opkwam en afnam. Aan het begin van de jaren negentig ging in de media het hardnekkige gerucht dat prinses Diana leed aan boulimia, een stoornis met enorme eetbuien van voedsel dat daarna weer uitgebraakt of weggelaxeerd wordt. In dezelfde periode, zo schrijft Watters, zie je dat het aantal mensen met boulimia enorm stijgt. Na 1997, het jaar dat de prinses overleed, nam het boulimiapatiënten even hard af.

 

Er zijn ondertussen bijna dertig jaar voorbij sinds Sybil verscheen. Hoewel karakters met meervoudige persoonlijkheden nog steeds nu en dan voorbij komen in films en televisieseries is de echte hype overgewaaid. Zoals verwacht is daarmee het aantal mensen met alter ego’s ook flink afgenomen.Wat rest is het verhaal van hoe een gewetenloze psychiater met behulp van een mediahype een nieuwe psychiatrische stoornis creëerde op basis van leugens en bedrog. Het heeft maar weinig mensen goed gedaan, en zeker haar patiënt Shirley niet. Na haar ‘genezing’ in 1965 ging toen 42-jarige Shirley aan de slag als kunstdocent aan het kleine Rio Grande College in Ohio. Ze had het naar haar zin en voelde zich gelukkig. Helaas voor haar lekte kort na het verschijnen van het boek Sybil haar werkelijke identiteit uit. Ze zag zich gedwongen haar baan en vriendschappen op te geven, en begon een soort semi-kluizenaarsbestaan waarin ze vrijwel elke dag doorbracht in het huis van haar ‘levensgezel’ Wilbur. Ze verzorgde Wilbur nadat die in 1992 een beroerte kreeg. Zes jaar nadat haar psychiater en vriendin gestorven was, kreeg Shirley te horen dat ze zelf uitgezaaide borstkanker had. Ze besloot zich niet te laten behandelen en stierf in 1998, in armoede en zonder vrienden of familie om zich heen.

 

Meer lezen:

 

Ethan Watters. Crazy Like Us: over de innige verhouding tussen cultuur en psychiatrie. Free Press, New York, 2010.

 

Debbie Nathan. Sybil Exposed: hoe het echt zat met ’s werelds meest beroemde patient met meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Free Press, New York, 2011.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Is een budget van 50 per week genoeg om echt gezond te eten?

Afgelopen dinsdag schreef ik in mijn Trouw-column (link: http://www.trouw.nl/tr/nl/8367/Asha-ten-Broeke/article/detail/3083285/2011/12/20/Ongezond-eten-is-niet-alleen-een-keuze.dhtml) dat een bijstandsmoeder met drie kinderen ongeveer 50 euro per week te besteden heeft aan eten en dat het daarvoor niet mogelijk is om echt gezond te eten. De reacties vielen uiteen in twee groepen. Bijstandsgerechtigden lieten me weten dat ze die 50 euro een vrij ruime schatting vonden – als je kleine kinderen hebt die snel uit hun kleertjes groeien is het ondanks de kinderbijslag aanzienlijk krapper en in de schuldhulpverlening moet je het, ook met kinderen, met maximaal 30 euro doen, en daar moet ook nog wc-papier, afwasmiddel en waspoeder van worden gehaald. Aan de andere kant waren er mensen die zelf een vrij ruime beurs hebben, en die mijn suggestie dat je van 50 euro per week niet gezond kunt eten bespottelijk vonden. Er is immers de markt, de Aldi en Lidl, Euroshopperproducten, aanbiedingen. En daarmee lukt het best.

Ik heb het idee dat hoogopgeleide, goedverdienende Nederlanders – zoals de reageerders, en zoals ondergetekende – niet meer precies weten wat eten eigenlijk kost als je het zo zuinig mogelijk moet aanpakken. Zelf hoef ik me al sinds mijn studententijd geen zorgen meer te maken dat ik aan het eind van mijn geld een stukje maand overhoud, en het leek me dus informatief om eens op onderzoek uit te gaan naar de vraag wat echt gezond eten nu kost als je het zo goedkoop mogelijk moet inslaan.

Gezond definieer ik hier als: volgens het advies van het Voedingscentrum. Daar heb ik opgezocht wat mijn voorbeeldgezin elke week zou moeten eten volgens de Schijf van Vijf en aanverwante aanbevelingen. Dit is de lijst die daaruit kwam, per dag en per persoon:

– Vijf a zes sneetjes volkorenbrood met dieethalvarine
– 2 stuks fruit
– 30 gram kaas (anderhalve grote plak)
– 200 tot 250 ml melk (halfvol of mager)
– 200 tot 250 ml magere yoghurt
– 100 gram mager vlees, kip, vis of vleesvervanger (waarvan minstens 2 a 3x per week vis, waarvan minstens 1x per week vette vis als zalm of makreel)
– 200 gram aardappels, zilvervliesrijst of volkorenpasta
– 200 gram groente

Om ons te helpen om aan deze behoefte te voldoen, geeft het Voedingscentrum verantwoord dagrecepten. Nu had ik in mijn column al vastgesteld dat de receptkaarten van de Albert Heijn schrikbarend duur uitvallen: je bent voor vier personen zo’n 92 euro kwijt als je alle recepten van de Appie opvolgt. Dat is voor ons voorbeeldgezin dus beslist geen optie.

Het Voedingscentrum doet dat beter. Het recept van vandaag (pastinaak met komijn, ribkarbonades en aardappeltjes) maak je voor vier personen voor ongeveer 8 euro, mits je de pastinaak op de markt haalt en de karbonades bij de Aldi. Het dagrecept van morgen (tofu met sojasaus, honing, met witte kool, mihoen en kerrie) maak je voor 6 euro (waarbij ik ervanuit ga dat je niet speciaal voor die ene gelegenheid kerrie, sojasaus en honing hoeft te halen en dat je de mihoen bij de toko koopt). Deze twee recepten lijken representatief voor wat het Voedingscentrum op dit vlak te bieden heeft, hoewel ik erbij moet zeggen dat de ‘vette visdag’ duurder uitpakt omdat dit soort vissigheid nu eenmaal meer aan de prijs is dan varkensvlees of tofu. Het lijkt me een faire aanname dat een avondmaal voor vier personen volgens een recept van het Voedingscentrum in totaal gemiddeld zo’n 7,50 euro kost. Voor de hele week is ons voorbeeldgezin iets meer dan 50 euro kwijt om de hele week gezond te dineren.

Niet slecht. Maar het budget van maximaal 50 euro is nu wel op, en we hebben nog geen ontbijt, lunch of tussendoortjes gekocht. Mensen in de schuldhulpverlening zijn op deze manier bovendien budgetair gezien reddeloos verloren.

Dat roept de vraag op: kan het even gezond, maar goedkoper? Ja, dat kan. De goedkoopste manier om eten te halen is, volgens mijn steekproef, als volgt:
– Op de markt haal je seizoensfruit. Vandaag kon je er voor 1 euro een zak met 10 appels, peren of mandarijnen halen.
– Groente uit de vriezer (Aldi, Lidl of Euroshopper, dat ontloopt elkaar gemiddeld bijna niks. Vriezergroente is trouwens goedkoper dan groente van de markt, op een enkele superaanbieding na. Deze week kon je bij ons op de markt bijvoorbeeld een zak prei halen voor 1 euro. De rest van de groente was duurder dan de diepvriesvariant).
– Vlees en vis haal je het best uit de vriezer of aanbieding. In mijn voorbeeldweek komt alles uit de vriezer, behalve het magere rundergehakt, dat was in de aanbieding.
– Zilvervliesrijst is ook van het merk Euroshopper te koop. Volkorenpasta helaas niet, dus dat kocht ik van het AH eigen merk (Aldi en Lidl hebben beide bij mijn weten niet in het assortiment). Aardappels kun je halen waar je wilt, qua prijs maakt het weinig uit, zolang je maar geen voorgesneden, voorgeschilde dingen haalt, maar gewoon zo’n zak zelf te schillen zanderige piepers.
– Kaas, halvarine, zonnebloemolie en vloeibare margarine zijn allemaal in Euroshoppervariant of bij Aldi of Lidl verkrijgbaar.
– Melk is het goedkoopst in gesteriliseerde (houdbare) variant. Geen verse melk dus. Tussen Aldi, Lidl en Euroshopper zijn wederom alleen minimale verschillen. Dat geldt ook voor de magere yoghurt, behalve dan dat die alleen in verse variant te verkrijgen is (tenzij je er anderhalf stukje fruit en heel veel suiker bij wilt, maar dat is dan weer niet zo gezond)
– Volkorenbrood koop je het beste bij de Lidl, daar kost het zo’n 0,80 cent.

Voor allesbehalve het avondeten (dus brood, kaas, fruit, halvarine, olie, vloeibare margarine, melk, yoghurt) is ons voorbeeldgezin van een volwassene en drie kinderen elke week zo’n 23 euro kwijt.

Dan het avondeten. Deze week aten we volgens de voorschriften van het Voedingscentrum: Dit is het goedkoopste menu dat ik op basis van bovenstaande steekproefsgewijs verzamelde wijsheid kon samenstellen dat aan alle eisen voldeed:
– Maandag: zalm met zilvervliesrijst en spinazie (prijs voor vier personen: iets minder dan 7 euro)
– Dinsdag: kip met volkorenpasta en sperziebonen (5,70 euro)
– Woensdag: kabeljauw met aardappels en rode kool met appeltjes (4,25 euro)
– Donderdag: kip met aardappels en verse prei (4 euro)
– Vrijdag: tofu met volkorenpasta en sperziebonen (3,50 euro)
– Zaterdag: mager rundergehakt met stamppot van aardappels en boerenkool (5,60 euro)
– Zondag: een kerstmaal van garnalen met zilvervliesrijst en spinazie (5,75 euro)

De totale prijs van dit ‘bodemweekmenu’ voor ons voorbeeldgezin is iets meer dan 35 euro. Dat is aanzienlijk minder dan het budget dat je nodig hebt om volgens de recepten van het Voedingscentrum te knagen – een aanzienlijk minder dan ik zelf elke week uittrek voor mijn boodschapjes. Dat laatste is ook logisch. Want deze voor mij volkomen normale producten eet ons voorbeeldgezin namelijk allemaal niet: afgezien van de anderhalve plak kaas is er geen broodbeleg behalve halvarine (hoewel je natuurlijk je fruit op brood kunt doen), ze drinken naast de melk alleen maar water (dus geen thee en geen koffie), er zit geen saus bij de rijst of de pasta, geen kruiden over het vlees et cetera.

We kunnen het er denk ik over eens zijn dat we met bovenstaande zaken alleen het minimale aan gezonde voeding hebben ingeslagen. Maar spijtig genoeg blijkt het budget van 50 euro niet voldoende te zijn: de 35 euro voor het avondeten samen met de 23 euro die ons voorbeeldgezin nodig had voor brood, fruit, melk et cetera komt het totaal op 58 euro, dus 8 euro meer dan ze eigenlijk te besteden hadden.

Ter vergelijk: als ons voorbeeldgezin elke dag van de week een bord friet en twee frikandellen had gegeten, dan waren ze – inclusief het frituurvet – voor de hele week aan avondeten geen 35 maar 17 euro kwijt geweest. Voor het luttele bedrag van 1,63 euro haal je namelijk 2,5 kilo Euroshopperfriet uit de vriezer, en voor 1,69 euro heb je daar een whopping twintig Euroshopperfrikandellen bij. Zelfs als onze bijstandsmoeder plus drie kinderen dan de rest van de dag heel gezond volkorenboterhammen en fruit hadden gegeten, waren ze met 17 + 23 = 40 euro nog ruim binnen budget gebleven, en was er geld geweest voor een koekjes, koffie en misschien wel iets leuks voor de kinderen.

De eindconclusie van mijn ochtendje shoppen en middagje rekenen is dus treurig: een bijstandsuitkering geeft onvoldoende budget om echt gezond te eten, maar zelf te frituren junkfood kun je er met gemak van betalen.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

3 december 2011:

Zwarte Piet staat weer ter discussie, dit jaar meer dan ooit. Steeds meer gekleurde Nederlanders voelen zich door het Sinterklaasfeest gediscrimineerd. Zwarte piet zou een karikatuur zijn van een zwarte slaaf. Een groep Surinaamse en Antilliaanse organisaties pleitte eerder dit jaar voor de totale afschaffing van het Sinterklaasfeest. Heeft Zwarte Piet zijn langste tijd gehad? Of zijn de criticasters zeurpieten en moeten ze zich niet bemoeien met een oer-Hollands onschuldig kinderfeest. Met – naast ondergetekende – o.a. Quinsy Gario en Akwasi Ansah.

De uitzending is hier terug te kijken.

Schermafdruk 2014-10-02 17.50.31

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.