dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Blanke mannen zijn een hobby van me. Vooral neoliberale exemplaren, met hun motto ‘ieder voor zich en de vrije markt voor ons allen’ vind ik mateloos interessant. Ze vormen in ons land een soort stam, net als de Aka-pygmeeën in Afrika, maar dan langer, met meer macht, en voor iemand met een beperkt reisbudget aanzienlijk gemakkelijker in het wild te bestuderen. Dat bestuderen gebeurt nog veel te weinig. Als groep gaan ze – in tegenstelling tot ‘de vrouw’ en ‘de allochtoon’ – slechts zeer zelden onder het vergrootglas, aangezien de blanke man in onze cultuur al honderden jaren de norm is.

Hoog tijd dus om deze stam en haar collectieve eigenaardigheden nader antropologisch te beschouwen. Het diversiteitsdebat is een boeiend beginpunt. Afgelopen vrijdag schreef Trouw uitgebreid over het treurig kleine aandeel allochtone bestuurder in Haagse maatschappelijke organisaties. Toch greep PVV-raadslid Machiel de Graaf dit gegeven aan om te melden dat wat hem betreft “diversiteit per definitie gelijk staat met discriminatie.” Diversiteitsmaatregelen zorgen er namelijk voor dat die arme witte kerels bij gelijke geschiktheid het onderspit delven. Er zijn zelfs blanke mannen die zichzelf daarom “de nieuwe minderheid” noemen. Waarom zo verongelijkt?

Voor de neoliberale blanke man is diversiteitsbeleid een bedreiging van zijn natuurlijke habitat: de vrije markt. Deze stam gedijt daar van nature goed, juist omdat zij als enigen niet gehinderd worden door discriminatie, onbewuste vooroordelen en stereotypen. Niemand die hen op verdenking van het zijn van een kutmarokkaan of een hysterisch vrouwmens een baan of promotie ontzegd. Of zoals E-Quality-directeur Joan Ferrier zei: “Er heerst met dit kabinet te veel een sfeer van: ‘Wees flink, doe mee, (..) dan kom je er vanzelf’. Zo werkt het voor de witte man van de middengroep. Maar niet voor al die anderen.”

Mijn favoriete stam ziet daar niet zo’n been in. Ze kijken nu eenmaal anders tegen de wereld aan. Psycholoog Paul Slovic ontdekte bijvoorbeeld dat blanke mannen risico’s consequent lager inschatten dan vrouwen of zwarte mannen. Roken? Luchtvervuiling? Klimaatverandering? Blanke mannen maken zich er gemiddeld minder zorgen over dan de rest. Dit is overigens geen obscuur resultaat: het blanke-mannen-effect is in vele onafhankelijke studies aangetoond.

De risicovertekening komt vooral voor bij individualistische, anti-egalitaire mannen. Volgens Slovic komt dit doordat hun status goeddeels afhangt van het negeren van maatschappelijke narigheid. Wie tonnen verdient bij Shell, zal zijn gedachtegoed daarop aanpassen: leve de vrije markt, weg met die klimaatveranderingsflauwekul. Voor wie macht wil, is discriminatie tegengaan minder belangrijk dan het feit dat diversiteitsbeleid een obstakel is op weg naar de top.

Helaas zijn het zelden de rechtse blanke mannen zelf die de prijs betalen voor het negeren van reële risico’s en onrecht. Totdat ze bij gelijke geschiktheid worden gepasseerd voor een vrouw of allochtoon. Ik wil mijn hobbystam dan ook graag adviseren hierover niet meer te jammeren, maar in plaats daarvan eens echt te voelen hoe rot het is om geen kans te krijgen in de oeps-toch-niet-voor-iedereen-vrije markt. Geen neoliberaal die daar niet van opknapt.

 

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.