Het begint met lichte koorts, en opgezette klieren in de hals. In de neusholte, en soms ook in de keel en luchtwegen, ontstaat een grijze aanslag. Dat maakt slikken en ademhalen lastig. De bacteriën die deze problemen veroorzaken, laten ook gifstoffen los op het lichaam. Als die in de bloedbaan terechtkomen, kunnen ze het hart, de longen of de nieren aantasten. Er kan onomkeerbare zenuwschade optreden, met spierzwakte of verlamming. Behandeling is mogelijk, maar niet altijd succesvol. Wanneer de ziekte de organen of zenuwen bereikt, of het ademhalen zeer bemoeilijkt, kan ze dodelijk zijn.
Ik neem het u niet kwalijk als u niet meteen weet welke ziekte dit is; ik moest het ook opzoeken. Het gaat om difterie – een hoogst ongezellige aandoening die in ons land nauwelijks meer voorkomt, met dank aan het rijksvaccinatieprogramma. En toen ik erover las, dacht ik: ik hoop van harte dat dat zo blijft.
Gerust ben ik er niet op. Ik hoor de laatste jaren op het schoolplein steeds meer ouders vertellen dat hun kleine kadetjes ‘vaccin-vrij’ door het leven gaan. Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat dit een trend is, schreven Hidde Boersma en Annemiek Verbeek afgelopen zaterdag in Sir Edmund. Zo verwacht de uitvoerder van dat rijksvaccinatieprogramma, het RIVM, dat straks niet tien maar twintig procent van de ouders zal twijfelen over inenten of niet.
Volgens Boersma en Verbeek zijn niet-prikkers vooral hoogopgeleide moeders en vaders, van die bewust levende onbespoten-komkommer-types, wars van autoriteit – mensen zoals ik, dus. Ze voelen zich ongemakkelijk in de moderne maatschappij, waar een onbetrouwbare overheid samen met het grootkapitaal de scepter zwaait en de planeet langzaam maar zeker om zeep helpt. Ze vinden het belangrijk om in die smerige, onnatuurlijke wereld hun lichaam en dat hun oempaloempa’s gezond en puur te houden. En vaccins – het product van de gecombineerde schurkigheid van die overheid en de farmaceutische miljardenindustrie – zijn allesbehalve zuiver. Volgens niet-prikkers bevatten ze allerlei schadelijke stoffen die ernstige bijwerkingen kunnen veroorzaken, en in hun afweging zijn vaccins daarom veel riskanter dan de infectieziekten die ze uitbannen.
Het is niet dat deze ouders ongeïnformeerd zijn. Sterker nog: velen hebben zich langdurig in het onderwerp verdiept. Maar helaas negeren ze het feit dat er, qua schadelijke stoffen, meer kwik in een broodje tonijn zit dan in een vaccin, en meer formaldehyde in een peer dan in een prik. Of dat de bijwerkingen zelden of nooit ernstiger zijn dan een pijnlijke arm en een enkele keer hoge koorts. Wetenschap is voor hen ook weer zo’n vage, oncontroleerbare autoriteit, die je beter met argwaan kunt benaderen.
Nou is die argwaan niet geheel misplaatst; zeker in farmaceutische kringen wordt er ter winstcijfer-spekking weleens gerommeld met resultaten. Maar de werkzaamheid van vaccins is geen half-frauduleus twijfelgevalletje. Vaccins hebben in India polio uitgeroeid. In de Verenigde Staten hebben ze gezorgd dat het aantal doden aan de mazelen, polio, rode hond, en bof met honderd procent is afgenomen. In Nederland zijn ze de reden dat er niet meer elk jaar 100 tot 10.000 mensen aan difterie sterven, maar nul.
De ongeschreven spelregels van de vaccinatiediscussie vereisen dat ik nu lippendienst bewijs aan het recht van iedere ouder om een eigen keuze te maken, en dat ik iets zeg over individuele afwegingen en respect daarvoor. Maar dat ga ik niet doen. Want al deel ik de zorgen over de moderne maatschappij, ik heb geen begrip voor mensen die denken dat het riskeren van stikkende kinderen met orgaanfalen een intelligente keuze is voor een pure manier van leven, of een zinnige vorm van verzet tegen kapitalistische snoodaards assorti.
Vaccineren doe je namelijk niet alleen voor je eigen kind, maar ook voor de groepsimmuniteit. Als bijna iedereen ingeënt is, kan een ziekteverwekker zich niet verspreiden – en dat beschermt de allerkwetsbaarsten, zoals kinderen die te piep of te ziek zijn voor een prik. Daarmee is het vaccineren van je nageslacht, naast jofel voor je eigen vrucht, ook een morele plicht. Dat steeds minder mensen dat zo voelen, is een trend waarvan ik hoop dat hij niet doorzet. Maar doet hij dat wel, dan zit er maar één ding op: de overheid moet vaccineren verplicht maken. Groepsimmuniteit is te belangrijk voor de volksgezondheid om over te laten aan wetenschapsnegerende twijfelaars. Want anders begint het straks weer met lichte koorts, en opgezette klieren in de hals.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.