dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Het is altijd een druppel die de emmer doet overlopen. Of, in dit geval: een tweet. Dinsdagochtend twitterde ik iets over wetenschap: uit een studie van Britse fysiologen zou blijken dat een warm bad nemen gezondheidsvoordelen heeft die vergelijkbaar zijn met sporten. ‘Ik wil zo graag dat dit waar is :)’, zei ik.

‘Nu nog iemand die t lef heeft om u er in te rollen’, antwoordde ene Arie. Hashtag #doktershandschoenen.

Meestal laat ik dit soort opmerkingen van me afglijden. Ach, je vindt me vadsig en onaanraakbaar? Geen probleem. Misselijkmakende internethaat is al jaren gewoon onderdeel van mijn werkweek – mijn digitale huid is inmiddels van zo’n hoge kwaliteit teflon dat Rutte er jaloers op kan zijn. Als ik in een vrolijke bui ben, maak ik er slechte grapjes over. ‘Goed nieuws, mensen: trollen worden steeds beschaafder. Ze zeggen nu al ‘u’ tegen me.’ Zoiets.

Maar deze keer lukte dat niet. Arie was dan ook niet het eerste fuifnummer dat zijn gezelligheid met me kwam delen. Sinds ik op twitter en in de Volkskrant kritiek uitte op Thierry Baudet is het bal. Nou had ik Baudet ook wel een verkrachtingsverheerlijkende fascist genoemd. Potige woorden, en ja, wie uitdeelt moet ook bereid zijn om te ontvangen. Maar de niet-aflatende stroom woordenpoep die me ten deel viel was zelfs voor mij als drekveteraan bijna teveel.

‘Grote dikke lafbek.’
‘Rancuneuze naziblob.’

De waarheid is dat ik niet eens boos was toen ik over Baudet schreef. Geschokt door zijn verkiezingssucces, dat wel. Een beetje misselijk, misschien. Ik vond mijn typering zelf tamelijk feitelijk. In een essay op The Post Online had hij immers jongemannen aangeraden om zich een ‘brute, mannelijke natuur’ aan te meten, en daarbij een vrouwelijk nee tegen seks of haar weerstand niet te respecteren, maar in plaats daarvan vrouwen te ‘overheersen’ of ‘overmannen’. Dat willen vrouwen graag, aldus Baudet.

‘Zuur feministisch gedrocht.’

Ondanks weerstand toch overmannen – daar is een woord voor. En ik denk niet dat ik de enige vrouw ben die seksueel geweld heeft meegemaakt en bij het lezen van Baudets woorden dacht: dit is hem. Dit is het type man waarvoor ik altijd bang ben.

‘Waar haal je überhaupt het gore lef vandaag om zoiets op te schrijven? Hoe kan het dat zulke figuren vanaf een zeepkistje ongeremd mogen schelden, spugen en schreeuwen? Waarom corrigeert niemand deze agressieve, kapotverwende, ten diepste pathetische onvolwassen?’

Dinsdagavond zat Thierry Baudet bij RTL Late Night, en ontkende hij dat hij het zo had bedoeld. Hij wilde nooit goedpraten dat je iets tegen iemands wil doet. Vreselijk vond hij dat. Zijn essay, zo maakte ik daaruit op, moeten we blijkbaar opvatten als een soort lockerroom banter.

‘Je zou je hond nog niet op Asha zetten.’

Fascisme kwam ook ter sprake. Humberto Tan vroeg Baudet naar zijn waarschuwing voor de ‘homeopathische verdunning’ van de Nederlandse bevolking door andere volkeren. Hij zou zijn woorden nu anders hebben gekozen, zei Baudet. En we moesten begrijpen dat deze opmerking niets te maken had met etniciteit of ras, maar enkel met cultuur. Toch zei hij in 2015 op Amsterdam FM: ‘Ik wil graag dat Europa dominant blank en cultureel blijft zoals het is.’ Wat was dat dan? Nog meer kleedkamerpraat? Je zou denken dat een intellectueel zalmneusje als Baudet in staat is om zijn woorden met meer zorg te kiezen.

‘Vette zure linkse sneugleuf.’

Het is verbijsterend hoe sterk je moet zijn om als vrouw je mening te uiten. Ik ben niet altijd sterk. Soms kan ik niet tegen haat. Misschien is dat ook wel goed, bedacht ik me, terwijl ik dinsdag twitter uitzette. Ik kan nog geraakt worden. Dat is eigenlijk niet iets dat je kwijt wilt raken – zelfs niet als je een feministische teflon-columnist met overgewicht bent.

‘Ten Broeke is Pools voor aseksuele plofkip’, twitterde een anoniempje. Maar ik was er even niet. Ik nam een lekker warm bad.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Er was een ballenbak met twaalf gillende kleuters voor nodig om Trump, Wilders, LePen en kornuiten uit mijn gedachten te verdrijven. Even was er in mijn hoofd geen plaats voor angstzaaiende volksmenners, maar enkel voor bekertjes ranja en zoekgeraakte schoenen. Langzaam voelde ik mijn schouders een paar centimeter zakken. Mijn armen en benen werden minder zwaar. De angstbal die al maanden in mijn buik zit, liet zich voor het eerst in lange tijd wat wegzuchten. De kleuters schreeuwden en deden een spelletje waarbij er iemand ‘krachten’ had om de anderen mee te bevrijden (of zoiets).

Ik zat aan de rand van de ballenbak, en ik dacht: ik zou me in dit kleine leven kunnen verstoppen. Dit zou vanaf nu mijn wereld kunnen zijn. Ik zou kunnen leren om zelf frambozenjam te maken, alleen mijn eigen dak kunnen repareren, en die hele politieke soepzooi kunnen laten voor wat het is. Ik zou me kunnen aansluiten bij het deel van de Nederlanders dat geen slapeloze nachten heeft over naderend onheil assorti, maar vrolijke Efteling-selfies maakt, en zich verheugt op de nieuwe verfilming van Beauty and the Beast. Het deel dat ook wel piekert, alleen niet over hoe waarschijnlijk een Derde Wereldoorlog is, maar over de aanschaf van een nieuwe lederen hoekbank.

Deze gedachte, de hele notie dat ik me zou kúnnen terugtrekken, is natuurlijk een privilege. Ik kan deze ideeën alleen koesteren omdat ik wit ben, geen moslim, evenmin joods, een Nederlands paspoort heb, en op papier kan doorgaan voor hetero omdat ik toevallig getrouwd ben met een man. Op dit moment knaagt er nog niemand superactief aan mijn mensenrechten – al is het natuurlijk wel balen dat ik een vrouw ben.

Het is ook balen dat ik, een paar uur na het verlaten van de ballenbak, alweer bevangen werd door allerlei lastige idealen die onverenigbaar zijn met ontsnappingsfantasieën, zoals solidariteit en een diepe behoefte aan rechtvaardigheid. In mijn hoofd hoor ik Martin Luther King: ‘In the end, we will remember not the words of our enemies, but the silence of our friends.’ En John Stuart Mill: ‘Bad men need nothing more to compass their ends, than that good men should look on and do nothing.’

Shit, denk ik dan: ik wil ook goed zijn. En geen stille vriend. Ik wil niet niets doen.

Het is een sentiment dat – getuige de massale demonstraties van de afgelopen werken – door velen gedeeld wordt. Maar soms ook heel opvallend niet. Zo kwam RTL-Z-presentator Roderick Veelo vorige week met een column: ‘Anti-Trump gekte grenst aan psychose’. Protesten tegen Trump beschreef hij als ‘haat’ en ‘hysterie’. Hij plaatste ‘voortdurend waarschuwen tegen Trump’ tegenover ‘helder zien’, alsof het een het ander uitsluit.

Nog een voorbeeld, dinsdag in deze krant. Redacteur en commentator Hans Wansink betoogde dat het populisme van Trump en kornuiten geen fascisme mag heten, en vond het daarbij nodig om satire over Trump ‘demonisering’ te noemen, wetenschappers te verwijten dat ze zich meer lieten leiden door ‘zorgen en angsten’ dan door ‘waarneembare verschijnselen’, en te stellen dat ‘politiek correcte media en wetenschappers’ fascisme ‘maar al te graag van stal halen’.

Nu zou Wansink nog best een punt kunnen hebben over de fijnere nuances van de exacte definitie van fascisme. Maar laat me als één van Neerlands meest politiek-correcte columnisten zeggen ik nooit – nóóit – ‘graag’ over fascisme schrijf. Ik zie het als bittere noodzaak. Liever zou ik jam maken.

Het bevreemd me soms dat mensen als Wansink en Veelo hun eigen standpunt niet extreem vinden. Ik vermoed dat ze zichzelf zien als het ‘gematigde midden’; een plek die momenteel overbevolkt wordt door met name witte mannen, die blijven doen alsof zij dé Stem der Rede vertegenwoordigen, alsof alleen zij de feiten in het snotje hebben, terwijl de lui die zich verzetten tegen Trump & co maar een irrationeel clubje zijn. Ze lijken te vergeten dat ook hun kijk op de gebeurtenissen gekleurd wordt door hun maatschappelijke positie. Ze vergeten dat hun privileges maken dat zij zaken als populisme en fascisme afstandelijk kunnen analyseren. Dat het een privilege is om de angst niet te voelen.

Ze zitten zonder buikpijn naast de ballenbak – terwijl de rest van de speeltuin in de fik staat, en de mensen die zij psychotisch, hysterisch en politiek-correct noemen uit alle macht de brand proberen te blussen – en realiseren zich niet wat een voorrecht dat is.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Ik ben geen boze witte man. En dat is jammer, want als je een boze witte man bent, dan willen allerlei politici tegenwoordig graag naar je onderbuik luisteren. ‘De afgelopen jaren hebben we alles wat uit de onderbuik kwam heel snel weggezet als fout, terwijl het soms gaat om hele reële zorgen van mensen’, zei PvdA-staatssecretaris Sharon Dijksma vorige week op Nu.nl. Ze verwees daarbij naar mensen die ooit in een fijne volkswijk woonden, waar vroeger Nederlands maar nu Berbers, Arabisch of Turks wordt gesproken. ‘Dan kan ik mij echt wel voorstellen dat mensen die daar oorspronkelijk vandaan komen zich soms verloren voelen in die wijk.’ Ik maak hier uit op dat de boze/bezorgde onderbuik niet alleen wit is, maar ook wat rechts en xenofoob, en dat daar begrip voor moet zijn.

Dit is natuurlijk al langer aan de hand. Sinds Pim Fortuyn langskwam en links zich een electoraal hoedje van formaat schrok, voelen progressieve politici zich sterk aangetrokken tot het leed van de rechtsdragende burger. Zo zeer zelfs, dat ik me inmiddels als trouwe linkse kiezer een beetje vergeten voel. Want als rechts luistert naar rechtse onderbuiken, en links luistert naar rechtse onderbuiken, wie luistert er in Den Haag dan naar die van mij?

Het zal mijn onderbuik bijvoorbeeld worst wezen dat er in mijn wijk ook Turks wordt gesproken. En mijn onderbuik maakt zich wel zorgen over armoede, toenemende sociale ongelijkheid en de afbraak van onze verzorgingsstaat, maar voelt vooralsnog geen enkele behoefte om vluchtelingen of Nederlanders van kleur daarvan de schuld te geven.

Integendeel: mijn onderbuik zou heel graag willen dat linkse politici zich wat meer om deze groepen zouden bekommeren. Neem die vluchtelingen. Mijn brein herinnerde mijn onderbuik er onlangs aan dat Diederik Samsom begin dit jaar sprak over een luchtbrug tussen Turkije en Europa. Wel vierhonderd vluchtelingen per dag moesten er worden overgebracht. Zijn deal met Erdogan ging door, maar toen ik het een paar weken geleden navroeg, stond de Nederlandse teller op 255 ingevlogen asielzoekers. Mijn onderbuik wil graag dat linkse politici daar pisnijdig van worden, en eisen dat we vandaag nog alle zeilen bijzetten om zoveel mogelijk vluchtelingen op te halen. Ik zou bijna blind mijn linkse stem geven voor één keer een ferm ‘wir schaffen das’.

Mijn onderbuik geeft ook om vluchtelingkinderen. The Guardian publiceerde een paar maanden geleden over twee Afghaanse neefjes, die toen al tien maanden overleefden in Calais. Ze probeerden bij hun oom in Groot-Brittannië te komen, maar mochten dat land niet in. Ze waren vies, hongerig, en werden beschoten door de Franse politie. ‘Ik ben hier gek geworden’, zei de oudste. In 2015 waren er maar liefst 90.000 zoals zij, las ik: kinderen die zonder hun ouders of andere volwassene asiel zochten in Europa. Mijn onderbuik wil dat politici zeggen: onze prioriteit is om deze kinderen zo snel mogelijk bij hun familie te krijgen. En als ze geen familie hebben in Europa, dan halen we ze op en zorgen we voor ze. Onmiddellijk. Allemaal. Met liefde.

Mijn onderbuik wil dat politici een hart hebben. Niet alleen voor vluchtelingen, maar ook voor de mensen die nog in Syrië zitten. De afgelopen dagen twitterden burgers in Aleppo over bommen en hun naderende dood, terwijl Assads leger en geallieerde milities al executerend oprukten in de stad. Onze lijsttrekkers assorti twitterden ook: over de groenste politicus van het jaar, over puppyfraude met vaccinboekjes, over zoutvaatjes die al dan niet standaard op restauranttafels behoren te staan. Alleen Lodewijk Asscher noemde de situatie in Aleppo in een tweetje ‘hartverscheurend’. Een terecht sentiment, maar mijn onderbuik wil weten waar de moeilijke vragen blijven. Waarom doet onze regering niets? Of de Europese Unie? Wat hebben we überhaupt aan de Verenigde Naties, aan de Navo, aan de internationale gemeenschap, als we burgers niet kunnen beschermen tegen een live-getwitterde massaslachting?

Ik zit niet te wachten op linkse politici die luisteren naar rechtse onderbuiken. Ik wil politici die idealen hooghouden, die durven te strijden voor een wereld die vreedzaam, vrij en eerlijk is. Politici waar ik me niet voor hoef te schamen omdat ze in de marge een slappe hap waren, maar waar ik trots op kan zijn, omdat ze iets probeerden, ook toen het hopeloos leek. Die alle kinderen een goede toekomst willen geven, ook als ons dat veel kost. Mijn onderbuik wil geen begrip voor mijn ‘reële zorgen’. Mijn onderbuik verlangt naar een betere wereld.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Dick Swaab wil een prinsessenjurk voor me kopen. In zijn nieuwe boek, Ons creative brein, beschrijft de bestverkopende neurobioloog hoe hij in Disneyland allerlei meisjes vol plezier in zulke jurkjes zag rondlopen. ‘Ik heb nog gekeken of ik zo’n jurk voor Asha ten Broeke kon kopen – maar helaas, ze waren er niet in volwassen maten. Zo jammer! Ik zag haar er in gedachten al in lopen!’

De passage is vast een reactie op de discussie die wij de afgelopen jaren voerden. Ik had regelmatig kritiek op de suffe stereotiepe rollen die veel Disney-prinsessen vertolken (te passief, te bezig met mooi zijn, overdreven afhankelijk van hun prinsen assorti), en botste met Swaab omdat hij meent dat zulke stereotypen een biologische basis hebben. Misschien denkt hij dat ik van deze sceptische gedachten zal genezen als ik zelf eens een roze tuttelfroezeljurk draag?

Ik besluit het Swaab te vragen, en bel hem op. Eerste vraag: waarom zo’n jurk? ‘Ik heb de neiging om gekke relaties te leggen, waar ik dan zelf plezier om heb en waar de meeste mensen niet om kunnen lachen’, legt hij uit. Gezien de boze twitterophef die al ontstond lijkt me dat een vrij accurate analyse.

Daarna benadrukt hij dat wij het over veel dingen eens zijn. ‘Ik denk dat wij op dezelfde lijn zitten, dat mensen een enorme variatie laten zien, van jongs af aan. En dat we het publiek moeten overtuigen dat ze dat moeten accepteren.’ Die gedachtegang lees ik ook in zijn nieuwe boek. Swaab schrijft over de invloed van onze culturele omgeving op ons brein en ons gedrag, hoe ieder individu een mozaïek is van mannelijke en vrouwelijke kenmerken, zelfs dat hij het leuk vindt dat Lego tegenwoordig ook poppetjes van vrouwelijke wetenschappers maakt. Olé!

Hij zegt er wel meteen bij dat je kinderen die graag met genderconform speelgoed spelen dat niet moet afnemen. Volgens mij wil ook niemand dat. Swaab vertelt echter over kinderen in Zweden die ‘geen typisch jongens- of meisjesspeelgoed in handen krijgen’. Maar zelfs in kinderdagverblijf Egalia – zo grondig genderneutraal dat ze niet eens woorden als ‘hij’ en ‘zij’ gebruiken – staan volgens diverse reportages de tractors en poppen gebroederlijk naast elkaar. Het lijkt erop dat Swaab hier in een hoax is gestonken.

En over stinken gesproken: ondanks zijn puike aandacht voor variatie en cultuur blijft Swaab bij het idee dat allerhande genderstereotypen een afspiegeling zijn van biologische verschillen (m/v). Speelgoedvoorkeur, bijvoorbeeld, is volgens hem tientallen miljoenen jaren geleden geëvolueerd. ‘Je kunt de paralellen vinden in de dierenwereld’, zegt hij. Om precies te zijn: er is een onderzoek van psycholoog Melissa Hines waaruit blijkt dat ook bij aapjes de meisjes het liefst met een pop moederen en huiselijk met een pannetje spelen, en de jongens graag met een autootje of bal verpozen.

Wacht even, zeg ik aan de telefoon, die studie ken ik natuurlijk. En daaruit bleek ook dat de jongensapen van alle speelgoed het liefst speelden met een hondenknuffel. Die stond te boek als genderneutraal, maar lijkt zo’n harig pluchebeest niet meer op een apenbaby dan een kale mensenpop? En: hoe weet zo’n meisjesaap nou wat ze ‘als vrouwtje’ met een pan moet? Apen koken toch niet?

Daar geeft Swaab geen antwoord op. Hij weet wel dat de meisjesapen moedergedrag vertoonden, en de jongensapen niet. ‘Je moet het werk van Hines nog maar eens bekijken’, voegt hij toe. Dat doe ik meteen. In de onderzoekspaper staat weliswaar een foto van een meisjesaap die lijkt te snuffelen aan het achterwerk van een popje (zoals apenmama’s doen), maar het sekse-onderscheid dat Swaab noemt, staat verder nergens vermeld.

Maar geen nood: Swaab heeft nog een argument. ‘Je ziet al die stereotypen ook in verschillende maatschappijen. Dat stereotype gedrag dat je hier bij baby’s ziet, zie je ook bij Chinese baby’s.’ Interessant, zeg ik, heeft iemand daar onderzoek naar gedaan? ‘Nee, nee’, zegt hij. ‘Het is iets dat me zo opvalt.’ Oh.

‘Als ik een prinsessenjurk tegenkom in een volwassen maat, dan krijg je hem’, zegt Swaab nog, voordat we ophangen. Dat treft: Sylvia Witteman twitterde al een link naar een webwinkel vol verkleedkleren voor dikke vrouwen. Persoonlijk vind ik een ‘warrior goddess’-kostuum wel wat, of desnoods een ‘evil queen’-gewaad, maar ze hebben ook een ruime collectie suikerzoet prinsessenspul. Swaabs uitgever heeft m’n adres. Mijn onvrouwelijke hart klopt vol verwachting.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

‘Ik vind het zo leuk om in hun huisjes te kijken. Het zijn toch ook huisjes? Volgens mij noemen de mensen het zelf ook zo, het zijn hun huisjes geworden.’ (Premier Rutte op bezoek in een vluchtelingenkamp in Libanon, geciteerd in de Volkskrant, 3 mei 2016)

‘Kijk toch zelf, wat een ellende.’ ‘De wereld is ons vergeten’. (De vluchtelingen in datzelfde kamp)

‘Ik vind het voor de hand liggend om als er oorlog is en mensen moeten vluchten, die op te vangen in de landen daaromheen.’ (Rutte weer)

‘Joden die het zich konden veroorloven, probeerden overzee te vluchten.’ (De Groene Amsterdammer in een artikel uit 2009 over de vooravond van de Tweede Wereldoorlog)

‘Ze worden per kerende veerboot teruggestuurd.’ (PvdA-fractievoorzitter Samsom over zijn plan om vluchtelingen naar Turkije uit te zetten, in een interview in de Volkskrant, 26 januari 2016)

‘Het is nu zoo ver gekomen, dat van het asylrecht voor politieke vluchtelingen heden in ons land geen spoor meer bestaat.’ (Henriëtte Roland Holst in een brochure van de Internationale Rode Hulp, 1934)

‘We moeten toe naar een systeem waarin de overtocht zinloos wordt.’ (Samsom weer, nu over de bootvluchtelingen die om Europa te bereiken hun leven wagen op de Middellandse Zee)

‘Turkije hoopt dat het [plan van Samsom] een afschrikwekkende werking heeft en dat het nieuws zich snel zal verspreiden. Dan komen er waarschijnlijk minder vluchtelingen uit andere landen naar Turkije.’ (RTL Nieuws, 28 januari 2016)

‘Illegale joden werden vooral ook als afschrikking voor kandidaat-vluchtelingen naar Duitsland gerepatrieerd.’ (De Groene Amsterdammer, uit hetzelfde artikel)

‘VVD-fractieleider Halbe Zijlstra stelde dat de versobering [van de vluchtelingenopvang] nodig is, omdat de instroom toeneemt en het draagvlak onder de bevolking afneemt. Bovendien zal de opvang een afschrikwekkende werking hebben op doorreizende vluchtelingen.’ (Nu.nl, 14 oktober 2015)

‘Grenzen dicht. En voor immigranten uit islamitische landen die hier al zijn, starten we het proces van de-islamisering. Minder islam en nul asielzoekers erbij. Alleen op die manier kan Nederland zijn eigen identiteit terugkrijgen.’ (Geert Wilders in een interview met de Playboy, 4 februari 2016)

‘Vluchtelingen mogen de eerste weken geen contact met de buitenwereld hebben. Men, en meer in het bijzonder het hoofd van de vreemdelingenpolitie Heinrich Rothmund, was bang voor een Verjudung van Zwitserland, reden waarom niet lang na aankomst van dit groepje vluchtelingen de Zwitserse grens gesloten werd voor réfugiés.’ (NRC Handelsblad vertelde vorige week het verhaal van Dorry Aarts-Dreese, die in 1942 als joods kind met hulp van smokkelaars naar Zwitserland vluchtte)

‘Hongarije gaat de grens met Kroatië sluiten om de instroom van vluchtelingen en migranten een halt toe te roepen.’ (Volkskrant, 16 oktober 2015)

‘Zweden doet de deur dicht voor asielzoekers.’ (Trouw, 7 november 2015)

‘De stroom vluchtelingen naar Midden-Europa is voorbij, via welke route dan ook. De grenzen moeten gesloten blijven.’ (Oostenrijkse minister in Bild am Sontag, 13 maart 2015)

‘Eerste teruggestuurde vluchtelingen aangekomen in Turkije.’ (Nu.nl, 4 april 2016)

‘Sinds half januari zet Turkije vrijwel dagelijks illegaal zo’n honderd mannen, vrouwen en kinderen de grens met Syrië over. (…) De afgelopen maanden heeft Turkije (…) zijn landsgrens met Syrië gesloten voor iedereen behalve degenen die acuut medische hulp nodig hebben, en geschoten op sommigen die probeerden de grens op irreguliere wijze over te steken.’’ (Amnesty International, 1 april 2016)

‘Er is niet genoeg eten voor veel vluchtelingen die vastzitten op Lesbos. (…) “We horen berichten over lange rijen en gevechten om voedsel”.’ (De NOS las de notulen van UNHCR-hulpverleners ter plekke, 6 april 2016)

‘Traangas en rubberkogels tegen vluchtelingen bij grenshek Macedonië.’ (NOS, 10 april 2016)

‘Vanmiddag ontsnapten minderjarige kinderen uit een aparte ruimte in het kamp, waarna de bewakers enkele kinderen sloegen.’ (NOS-correspondent Lex Runderkamp nabij kamp Moria op Lesbos, 26 april 2016)

‘De wanhoop maakte zich van de ongelukkigen meester. Er waren er, die zich op de knieën wierpen en baden en smeekten om toch toegelaten te worden. De mensen bezwoeren bij hoog en bij laag dat onmiddellijke overbrenging naar concentratiekampen zou volgen. Zij die uit de kampen ontsnapt waren, deden wanhopige pogingen om de ambtenaren ervan te overtuigen dat zij groot gevaar liepen doodgeschoten te worden. Maar niets mocht baten.’ (Nieuwsblad van het Noorden over de uitzetting van een groep joodse vluchtelingen naar Duitsland, 24 november 1938)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Het beste advies dat ik ooit las, stond in een opvoedingsartikel van de Amerikaanse schrijver David Vienna. Het wilde iets toevoegen aan de laatste trends in ouderschapsland. ‘Ik ben over een techniek gestruikeld die garandeert dat je kind opgroeit tot een voorbeeldige leerling en burger’, schreef Vienna. ‘Het heet CTFD, wat staat voor “Calm the fuck down”. En dat is niet een boodschap die je aan je kinderen moet geven. Hij is voor jou.’

Het idee achter CTFD is dat het met het gros der oempaloempa’s in de meeste situaties vanzelf wel goed komt, ongeacht hoe hard paps of mams er opvoedtechnisch tegenaan klust. (En zelfs als iets onverhoopt toch niet goed blijkt te komen, dan nog is het vrijwel altijd handig om eerst wat de neuk te kalmeren.) Vervolgens geeft Vienna wat voorbeelden waarin de CTFD-methode van toepassing is. ‘Maak je je zorgen dat het kind van je vrienden het alfabet al kent en jouw kind niet? Calm the fuck down.’ En: ‘Gestrest omdat je kind in het openbaar gênant gedrag vertoont? Calm the fuck down.’ De methode is even doeltreffend als simpel, aldus Vienna. ‘Om CTFD te gebruiken, volg je gewoon deze eenvoudige stappen: 1. Calm the fuck down. 2. Er is geen tweede stap.’

Uit eigen ervaring kan ik u melden dat deze stappen in de opvoeding prima werken. En de afgelopen twee weken ben ik gaan vermoeden dat de techniek post-Keulen veel breder toepasbaar is dan Vienna dacht.

Zo was ‘calm the fuck down’ een goede raad geweest voor onze premier, toen hij afgelopen vrijdag na de ministerraad de pers te woord stond. Hij snapte wel dat mensen zich na de massa-aanranding-en-erger in Keulen extra zorgen maakten over de grote asielzoekersinstroom. En al wilde Rutte niet alle vluchtelingen over één verkrachterskam scheren, een stevig staaltje wij-zij-denken vond hij wel op zijn plaats: ‘Zij hebben zich aan te passen. Wij zijn West-Europa, wij zijn beschaafd.’

Dat de Duitse krant Der Spiegel later zou onthullen dat het in Keulen waarschijnlijk niet ging om vluchtelingen maar om criminele Noord-Afrikaanse bendes die vanuit azc’s opereren, kon ons nationale opperhoofd toen natuurlijk nog niet weten. Maar dat onderstreept alleen maar het belang van CTFD. Nu staan zijn woorden op ons trommelvlies geëtst, en kon ik niet anders dan eraan terugdenken toen ik las dat ‘bezorgde burgers’ in het Noord-Brabantse dorp Heesch deze week een varkenskadaver in een boom hebben gehangen, uit protest tegen een aldaar gepland azc.

Sywert van Lienden: nog zo iemand die beter eerst wat tot rust had kunnen komen. Dinsdag schoof hij aan bij De Wereld Draait Door om over massa-aanrandingen te praten. Daar kwam hij met een aantal statistieken die zouden aantonen dat één op de twintig vluchtelingen een zedendelinquent is. Dit cijfer bleek pure fictie; iets dat de Leidse hoogleraar Leo Lucassen de volgende dag kundig kwam uitleggen. Lucassen vertelde ook over een langdurige studie naar asielzoekers die in de jaren negentig naar Nederland kwamen: zij bleken niet crimineler dan vergelijkbare Nederlanders. Maar zelfs dit nuchtere feit bracht Van Lienden niet tot CTFD-achtige zenheid. Hij noemde deze beste wetenschappelijke benadering van de werkelijkheid ‘op zichzelf al een politieke keuze’ en sprak van ‘wegredeneren’ terwijl het moest gaan over ‘de schaduwzijde van de migratie’.

Ook columnist Ross Douthat zou ik wat kalmte aanbevelen. Gister stelde hij in de Volkskrant dat de Duitse samenleving de huidige vluchtelingenstroom niet aankan, en dat het dus een goed idee is om voorlopig de grenzen te sluiten en te beginnen ‘met een ordelijke uitzetting voor gezonde jonge mannen.’ Welja, dacht ik: laten we om vrouw en vaderland te beschermen vooral onze achterwerkjes afvegen met internationale vluchtelingenverdragen, en als toetje beleid bedenken dat – in weerwil van de geest van onze eigen grondwet – onderscheid maakt op zowel etniciteit als gender.

Of, beter: laten we dat niet doen. Neem liever Vienna’s advies ter harte. Voelt u de neiging opkomen om een complete bevolkingsgroep of religie de schuld te geven van een misstand die begaan blijkt door criminelen? Calm the fuck down. Heeft u de behoefte om de feiten ondergeschikt te maken aan de realiteit omdat dit nu even megapuik in de tijdsgeest past? Calm the fuck down. Wilt u onze samenleving beschermen door op het principe van vrijheid, gelijkheid en broederschap te morsen? Calm the fuck down. En speelt u met het idee om uit protest een dode big in een boom te hijsen? In vredesnaam: Calm. The. Fuck. Down.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.