dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

De Britse komiek Stephen Fry vergeleek de situatie in Rusland met die in Duitsland, 1936. Mensen die de straat op durven gaan om te demonstreren voor homorechten worden door toegesnelde mannen in elkaar geslagen. De politie kijkt toe, maar pakt de geweldplegers niet op. Sterker nog: ooggetuigen melden dat de geweldplegers ongehinderd politiebusjes in- en uitklimmen. Ondertussen verschijnen op internet filmpjes van neonazi’s die homojongens verkrachten en martelen. Ze zijn volkomen herkenbaar in beeld, want ze maken zich volstrekt geen zorgen over vervolging. Het geeft de indruk van een gezellig onderonsje tussen potenrammers en de sterke arm der wet.

Dit is wat mensenrechtenactivisten ‘de Russische oorlog tegen homo’s’ noemen. Een oorlog die een dieptepunt bereikte toen Poetin op 30 juni zijn handtekening zette onder een kersverse anti-homowet. Technisch gezien rept de wet met geen woord over seksuele oriëntatie. Wel zegt het dat het verboden is om minderjarigen informatie te geven die ervoor kan zorgen dat zij interesse in non-traditionele relaties krijgen, of positief over gaan denken over zulks. Wat met ‘non-traditionele relaties’ wordt bedoeld, is niet lastig te raden. Dat de wet gebruikt zal worden om homo’s en lesbiennes het leven zuur te maken evenmin.

Waarom doet Poetin dit? Hoe kan het dat in het jubeljaar van het homohuwelijk – het werd in 2013 legaal in Frankrijk, Nieuw-Zeeland, Brazilië en Uruguay, en in de Verenigde Staten kan het na een uitspraak van het hooggerechtshof op nationale erkenning rekenen – de Russen op oriëntatiegebied achteruit emanciperen?

=

Volgens Miriam Elder, voormalig correspondent in Moskou voor de Britse krant The Guardian, is het antwoord: omdat het Poetin goed uitkomt. In een artikel op de Amerikaanse website Buzzfeed schrijft ze: ‘Poetin regeerde in de eerste twee termijnen van zijn presidentschap, van 2000 tot 2008, zonder ideologie.’ Dat was een bewuste beslissing, vertelde één van zijn campagneleiders haar, want de mensen waren doctrines beu. Dus verlegden Poetin en zijn medewerkers de focus van de politiek naar de man. ‘Poetin en zijn ontblote bovenlijf. Poetin die van dieren houdt. Poetin die met zijn blote handen kleuterscholen en ziekenhuizen bouwt. Poetin Poetin Poetin.’

Maar wat ze volgens Elder niet hadden voorzien, was dat Poetin het volk na een tijdje danig de keel uit zou gaan hangen. ‘Dat gebeurde vorig jaar, toen Poetin aankondigde dat hij na vier jaar premierschap weer wilde terugkomen als president.’ Tienduizenden Russen gingen de straat op om te demonstreren. De Russische regering reageerde met het arresteren van leiders van de protesten, en het verbieden van verdere oproer. Maar hij begon, zo analyseert Elder, ook een campagne om de banden met de traditionele Russen buiten de grote steden weer aan te halen. En hoe kan dat beter dan via een gemeenschappelijke vijand? Elder: ‘Door homo’s te demoniseren zegt Poetin: ik zal jou en je traditionele familie beschermen. Jullie zijn het echte Rusland.’

Hans Oversloot, politicoloog en Rusland-deskundige aan de Universiteit Leiden, twijfelt. ‘Niet alles wat in Rusland gebeurt gaat over Poetin. Deze wet was niet zijn initiatief, maar dat van een links-nationalistisch Doema-lid, Yelena Mizulina. En zij vertegenwoordigt daarmee de mening van de overgrote meerderheid van de Russen, niet alleen de aanhangers van de president.’

‘Homoseksualiteit is in Rusland helemaal niet geaccepteerd. Het wordt gezien als een soort ontaarding, als westerse decadentie’, zegt Oversloot. ‘De Russen met wie ik veel contact heb zijn bepaald geen Poetin-vrienden. Maar als we het bijvoorbeeld over het homohuwelijk hebben, reageren ze vrijwel allemaal afwijzend. Waarom dan niet ook het incestverbod opheffen, of het huwelijk tussen broer en zus toestaan? Er wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen pedofilie en homoseksualiteit.’ Dat verklaart ook de overweldigende meerderheid waarmee de anti-homowet in de Doema werd aangenomen: 436 van de 450 parlementsleden stemden voor. Niemand stemde tegen.

=

Die geestdriftige instemming komt ook doordat de wet wordt gepresenteerd als oplossing van een uitermate nijpend nationaal probleem, vertelt Oversloot. Namelijk: ‘Er worden te weinig Russische kinderen geboren. De bevolking krimpt heel erg hard. In 1992 had Rusland nog 150 miljoen inwoners, nu minder dan 142 miljoen. Het is de snelste bevolkingskrimp in vredestijd ooit. En dat ondanks de instroom van grote groepen migranten uit voormalige Sovjet-staten als Kazachstan of Kirgizië.’

Deze krimp geeft geen pas in het trotse Rusland, grootste land ter wereld, en tot voor kort een gevreesd imperium om u tegen te zeggen. De staat neemt dan ook tal van maatregelen om het inwonertal op te krikken. Sommige van die maatregelen hebben iets vrolijks. Zo krijgen stelletjes in de regio Ulyanovsk elk jaar op 12 september een dag vrij, zodat ze samen aan het dalende geboortecijfer kunnen ‘werken’. Wie inderdaad precies negen maanden later, op Ruslands nationale feestdag 12 juni, een kind krijgt, maakt kans op een nieuwe auto of koelkast.

Bovendien staat er een behoorlijke premie op het krijgen van een derde kind, zegt Oversloot, die ook heeft gehoord dat het parlement van plan is middels een nieuwe wet echtscheiding te gaan beboeten. Gescheiden mensen maken immers maar zelden baby’s. Mensen in een ‘non-traditionele relatie’ evenmin. Mannen en vrouwen in een heterohuwelijk, zo is de gedachte, zijn aanzienlijk beter voor de geboortecijfers. De anti-homowet moet daaraan bijdragen.

=

Deze denkstap komt op de gemiddelde Nederlander wellicht wat vreemd over. In ons land denken de meeste mensen immers niet dat we homoseksualiteit kunnen voorkomen door een informatie over seksuele diversiteit uit de bannen. We denken ook niet collectief dat heterojongeren homo gemaakt kunnen worden met regenboogpropaganda – toch belangrijke uitgangspunten van de Russische wet.

Hoe kan het dat Russen zulke andere aannames doen over homoseksualiteit dan mensen in het westen. Dat heeft historische redenen, denkt socioloog Lauri Esseg van Middlebury College. In artikelen en in haar boek Queer in Russia vertelt ze hierover. In de loop van de achttiende eeuw ontstonden in Europa twee ideeën over homoseksualiteit. Het eerste was dat het een natuurlijke, aangeboren toestand is, waarbij op de een of andere manier een vrouwelijke ‘seksuele ziel’ in een man terecht was gekomen. De andere, minder sympathieke lezing was dat homoseksualiteit een psychiatrische ziekte is, waarvan men moet proberen te genezen.

Deze verklaringen hebben iets belangrijks gemeen: beide gaan ze ervan uit dat iets is iemand simpelweg overkomt. Er is geen sprake van vrije keuze, en geen schuld. En dat is een radicaal verschil met de manier waarop de Russen ertegenaan kijken, schrijft Esseg. Die hebben namelijk altijd over homoseksualiteit gedacht als een misdrijf, een overtreding waarvoor je al dan niet kon kiezen. In de tijd van de tsaren, en opnieuw in de Sovjetunie onder Stalin en zijn opvolgers, was een homoman een crimineel, net als een bankovervaller of een vandalist.

Om dat te onderstrepen werd in 1933 in de hele Sovjetunie artikel 121 van kracht. De eerste paragraaf van deze wet verbood seks tussen twee mannen, op straffe van vijf jaar in een werkkamp. De tweede paragraaf verbood homoseks met minderjarigen; in de praktijk werd er tussen beide vergrijpen nauwelijks onderscheid gemaakt. Lesbiennes werden overigens niet naar een werkkamp gestuurd voor hun oriëntatie, vertelt Esseg, maar werden behandeld. Dat kwam omdat vrouwen een beetje gezien werden als kinderen: die straf je niet als ze de fout in gaan, die corrigeer je. De correctiemethoden varieerden van therapie tot – meer tegen het eind van de Sovjet-tijd – het voorschrijven van een operatie om van geslacht te veranderen. Als je als vrouw hardnekkig van andere vrouwen bleef houden, moest je immers wel eigenlijk een man zijn.

Door deze dwangmaatregelen ging homoseksualiteit in de Sovjet-Unie bijna volkomen ondergronds. Het was alsof het simpelweg niet bestond. Dat veranderde nauwelijks toen de eerste democratisch gekozen president Boris Jeltsin in 1993 de oude Sovjet-wet afschafte. Hoewel in grote steden als Moskou en Sint-Petersburg voorzichtig wat homogemeenschappen ontstonden, bleef het in het overgrote deel van Rusland een enorm taboe. Veruit de meeste Russen bleven homoseksualiteit zien als een verkeerde beslissing, een stap op het verkeerde pad. En eentje waar je kinderen maar het beste per wet tegen kunt beschermen.

=

Het is niet duidelijk wat de gevolgen van de nieuwe Russische anti-homowet zullen zijn, zegt Hans Oversloot. Dat komt vooral door de vage formulering van de wet. Die maakt het moeilijk te voorzien welk gedrag precies strafbaar is. Op een school voorlichting geven over seksuele diversiteit: sowieso. Met een regenboogvlag zwaaien terwijl er kinderen kijken: hoogstwaarschijnlijk ook. Hand in hand door het park lopen: zou goed kunnen. ‘Je zou je zelfs kunnen voorstellen dat wanneer een bekende Rus die erg populair is onder de jeugd, een ijshockeyer bijvoorbeeld, uit de kast komt, dit onder de nieuwe wet als verboden propaganda gezien zal worden’, denkt Oversloot. ‘De tijd moet het leren.’

De lesbische activist en journalist Masha Gessen wacht die tijd niet af. In een artikel in The Observer schrijft ze hoe ze met haar vriendin en geadopteerde zoon van Rusland naar New York gaat verhuizen. Er was teveel gebeurd. Dat ze zich alleen nog maar een persoon met een roze driehoek voelde, en geen echt mens meer. Dat ze in elkaar geslagen werd op de stoep van het parlement. Hoe Yelena Mizulina had gezegd dat parlementariërs een manier gingen vinden om geadopteerde kinderen weg te halen uit gezinnen met twee moeders of twee vaders – een dreigement dat zich in september vertaalde in een voorstel voor een wet die alle homoseksuele stellen uit de ouderlijke macht ontzet. ‘Ik moet Rusland ontvluchten of mijn kinderen kwijtraken’, schrijft ze. Poetin zal er vermoedelijk niet wakker van liggen.

 

Bronnen:

Slate, Russian police arrests protesters for violating ‘gay propaganda’ law

Tom Balmforth: In Russia, violent video’s show a startling new form of gay bullying | The Atlantic (2 augustus 2013)

Buzzfeed, Why Russia turned against the gays

Interview met politicoloog dr. Hans Oversloot (Universiteit Leiden)

Lauri Esseg: Queer in Russia | Duke University Press (1999)

Washington Post, How Russia’s science of sex threatens gays

Igor Kon: The sexual revolution in Russia | Free Press (1995)

Gert Hekma: Homoseksualiteit in Nederland van 1730 tot de moderne tijd | Meulenhoff (2004)

Masha Gessen: As a gay parent I must flee Russia or lose my children | The Observer (11 augustus 2013)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Wijdbeens stond het peutermeisje boven het omhoog spuitende fonteintje. Ze wiebelde verrukt heen en weer totdat de straal precies op de goede plek terechtkwam. Toen kwam haar vader eraan, roepend dat ze meteen moest meekomen. Het meisje weigerde: ‘Nee, papa. Dit is leuk!’. Hij trok haar aan haar bovenarm mee, duidelijk van de kook: ‘Dat mag je niet doen. Dat is slecht voor je plasser.’

Dat is natuurlijk niet waar. Kinderen zijn seksuele wezens. En veruit de meeste peuters en kleuters beleven, zonder negatieve gevolgen, met enige regelmaat plezier aan hun eigen geslachtsdelen. Wel waar: vaders en moeders worden daar bijzonder opgelaten van. Uit een recente enquête van het opvoedblad J/M bleek dat voor driekwart de confrontatie met een kind dat zichzelf aanraakt of masturbeert één van de ongemakkelijkste situaties waar ze als ouders in terecht kunnen komen. Dus zeggen ouders vaak: doe dat maar niet, lieverd, of enkel als je alleen bent. Ze zeggen niet dat het inderdaad heel lekker kan zijn, dat gefriemel.

Zo wordt seksueel genot al op jonge leeftijd taboe. Van alle onderwerpen waar ouders hun kinderen over voorlichten komt seksueel plezier het minst aan bod, zo blijkt uit onderzoek. Bij kinderen van acht tot twaalf heeft slechts 35 procent van de ouders het erover. Dat percentage stijgt als de tieners ouder worden, maar zelfs dan bespreekt ongeveer één op de drie ouders het helemaal niet.

Jammer, want de meeste ouders geven in onderzoek juist aan dat ze hun kinderen graag willen leren dat seks fijn is en dat je er zonder schaamte van mag genieten. Bovendien is het in een geseksualiseerde samenleving waarin de toon wordt gezet door de blurred lines van Robin Thicke en de pimps en bitches op MTV helemaal niet zo’n gek idee als kinderen al van jongs af aan kennis opdoen over wat zij zelf prettig vinden aan hun eigen lichaam.

Het genotstaboe zit daarbij in de weg. ‘Ouders willen eigenlijk niet weten wat hun kind doet. Natuurlijk leren ze hun kind over grenzen en dat ze nooit iets moeten doen dat ze niet willen. Maar over seksueel plezier denken ze vaak: dat ontdekken ze zelf wel’, zegt psycholoog Hanneke de Graaf. Zij doet bij seksualiteitskenniscentrum Rutgers WPF onderzoek naar seksuele ontwikkeling, ook van jonge kinderen. ‘De meeste studies naar kinderen en seksualiteit gaan over misbruik. Over de leuke kant is veel minder bekend.’

Uit het schaarse onderzoek dat wel is gedaan, kunnen we wel een paar dingen opmaken. Zoals: er is geen bewijs voor het idee dat jongens en meisjes die al jong van de hoed en de rand weten, vroegtijdig aan seks beginnen. Ouders hoeven dus niet bang te zijn dat ze met voorlichting over de seksuele geneugten des levens hun kind aanzetten tot gedrag waar hij of zij nog niet klaar voor is.

Nog iets: het is volkomen normaal dat kinderen voor de puberteit op seksgebied al van alles meemaken. Zo heeft tweederde van de kinderen onder de twaalf seksuele ervaring, meestal in de vorm van zoenen, knuffelen, praten over seks, samen porno kijken of een ander kind hun geslachtsdelen laten zien. Uit een Amerikaanse studie blijkt dat ruim zes op de tien pre-pubers al gevoelens heeft van seksuele opwinding. Twintig tot veertig procent van de volwassenen herinnert zich desgevraagd dat ze al masturbeerden voordat hun puberteit begon. Van deze vroege zelfbevredigers beginnen de jongens gemiddeld rond hun tiende en de meiden rond hun achtste. De voornaamste redenen om hier zo bijtijds mee te beginnen: nieuwsgierigheid en seksueel genot.

=

Dit past maar heel moeizaam bij het beeld dat we hebben van kinderen. ‘In onze cultuur gelden kinderen als seksueel onschuldig’, vertelt De Graaf. Of beter gezegd: totdat in de puberteit het lichaam begint te veranderen, zien we kinderen als aseksueel. Onterecht dus, maar ook wel begrijpelijk. Want na de kleutertijd gaat de seksuele ontwikkeling van kinderen voor het leeuwendeel ondergronds. Grotere kinderen voelen de gêne van hun ouders goed genoeg aan om hun seksualiteit voortaan aan het oog van paps en mams te onttrekken. Op zich niet erg, want dat seks privé is moeten ze ook leren. Maar het is jammer dat dit door schaamte moet, omdat volwassenen slecht kunnen omgaan met het idee dat kinderen niet zo onschuldig zijn als we denken.

Accepteren dat kinderen een seksuele kant hebben, speelt volgens sommigen bovendien pedofielen in de kaart. Een veelgebruikt argument om pedoseks te rechtvaardigen is immers: als kinderen seksueel genot voelen, waarom zou het dan verkeerd zijn om met ze te vrijen? Op de inmiddels uit de lucht gehaalde website van Vereniging Martijn stonden ter illustratie van dit punt herinneringen van mensen die als kind een hele aangename erotische relatie hadden met een volwassene. ‘Hij nam me mee naar zijn zolder waar hij me op schoot nam en het tot seksueel contact kwam. Ik vond dit erg prettig en fijn’, stond er bijvoorbeeld geciteerd.

In de Verenigde Staten leidde acceptatie van kinderseksualiteit twee jaar geleden tot een flinke rel. Conservatieven raakten danig van hun theewater toen een overheidswebsite goedkeurend linkte naar een online voorlichtingsplatform dat kinderen als ‘seksuele wezens’ omschreef. Peter Spriggs van de christelijke lobbygroep Family Research Council noemde het in de Amerikaanse media ‘potentieel gevaarlijk om kinderen voor de puberteit als seksuele wezen te behandelen.’ Want dat is volgens hem ‘het filosofische fundament onder pedofilie.’

Die redenering klopt niet. Want het feit dat kinderen seksuele wezens zijn, die opwinding kunnen voelen en soms masturberen, betekent niet dat ze seks beleven op dezelfde manier als een volwassene. De Graaf: ‘Volwassenen kijken vaak naar kinderseksualiteit door een volwassen bril. Zij denken dat het over lust en begeerte gaat. Maar voor kinderen betekent het iets heel anders. Het gaat veel meer over het ontdekken van jezelf en je eigen lichaam.’ Ze voegt eraan toe: ‘En er zijn bijzonder weinig aanwijzingen dat kinderen opgewonden raken van volwassen mannen.’

=

De angst om misbruik in de hand te werken of de onschuld van kinderen te bederven is zo groot dat de neiging ontstaat om seks dan maar helemaal bij kinderen weg te houden. Afgelopen juli stelde de Britse premier David Cameron, en in zijn kielzog onze eigen ChristenUnie, voor om op alle computers standaard een pornofilter in te stellen. Wie toch stoute filmpjes wil kijken moet zich speciaal aanmelden om van dat filter af te komen. Deze pornocensuur rechtvaardigden Cameron en ChristenUnie met een beroep op de onschuldige kinderen: die moeten beschermd worden tegen deze onkuisheden. Uit het onderzoek van J/M blijkt trouwens dat bijna twee op de drie ouders nu al zelf maatregelen treft om te voorkomen dat hun kinderen porno tegenkomen.

En dat terwijl nieuwsgierigheid naar porno volgens experts een volkomen normale stap is in de seksuele ontwikkeling van moderne tieners. Volgens Nederlands onderzoek kijkt 71 procent van de jongens en 40 procent van de meiden tussen de 13 en 18 jaar op internet naar porno. En met de schadelijke gevolgen waar Cameron en ChristenUnie zich op beroepen valt het, onheilstijdingen ten spijt, wel mee. Tieners die regelmatig een seksfilmpje kijken raken daar niet seksueel verknipt van. Dat komt vooral doordat het effect van porno niet erg groot is. Zoals mediaprofessor Jochen Peter van de Universiteit van Amsterdam het in een eerder interview samenvatte: ‘Internetporno heeft wel een beetje invloed, maar er is geen bewijs voor een enorme aardverschuiving.’

Dat wil nog niet zeggen dat mainstream porno nou het allerbeste seksuele voorbeeld aller tijden is. Zo is pornoseks nogal eenzijdig en onrealistisch, met erecties die ondanks alle actie minstens een half uur lang fier overeind blijven en vrouwen die hevig kreunend het ene na het andere vaginale orgasme krijgen, terwijl ze verlekkerd ‘s mans zaad van hun lippen likken. Tieners zonder ervaring kunnen onzeker worden van het bekijken van zulke perfecte-in-duizend-standjes-en-alle-gaten-seks, zo blijkt uit onderzoek. En erg vrouwvriendelijk is het doorgaans ook niet, wat volgens sommige studies leidt tot wat meer seksisme onder jongens. En zonder nou te beweren dat de Nederlandse jeugd bestaat uit vrouwenhaters zonder zelfvertrouwen: het is niet ideaal als porno voor tieners op seksgebied de voornaamste inspiratiebron is.

Een pornoverbod is echter draconisch, en een gevecht tegen de bierkaai bovendien. Want seks is verder overal: op televisie, in computerspelletjes, op internet. In tijdschriften staan vrouwen in zwoele poses, bezweet decolleté naar voren, lippen iets uit elkaar. Er zijn tegenwoordig zelfs legopoppetjes met kleine borstjes, smurfin maakte een modereportage in sensuele rode laklaarzen en My Little Pony’s staan niet meer gewoon als een paard in de wei maar strekken in plaats daarvan wulps hun lange benen uit terwijl ze lonken met hun lange wimpers.

Het resultaat is dat kinderen en pubers in een rare wereld opgroeien, waarin er van jongs af aan van alles sexy is, maar zij zelf niet als seksueel wezen erkend worden. Waarin uitdagend de norm is, maar seksueel genieten of ontdekken wat je lekker vindt taboe. Waarin er allerlei vormen van onrealistische seks – porno, of droogneuken in geile videoclips – beschikbaar zijn, maar echte lekkere huis-, tuin- en keukenseks onbesproken blijft.

=

De tienerboekenschrijfster Malorie Blackman (in Groot-Brittannië erg bekend door haar prijswinnende dystopische Noughts and Crosses-serie) wil daar verandering in brengen. In een spraakmakend interview dat ze afgelopen juni gaf aan de Britse krant The Telegraph vertelde ze hoe ze graag zou zien dat er in tienerboeken meer seks zou komen, juist zodat porno en co niet meer als hoofdinspiratiebron gelden. Laten we echte seks inbedden in fictie, stelt ze voor. Want: ‘We hebben niet alleen seksuele voorlichting nodig, maar ook boeken die aandacht besteden aan relaties en je eerste keer.’ Geen gek idee, want op deze leeftijd willen de meeste pubers niet meer naar de voorlichtingspraat van hun ouders luisteren. Dan zijn zij degenen die zich ongemakkelijk voelen. Bekijk het maar met je seksuele genot.

Populaire young adult-boeken als de Twilight-serie of de Hunger Games-trilogie, daarentegen, gaan als warme broodjes over de toonbank. Enig verbeterpuntje is volgens Blackman – en steeds meer van haar collega’s – dus dat ze vrijwel volkomen seksloos zijn. Er wordt wel gekust, soms zelfs gestreeld, maar op het moment dat je zou verwachten dat de minnaars terzake komen, gaan de hoofdpersonen wat anders doen of wordt de daad verdoezeld in geschreven soft-focus. En op naar de volgende scène. Expliciet gevoosd wordt er nimmer.

Een gemiste kans, want als de verliefde hoofdpersonen wat vaker in vijftig-tinten-grijs-achtig detail zouden vrijen, zou dat pubers veel kunnen leren over lekkere seks. En voor de iets jongere tieners: zouden zij eronder lijden als Hermelien in één van de Harry Potter-boeken niet alleen gepassioneerd gekust zou worden, maar ook teder gevingerd?

=

Hanneke de Graaf hoopt samen met een paar collega’s een project te starten dat mooie porno beschikbaar maakt voor pubers. ‘Met mensen die echt genieten. Die naar elkaar kijken, gelijkwaardig zijn en elkaar respecteren. Beter dan porno bij pubers weghouden kun je als ouder zeggen: als je dan porno wilt kijken, kijk dan hiernaar.’

Want hoe ongemakkelijk het volwassenen ook maakt: kinderen zijn seksuele wezens. Laten we tieners een rijkere seksuele wereld gunnen. En jonge kinderen op laten groeien met minder schaamte en taboes. Laat ze lekker met hun waterstraaltjes.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Er zijn mensen die medelijden hebben met Heleen Mees. Die geld willen inzamelen om haar borgsom te betalen, zodat ze de gevangenis kan verlaten waar het New Yorkse OM haar in heeft gestopt op verdenking van stalking en seksuele intimidatie. Opzij-hoofdredacteur Margriet van der Linden sprak op twitter van ‘poor Heleen’.

Het heeft natuurlijk ook iets tragisch. Zo heb je een gepassioneerde affaire met topeconoom Willem Buiter, en zo ben je de afgewezen geliefde. En niet alleen dat: je bent onmachtig om je gierende vurigheid een halt toe te roepen, en de hele wereld is er getuige van.

Die wereld bestaat bovendien niet enkel uit medelijdende toeschouwers. Er is ook leedvermaak. Mensen die ervan genieten een sterke vrouw te zien vallen. Die Mees wegzetten als een gestoord wijf, waar geen zinnig man ooit zijn jongeheer in had moeten hangen. Of als hoer, zoals Jan Dijkgraaf, die op zijn blog stelde dat ze de negentien jaar oudere econoom neukte omdat hij haar kon helpen promoveren.

Hoer, gek, slachtoffer. Alledrie typeringen die duidelijk maken dat deze zaak boven alles draait om gender.

Bij wijze van experiment heb ik gisteren geprobeerd de berichtgeving rondom Mees met andere ogen te lezen. Alsof het niet over Heleen ging, maar over Henk. Henk Mees, invloedrijk Nederlander in New York, ex-minnaar van de prominente wetenschapper en gezinshebbende Wanda Buiter. Nadat zij de relatie verbrak kon Henk haar niet loslaten. Daarbij overschreed hij elke denkbare hartzeergrens. Meer dan duizend mails stuurde hij haar, met subtiele doodswensen (afbeeldingen van dode vogeltjes), minder subtiele doodswensen (‘Ik hoop dat je vliegtuig neerstort’) en seksuele intimidatie (foto’s waarop Henk zich aftrekt). Maar daar stopt Henk niet. Hij benadert Wanda’s gezin, richt zich tot haar man en zelfs haar kinderen. Zij vraagt hem te stoppen, maar hij laat zich nu door niets en niemand meer tegenhouden. Pas als het OM ingrijpt heeft Wanda eindelijk rust.

Zou Van der Linden over ‘arme Henk’ hebben getwitterd? Zou Dijkgraaf hebben geconcludeerd dat Henk met Wanda vree om er een academische titel te verkrijgen?

Ik denk het niet. Want Henk Mees was één van de zovelen geweest. Stalking is nogal een mannenmisdaad. Van de daders is tachtig tot negentig procent vent. Dus is Henk geen uitzondering. Alweer een man die seksueel intimideert. Alweer een man die niet weet wat het woord ‘nee’ betekent. Alweer een man die een vrouw te stuipen op het lijf jaagt. Zoals schrijver Margareth Atwood zei: ‘Mannen zijn bang dat vrouwen ze zullen uitlachen. Vrouwen zijn bang dat mannen ze zullen vermoorden.’

Die uitspraak legt meteen de ironie van de zaak Heleen Mees bloot. Aan de ene kant wordt ze verdacht van een misdrijf waaraan vooral mannen zich schuldig maken. Ergens is dat heel geëmancipeerd van haar: ze liet zich door haar gebrek aan Y-chromosoom niet tegenhouden om seksueel te intimideren. Hiermee is ze onderdeel van een trend: er komen steeds meer vrouwelijke zedendelinquenten.

Aan de andere kant laten de reacties zien dat de samenleving nog lang niet klaar is voor vrouwen die op dezelfde manier over de schreef gaan als mannen. Het idee dat de vrouw bij een zedendelict vrijwel altijd het slachtoffer is zit heel erg diep. De mensen die daar niet aan willen, geven maar weinig alternatieve lezingen ten beste, die nog bijzonder stereotiep zijn ook: ze is een hoer, of een gek.

En dat terwijl de conclusie eigenlijk zo voor de hand ligt: vrouwen zijn net mannen. Ten goede, maar ook ten kwade. En zo maakte Heleen Mees, zelfs terwijl ze de wet overschreed, toch nog een feministisch punt.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Mijn oudste dochter is lesbisch. Sinds ze bijna twee jaar geleden de wondere wereld van het basisonderwijs betrad, hebben haar kleuterverliefdheden zich enkel gericht op meisjes. Ze was dagen van slag toen haar oogappel Lyanne van school ging, vertelde opgetogen hoe Louise in haar oor had gefluisterd van ‘ik ook op jou’, en is vastbesloten om te gaan trouwen met Anne. Ze heeft me zelfs al gevraagd hoe je, bij gebrek aan manlief, aan de zaadjes komt om een baby mee te maken. (Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid.) Conservatieve klasgenootjes die haar vertellen dat je als meisje op jongens hoort te vallen, worden getrakteerd op een trotse verhandeling over het homohuwelijk, en hoe je zelf mag weten op wie je verliefd wordt.

Dit weerhoudt BSO-leidsters, juffen en andere loslopende volwassenen er echter niet van plompverloren aan te nemen dat haar lesbische gevoelens tijdelijk zijn. Wanneer een en ander ter sprake komt is er doorgaans een meewarige blik, gevolgd door een goedbedoelde opmerking als: ‘Maak je geen zorgen, hoor. Als ze eenmaal in de puberteit komt, zul je zien, dan valt ze gewoon weer op jongens.’

Nou heb ik me nooit bezorgd gevoeld over mijn dochters liefdesvoorkeuren. Maar waar ik me wel zorgen over maak is het reflexmatige gemak waarmee homoseksualiteit wordt weggestopt. En niet alleen in kleuterschoolkringen, maar in de hele maatschappij. Een lezeres van deze krant stuurde me vorige week een geïrriteerde e-mail naar aanleiding van mijn column over al dan niet lustige vrouwen: ‘Wat jammer nou weer dat LESBISCHE vrouwen niet lijken te bestaan!!!!!’ Nou had ik daar wel wat redenen voor: medisch lustonderzoek wordt vrijwel altijd onder heteroseksuele vrouwen gedaan, de sociale norm om desnoods tegen heug en meug te vrijen en het stereotype dat mannen meer seksuele trek hebben dan vrouwen doen vooral opgeld in heteroland. Maar toch, een hand in eigen boezem is nodig. Heteronormatief was het wel.

Zo zelden kom je lesbiennes of homo’s gewoon eens per ongeluk ergens tegen, zonder dat hun seksuele oriëntatie onderwerp van gesprek is. Een Trouw-artikel over relatietherapie anderhalve week geleden: alleen hetero’s. Beeldmateriaal in kranten en tijdschriften: slechts sporadisch zomaar eens twee verliefde mannen of vrouwen. Vakantiefolders: foto’s van gelukkige gezinnen te over, maar nooit eens met twee papa’s of twee mama’s. De enige uitzondering die me recent opviel was – toevallig – mijn eigen artikel van afgelopen zaterdag, waarin ik de levenslustige Eline interviewde over vooral haar leven en ook nog hoe ze ooit verkracht was. Dat ze lesbisch is, heb ik terloops vermeld maar verder niet tot onderwerp van het stuk gemaakt. Waarom ook; het is zoiets vanzelfsprekends, en er waren talloze interessantere dingen over Eline te melden dan dat het tamelijk willekeurige feit dat haar lief een vrouw is.

En zo zou het eigenlijk altijd moeten zijn. Sinds ik een lesbische dochter heb kan de homo-emancipatie me niet snel genoeg gaan, en die emancipatie is pas voltooid op het moment dat iemands seksuele oriëntatie compleet onopmerkelijk is. Dat iemand zegt: ‘Ik ben homo’, en de aanwezigen collectief de schouders ophalen over deze volstrekte non-informatie. Maar helaas: zo ver zijn we nog lang niet.

Naschrift: op deze column kwamen heel erg veel reacties. Ik schreef daarop een vervolgcolumn (hieronder) en een blogpost (link hier)

Vervolgcolumn: Het is verbazingwekkend hoeveel ongemak een lesbische kleuter kan veroorzaken

Dit is hoe het ging. Mijn dochter en ik keken naar de jeugdserie Spangas. Charley en Odette kusten elkaar, en vroegen zich vervolgens af hoe mensen zouden reageren op hun lesbische verkering. Waarop mijn dochter vroeg: ‘Mama, wat betekent lesbisch?’ En ik zei: ‘Dat je als meisje verliefd wordt op andere meisjes.’ Zij: ‘Oh, dan ben ik ook lesbisch, want ik ben altijd verliefd op Anne!’ (Mijn dochter is net de regering uit George Orwell’s boek 1984; ze is nu verliefd op Anne, dus was ze altijd verliefd op Anne.)

Het is verbazingwekkend hoeveel ongemak een lesbische kleuter kan veroorzaken. Voor de duidelijkheid dan maar: er was geen – ik herhaal: géén – complot van mijn kant om mijn dochter lesbische gevoelens aan te praten zodat ik goede homosier kon maken in de krant, de suggesties van  vele twitteraars, mailers en natuurlijk de immer genuanceerde vrinden van GeenStijl ten spijt. Evenmin stop ik mijn meid in een hokje waar ze van mij niet meer uit mag. Als ze over acht jaar thuiskomt met Herman of Ibrahim, dan beloof ik plechtig niet eens mijn wenkbrauwen op te trekken.

Maar veel belangrijk dat dit stukje keukentafeltoelichting zijn de misverstanden die ik tegenkwam over homoseksualiteit. Zo schijnt het rare idee te bestaan dat oriëntatie enkel en alleen gaat over seks, en dat kinderen er daarom dus nog geen hebben.

Niets is minder waar. Volgens de heersende wetenschappelijke theorie ontstaat homoseksualiteit voor de geboorte, onder invloed van de testosteron die rondwaart in de baarmoeder op het moment dat enkele beslissende hersengebiedjes worden aangelegd. Dit is beslist niet het hele verhaal, maar wel een belangrijk deel ervan: er is vaak een aangeboren factor.

Veel homo’s en lesbiennes die ik spreek – en dat zijn er nogal wat, aangezien ik al een paar jaar bezig ben met een boek over het onderwerp – vertellen me dan ook dat ze hun hele leven al hebben geweten hoe de vork in de spreekwoordelijke steel zat. Dat ze op de kleuterschool al verliefd waren op klasgenootjes van hetzelfde geslacht. Nee, dat heeft nog niets met seks te maken. Maar homo’s zijn net hetero’s: de eerste schreden op het relatiepad hebben vaak meer te maken met vlinders in je buik dan met vlinders in je kruis.

Rest de vraag wat je hier als ouder nou mee moet. Het serieus nemen? Net zo serieus als de veel minder bewuste, haast automatische aanname dat kindlief wel ‘gewoon hetero’ zal zijn? Of moet je doen alsof er niets aan de hand is, het wegwuiven, meegaan in de gedachte dat deze kleuterhomoseksualiteit wel van tijdelijke aard zal zijn?

Ik wil dat laatste niet doen. En wel hierom: hoewel veel hetero’s lijken te denken dat uit de kast komen een noodzakelijk slotstuk is van een zoektocht naar de eigen seksuele identiteit, iets waar een kind récht op heeft zelfs, is dit een enorme misvatting. Het tegendeel is waar: een coming out is vaak moeilijk, soms zelfs traumatiserend. Niet-hetero’s schreven me hoe fijn ze het als kind hadden gevonden als hun ouders niet hadden geprobeerd hun oriëntatie onder het karpet te schoffelen, maar gewoon hadden geaccepteerd. Als ik mijn dochter die pijn kan besparen door nu luid, duidelijk en onbeschaamd haar lesbische kant te omarmen, doe ik dat. Niet uit politiek correctheid. Maar uit liefde.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

De clitoris zou wat vaker bezongen moeten worden. Het is een prachtig orgaan, dat veel meer om het lijf heeft dan alleen dat kleine topje dat onder die naam bekend staat. Het topje is deel van een grotere structuur van zwellichamen die zich, bijna teder, als twee vleugels om de vagina heen vouwen. Zo omvangrijk is deze structuur dat een vrouw vrijwel geen seks kan hebben zonder dat de clitoris er op de een of andere manier bij betrokken is. Zelfs als het topje van de vulkaan onberoerd blijft, wordt de rest van het orgaan indirect gestimuleerd. Als bonus functioneert hij als penetratiestootkussen, om ook het meer verhitte gerampetamp prettig en pijnloos te houden.

Tenminste, als een vrouw opgewonden is. Is ze dat niet, en gaat ze vrijen terwijl de clitoris niet in volle glorie meedoet, dan wordt seks en zeker penetratie al snel een onaangename oefening zonder bingogarantie. Zo’n onplezante ervaring beklijft: wie vaak tegen heug en meug sekst verliest gemakkelijk de goede zin.

Ik moest hieraan denken toen ik naar aanleiding van een New York Times-artikel las over de nieuwe libidopillen die Adriaan Tuiten, een zakenman met meer patenten dan wetenschappelijke publicaties op zijn naam, in de nabije toekomst op de markt wil brengen. Tot de doelgroep behoren ook vrouwen die lang met tegenzin vreeën en daardoor het contact met hun innerlijke vulkaan zodanig zijn kwijtgeraakt dat ze überhaupt geen zin meer hebben.

In het New York Times-artikel vertelt een vrouw bijvoorbeeld dat ze zichzelf één keer per week dwong tot seks met haar man, omdat ze hem ook niet steeds wilde afwijzen. Dit had meer te maken met wilskracht dan met lust; iets dat vaker gebeurt binnen langere relaties. Er zijn kleine kinderen, stress op het werk, ook nog het huishouden, en aan het eind van de dag ben je moe en was de seks met de man die je al zolang kent om eerlijk te zijn al een tijdje niet zo lekker dat je het voorrang wilt geven boven een warm bad of een goed boek.

Het taboe op dit gevoel garandeert dat pillen als die van Tuiten een ruime afzetmarkt hebben. Want natuurlijk zouden de meeste vrouwen liever als een seksdronken hertje met hun lief door de geilheidsweide dartelen dan uit schuldgevoel een verplicht nummertje maken. Maar of een pil dit kan verzorgen, is wetenschappelijk gezien zeer de vraag. De werking van dit soort middelen blijkt hiervoor telkens te klein of te afwezig. Bovendien hebben ze ook een tegenovergesteld effect, vreees ik: wanneer er een vrouwenlustpil beschikbaar komt, is het straks helemaal not done om even gewoon niet meer te willen. Dan wordt een vrijpartij nog meer dan nu iets dat je als vrouw aan je man dient te geven. Iets waar hij recht op heeft. Maak maar zin. Desnoods met een pil.

Het is dit taboe op minder zin dat besproken zou moeten worden, niet de gebrekkige vrouwenlust. Want zoals seksuologen weten: geilheid komt en gaat. Dat hoort bij het leven. Aan het begin van een relatie is er doorgaans meer dan genoeg, en in tijden van stress of baby’s is er minder. Vaak trekt dat wel weer bij. Maar wanneer er met tegenzin wordt gevreeën, en genot onderschikt wordt aan plicht, wordt de kans op goede zin en lekkere seks steeds kleiner. En dat heeft die glorieuze clitoris toch echt niet verdiend.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Dat klaarkomen bijzonder lekker is, daarover hoeven we niet te discussiëren. Maar heeft het vrouwenorgasme ook nut?

Daar lig je dan. Je hoofd is met plakband vastgemaakt aan een hersenscanner. Je moet je ogen dichtdoen en niet bewegen. In je anus zit een sonde die controleert of je straks, nadat je partner je enigszins voorzichtig heeft gevingerd, ook echt een climax hebt bereikt.

Dit klinkt misschien als een scène uit een foute doktersroman, maar in feite gaat het hier om een volkomen serieus onderzoek van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Onderwerp van de studie: het vrouwenorgasme. Om precies te zijn zoeken de Groningers naar het antwoord op een vraag die wetenschappers van allerlei pluimage al decennia bezig houdt: hoe en waarom komen vrouwen eigenlijk klaar tijdens de seks?

Zo op het eerste gezicht lijkt een noodzaak voor het vrouwenorgasme namelijk te ontbreken. Een vrouw hoeft bijvoorbeeld geen hoogtepunt te beleven om zwanger te kunnen worden. Zelfs van verkrachting kan ze in verwachting raken (in de categorie ‘onplezierige statistieken’: in zeven procent van de gevallen gebeurt dat ook, volgens cijfers van het RIVM).

Waar bij het mannenorgasme de spiersamentrekkingen nodig zijn om het sperma van A naar Baarmoeder te krijgen, en het bijbehorende lekkere gevoel zorgt dat een man niet halverwege een vrijpartij afhaakt, is het vrouwenorgasme zo op het oog voor de voortplanting een nogal nutteloze, zij het uitermate plezierige, aangelegenheid. Energieverspilling, zou je haast zeggen. Maar de evolutie staat niet bekend als een proces dat vaak nutteloze, energieverslindende hobby’s in stand houdt. Er moet dus meer aan de hand zijn.

Daar wilden de Groningse wetenschappers alles over weten, vandaar dat ze twaalf vrouwen in hun hersenscanner plakten. Misschien zou het brein van de klaarkomende dames licht werpen op de kwestie. Over het ‘hoe’ van het vrouwenorgasme ontdekten ze iets interessants. Een vrouw komt alleen tot een climax als de hersengebiedjes die betrokken zijn bij plannen en nadenken inactief worden. Blijft ze piekeren, dan kan haar partner vingeren tot hij een ons weegt, maar een hoogtepunt komt er niet.

Pas bij een piekerstop loopt de hersenactiviteit in het genotscircuit van de hersenen op. De hersenonderdelen in dit circuit hebben gemeen dat ze allemaal erg gevoelig zijn voor dopamine, dezelfde signaalstof die ook in het brein aanwezig is als iemand bijvoorbeeld net een snuif cocaïne heeft genomen. Dat verklaart dus netjes hoe een vrouw tot een seksuele climax komt en waarom dat lekker is. Maar het zegt vrij weinig over de vraag waarom het orgasme überhaupt plaatsvond.

=

Daar zijn natuurlijk wel theorieën over. Eén van de oudste stelt dat het vrouwenorgasme weliswaar niet absoluut nodig is voor een zwangerschap, maar misschien wel de kans op bevruchting vergroot. Dat werkt zo. Wanneer een vrouw klaarkomt, trekt haar baarmoedermond samen. Het zou kunnen dat die baarmoedermond tijdens dat proces als het ware in de zojuist uitgestorte spermavoorraad dipt en het verse zaad vervolgens mee naar binnen zuigt, richting eicel.

Dit upsuck-mechanisme – zo heet het echt – was aan het eind van de negentiende eeuw al waargenomen door de nogal nieuwsgierige arts Joseph Beck. In zijn nauwgezette verslag is te lezen hoe hij een 22-jarige blondine met acne en een hele flinke baarmoederverzakking met zijn vinger stimuleerde, waarna de duidelijk van buitenaf zichtbare baarmoedermond ‘vijf tot zes keer achter elkaar “naar adem hapte”…’., als een vis die een blubmondje maakt.

Helaas voor Beck en co bleek uit nader onderzoek dat het upsuck-mechanisme niet zo’n belangrijke rol speelt bij de bevruchting. Twee wetenschappers maakten bij wijze van experiment een soort nepsperma van maizenapap en een stof die zichtbaar te maken is met een röntgenapparaat. Nadat ze het papje bij de vrouw hadden ingebracht, masturbeerde zij tot ze klaar kwam. Een röntgenfoto liet zien dat het zaad – blubbende baarmoedermonden ten spijt – niet daadwerkelijk richting eicel werd gezogen. Exit upsuck-theorie.

=

Misschien zoeken we het de verklaring voor het vrouwenorgasme op de verkeerde plek. Wellicht moeten we niet bij de vruchtbaarheidsartsen zijn, maar bij de evolutiebiologen. Enter Desmond Morris. Hij schreef in 1969 in zijn veelgelezen en invloedrijke boek ‘De naakte aap’ over maar liefst twee voortplantingsvoordelen van het vrouwenorgasme. De eerste heeft te maken met zwaartekracht. ‘Elke reactie die vrouwen horizontaal houdt wanneer de man ejaculeert en ophoudt met copuleren heeft een groot voordeel’, schreef Morris. Oftewel: het is handig als een vrouw na het vrijen nog wat blijft liggen, want dan loopt de sperma in plaats van langs haar benen zo, hup, haar baarmoeder in.

Deze overweging raakte echter al gauw in de wetenschappelijke vergetelheid, al was het maar omdat we allemaal weten dat er veel meer manieren zijn om seks te hebben dan de positie waarbij de vrouw horizontaal op haar rug verkeert. Het tweede voordeel dat Morris opperde bleef langer in zwang. Hij stelde dat de optie van een regelmatige wip er in de oertijd voor zou hebben gezorgd dat mannen niet wegliepen naar andere vrouwtjes, maar in plaats daarvan iedere avond braaf naar de thuisgrot kwamen om hun buffel te delen en te helpen met het verzorgen van kwetsbare baby’s. De vrouwelijke seksdrive, aangejaagd door haar behoefte aan een orgasme, bestond dus voor de paarbinding. Oftewel: zodat prehistorische dames konden zorgen dat hun holbewoner niet zou begeren zijns naasten vrouw.

Biologiehoogleraar Elizabeth Lloyd van de Indiana University heeft echter niet zoveel op met paarbinding als verklaren voor het vrouwelijke klaarkomen. In haar boek The case of the female orgasm wijst ze er onder meer op dat de apensoort waar de vrouwtjes die het vaakst klaarkomen – de bekende seksbeluste bonobo’s – beslist niet aan stelletjesvorming wordt gedaan. En de apen die wel aan de monogame langetermijnrelatie gaan – gibbons, bijvoorbeeld – hebben soms juist jarenlang geen seks. Bij hen geldt: hoe langer de verkering duurt, hoe minder vaak er wordt gewipt. Een beeld dat ook de meeste mensen niet onbekend zal voorkomen. En dat past helemaal niet bij de gedachte dat het vrouwenorgasme vrouwen motiveert om met pret in bed een man voorgoed aan zich te binden. Exit Morris.

=

Ook de feministische antropoloog Sarah Blaffer Hrdy van de University of California in Davis heeft niets op met theorie van Desmond Morris. Zij vindt hem veel te mangericht: waarom zou je de climax van de vrouw puur en alleen verklaren door te bedenken wat dit voor de man zou hebben betekend? Hrdy gooide het perspectief om. Misschien heeft het damesorgasme wel evolutionair nut voor de vrouw zelf. En wel op deze manier: het helpt om haar kinderen – en daarmee haar eigen genen – betere overlevingskansen te geven.

Hrdy baseert deze gedachte op observaties die zij deed bij apen. Bij veel apensoorten is het mannetje de baas van de groep. Uit hoofde van zijn functie mag hij seks hebben met alle vrouwtjes, en hij verwekt dan ook de meeste kinderen. Maar eens in de zoveel tijd vindt er in dit politieke landschap een machtswissel plaats. De nieuwe alfaman heeft dan een groep vrouwtjes voor zich die allemaal nog druk bezig zijn de baby’s van de vorige topaap te zogen. Slecht nieuws voor zijn genen, want zolang de dames zogen kunnen ze niet van hem zwanger worden. Dus wat gebeurt er: niet zelden vermoordt de nieuwe leideraap alle babyaapjes om met een schone lei te kunnen beginnen met het verspreiden van zijn eigen zaad.

Dit is natuurlijk ontzettend sneu voor de vrouwtjes, en evolutionair onhandig bovendien, want al die moeite van het paren, zwanger worden en zogen is na zo’n partijtje kindermoord voor niets geweest. Er is geen DNA doorgegeven aan de volgende generatie. Vandaar dat vrouwenapen zichzelf tegen dit scenario beschermen. Hrdy ontdekte dat ze dat doen door in hun vruchtbare periode seks te hebben met heel veel mannetjes. Zo blijft onduidelijk wie de vader van het kind is, en een mannetjesaap zal niet snel een jong vermoorden dat misschien wel door hemzelf verwekt is. En wat zorgt er nou voor dat deze dames voldoende gemotiveerd zijn om al seksend deze kindermoordverzekering af te sluiten? Precies: een fijn orgasme.

Helaas voor Hrdy signaleert Elizabeth Lloyd ook bij deze theorie de nodige problemen. Zo wijst zij erop dat hoewel de meeste apenvrouwtjes, precies zoals Hrdy zegt, buitengewoon fanatiek in het rond vrijen, de dames bij deze inspanningen maar zelden klaarkomen. Bij de beermakaken komen de vrouwtjes bijvoorbeeld, afhankelijk van het mannetje, in vijf tot veertig procent van de vrijpartijen tot een hoogtepunt. Exit Hrdy.

=

Volgens Lloyd is er in alle redelijkheid maar één reden aan te wijzen waarom vrouwen kunnen klaarkomen: omdat mannen het kunnen. Dat klinkt zo op het eerste gezicht een beetje alsof we terugkeren naar de wat ouderwetse mangerichte theorie van Desmond Morris, maar dat valt reuze mee. Het gebeurt namelijk in de biologie vaker dat de ene sekse op het eerste gezicht nutteloze kenmerken van de andere sekse heeft, gewoonweg omdat het evolutietechnisch gezien teveel gedoe was om dat ene kenmerk er voor die ene sekse uit te slopen. Denk maar aan de mannentepel: die heeft ook niet echt een functie, maar zit er omdat vrouwen hun tepels heel erg nodig hebben voor het voeden van hun jonkies en het de natuur teveel werk was om ze speciaal voor het mannenmodel actief weg te bezuinigen.

De omdat-hij-het-kan-kan-zij-het-ook-theorie klopt met wat we weten over hoe onze geslachtsdelen in de baarmoeder worden aangelegd. Wanneer een embryo zich begint te ontwikkelen is er namelijk geen verschil tussen jongens en meisjes. Die komen er pas na een paar weken. Zelfs bij volwassenen kun je nog zien dat de geslachtsdelen in beginsel uit hetzelfde loodgieterswerk zijn ontstaan. Zo kun je aan de balzak zien dat ze ooit beginnende schaamlippen zijn geweest: daarom zit er een naadje op. En daarom heeft de clitoris, net als de penis, zwellichamen die vol bloed kunnen lopen.

En niet alleen qua schaamstreekanatomie komen mannen en vrouwen overeen. Uit het breinonderzoek van de Groningse wetenschappers bleek namelijk dat vrouwen dezelfde hersenactiviteit hebben tijdens het klaarkomen als mannen. En uit een Amerikaanse analyse van tientallen studies onder tienduizenden mensen blijkt dat waar het aankomt op libido, vrouwen niet onderdoen voor de kerels. Allemaal aanwijzingen dat vrouwen zijn toegerust met dezelfde functies en mogelijkheden als een man, en die ook gebruiken. Sterker nog: het is iets van de afgelopen honderd, honderdvijftig jaar dat de vrouw wordt gezien als het preutse geslacht. Daarvoor stonden de dames algemeen bekend om hun wellust.

En die wellust heeft misschien ook wel weer zo zijn nut gehad. Aangezien je aan een mensenvrouw niet kan zien wanneer ze vruchtbaar is – vrouwen worden niet krols, en in tegenstelling tot bij de chimpansee zwelt haar achterwerk niet roze op – moet er een hoop worden gesekst voordat het raak is. Na drie maanden proberen is de kans op zwangerschap bij mensen maar dertig procent. En dat hebben van heel erg veel seks ging vast ook in prehistorische tijden een stuk gemakkelijker als de vrouw ook lekker vaak goede zin had. En bovendien, het zou zonde zijn om niet te gebruiken wat de evolutie je heeft gegeven: een prachtig lijf dat heerlijk kan klaarkomen.

Met dank aan seksuoloog en psycholoog Ellen Laan (AMC) voor haar toelichting over het vrouwenorgasme en anatomie.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.