‘Waarom ga je niet iets met crowdfunding doen?’ vraagt een vakgenoot me. Ik heb net op twitter verteld hoe ik, als onverzekerde zzp’er, mijn inkomen door ziekte heb zien dalen van bijna een halve ton naar minder dan minimumloon.
De vakgenoot denkt dat ik met crowdfunding dat inkomensverlies deels zou kunnen goedmaken. Geen onsympathiek idee, en toch twijfel ik. Het is niet dat ik te trots ben om mijn hand op te houden. Maar er schuurt iets. Ik weet alleen nog niet wat precies.
In mijn omgeving zie ik ze steeds vaker langskomen: crowdfundingsacties voor iemand met een ziekte of beperking. Een kennis heeft dankzij zo’n inzameling eindelijk een rolstoel die lekker zit. Een vriendin met een progressieve zenuw-spierziekte kan zonder zorgen over de eigen bijdrage een traplift laten installeren die wél in haar huis past. Collega Harriët Duurvoort schreef in de Volkskrant een column over Sonja, een alleenstaande moeder met ongeneeslijke kanker en schulden, die graag nog een keer met haar kinderen naar het Burning Man-festival zou gaan. Binnen een dag was het benodigde bedrag ingezameld.
Het ontroert me: hoe gul men geeft, hoe dat een zwaar leven iets lichter maakt, omdat in ieder geval de financiële lasten nu even door vele schouders worden gedragen. En toch, en toch.
Duurvoort schrijft in haar column dat Sonja in de schulden raakte nadat ze door ziekte niet meer zoveel kon werken. En dan: ‘Het is absurd dat we in onze verzorgingsstaat geen vangnet hebben voor iemand als Sonja.’ Dat is het, denk ik, dát is wat er aan me knaagt. Een passende traplift of comfortabele rolstoel is geen luxe; het zorgt dat mensen kunnen bewegen. Een inkomen bij ziekte is geen bonus; het zorgt dat mensen kunnen eten. Dit zijn basisbehoeftes die gewoon helemaal vergoed zouden moeten worden. Het is hartverwarmend wanneer vrijgevige mensen willen inspringen als die vergoeding uitblijft. Maar tegelijkertijd bedekt deze mantel der liefde de onacceptabele gaten die er zijn gevallen in ons maatschappelijk vangnet.
En dat is er nog dit: een gift is geen recht. Je kunt liefdadigheid niet opeisen; je moet afwachten wat je gegeven wordt. En wat als je aandoening chronisch is, en na een poos is het nieuwtje eraf? Of wat als je weinig vrienden hebt? Crowdfunding kan prachtig zijn, maar wanneer het van basiszorg een meritocratie maakt, is het niets meer dan een soort ‘recht van de sterkste’. Of, accurater, ‘het recht van de populairste’.
Zoals voor zoveel dingen in onze neoliberale samenleving geldt dan: het werkt fantastisch voor wie het werkt. Maar voor de anderen rest is er niet genoeg. En dat hoort ook te schuren.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.