dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Van verkiezingsdag hadden we in huize Ten Broeke een feestje gemaakt. We stemden, we aten taart. Ik schreef op Facebook: ‘Vandaag kan het. De revolutie zou kunnen uitbreken, niet met geweld, maar vreedzaam, stembiljet na stembiljet. Mensen zouden het rode potlood kunnen oppakken en alleen nog maar liefde en hoop kunnen voelen, geen angst of hebzucht of egoïsme. Ik ben nergens meer bang voor, zouden ze kunnen denken: laat ik stemmen op een partij die groots en meeslepend durft te dromen van een betere, groenere, eerlijker en rechtvaardiger wereld.’ Ik wandelde in de natuur; het rook naar ontluikende lente, de zon scheen terwijl ik Imagine van John Lennon neuriede – you may say I’m a dreamer, but I’m not the only one.

Ik wist best dat ik mezelf voor het lapje hield. Dat was een bewuste keuze. Het is een zware tijd geweest, van geklooi met coronavaccins, een halfbakken lockdown, versoepelingen terwijl de besmettingscijfers oplopen. Ik dreigde neerslachtig en cynisch te worden, dus bouwde ik voor mezelf een dag vol hoop en vertrouwen in. Vol vrolijke lichtheid. Soms moet je zelf de slingers ophangen.

Een dag later is er de kater van gewoon weer wakker worden in precies hetzelfde land als de afgelopen jaren, maar dan net weer een tandje schraler en onverdraaglijker. Mark Rutte, onze teflonpremier aan wie niets blijft plakken, heeft de VVD wederom naar de winst gegrijnsd. Hij hoefde er nauwelijks iets voor te doen: een snufje semi-oprecht berouw over de toeslagenaffaire, gevolgd door de lachende (maar onjuiste) vaststelling dat er ook veel goed is gegaan. Dat ons coronabeleid een puinhoop is, werd hem nauwelijks voor de voeten gegooid. Dat zijn klimaatplannen schrijnend tekortschieten, daar danste hij omheen.

En dat er onder zijn verantwoordelijkheid vluchtelingen op de Griekse eilanden leven in de diepste ellende, in vieze, overstromende kampen waar baby’s door de ratten worden gebeten? Daar feliciteerde Rutte zichzelf mee. Hij voerde het zelfs aan als reden om niet op de PVV maar op de VVD te stemmen: Wilders kon er enkel verwoed over twitteren, hij kon dit beleid ook echt uitvoeren. Zoals Jan Postma opmerkte op Twitter: ‘Dat je pitch twee dagen voor de verkiezingen is: stem niet op de fascist want hij levert niet en ik wel.’

Zo kom je in ons land dus aan de winst: zo hard naar rechts leunen dat je bruin ziet. En niet alleen de VVD. Volgens de voorlopige verkiezingsuitslag – terwijl ik dit schrijf, op donderdagochtend – komen er straks 29 fascisten in de Tweede Kamer. 17 voor de PVV, met hun plannen voor een ministerie van de-islamisering en het ontzeggen van allerlei grondrechten aan moslims. 4 voor JA21, een partij van mensen die zich enthousiast bij Baudet voegden nadat hij al uitgebreid had gesproken over homeopathische verdunning en een dominant blank Europa, en vervolgens in een ietsiepietsie nettere verpakking voor zichzelf begonnen.

En 8 voor het Forum voor Democratie zelf; een verviervoudiging voor de partij die al nooit stiekem was over haar fascisme, maar waar het racisme en antisemitisme de afgelopen maanden wel heel schaamteloos tegen de plinten klotste. Iets dat inmiddels alweer zo genormaliseerd is dat de analyse van de NOS op verkiezingsavond luidde: ‘Als je zag in welke crisis ze zaten, is dat toch een hele prestatie.’

De winst van D66 zou tegenwicht moeten bieden aan dit rechtse geweld. Maar ik ben daar niet gerust op. Want laten we eerlijk zijn: D66 is het meegaande midden. Ze drukken zelden ergens echt een stempel op, zodat je, als het formatiepuntje bij het VVD-paaltje komt, meestal geen bal aan ze hebt, behalve misschien als je euthanasie wilt. En er is niemand om ze bij de les te houden, want de linkse oppositie is als een oude soufflé in elkaar gezakt.

En toch vertik ik het om mijn slingers weer op te bergen. Cynisch en somber worden kan altijd nog, dus ik houd mijn blik gericht op dat ene lichtpuntje in de verkiezingsuitslag: de zetel voor BIJ1. Een idealistische partij die juist antiracistisch is, waar rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid bovenaan staan. Het lijkt er nu op dat het deze keer gaat lukken. En dat geef me moed. Want elke weg begint met één stap. En ik geloof dat één idealist meer waard is dan duizend fascisten. Zeker als er achter die idealist tienduizenden hoopvolle, strijdbare mensen staan. You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Ondanks de voorspelbare debatten met tandeloze stellingen en voorgekookte semi-snedigheden, ondanks de belegen politici die strooien met mooie beloftes die ze straks weer zullen inruilen voor een plekje op het pluche, ondanks dat houd ik van verkiezingstijd. Het is de belofte ervan, denk ik; de hoopvolle verwachting dat het tij kan keren, dat de revolutie binnen handbereik zou kunnen zijn. Verkiezingstijd is als lopen op een groot station wanneer de omroeper meldt dat de trein naar Parijs zal vertrekken vanaf spoor 14; het gevoel in je buik wanneer je beseft dat je niet per se naar huis hoeft te gaan; je zou vanavond ook langs de Seine kunnen lopen. Je doet het misschien niet, maar het kán. De mogelijkheid is er.

Het gevaar is dat de verkiezingen vooral over corona zullen gaan. De VVD lijkt daar zelfs op te mikken: tussen het RTL-debat door zag ik spotjes met zogenaamd gewone mensen die zogenaamd spontaan vertellen dat ze op Mark Rutte gaan stemmen want ‘ja, hij doet het toch maar’. En: ‘Omdat het einde van de coronacrisis nog niet in zicht is, en dan mag ie het afmaken ook.’ Gelukkig blijkt uit een peiling van EenVandaag dat kiezers slimmer zijn dan dat. Bijna 70 procent van het panel vindt dat het te weinig gaat over Nederland na de coronacrisis. ‘Klimaat, milieu en duurzaamheid’ is na gezondheidszorg het belangrijkste thema; voor jongeren staat het zelfs op 1.

In dat licht is het aardig om eens te kijken wat Mark-hij-doet-het-toch-maar-Rutte in het decennium dat hij met zijn kabinetten aan de macht was allemaal voor de bakker heeft gekregen. Milieudefensie kwam, attent, met een rapport. Onze natuur staat er slecht voor en onze CO2-uitstoot daalt te traag. De energievoorziening bestaat nog steeds voor zo’n 90 procent uit kolen, aardgas en aardolie – net als tien jaar geleden. Slechts 3 procent van de belastingen wordt gehaald bij vervuilers – net als tien jaar geleden. De staat geeft grote bedrijven jaarlijks minstens 3 tot 5 miljard euro subsidie op fossiel brandstofgebruik – net als tien jaar geleden.

Er is een oppervlakte van drie keer Nederland nodig voor al onze consumptie – net als tien jaar geleden. Onze stikstofuitstoot is superhoog, onder meer door ammoniak, want dat spul zit in mest en we hebben per hectare de grootste kakkende veestapel ter wereld – net als tien jaar geleden. Het aantal boerenlandvogels en vlinders is aan het dalen – net als … Afijn.

En ook buiten Nederland gaat het niet zo fluks. ‘Negen miljoen mensen sterven jaarlijks vroegtijdig door milieuvervuiling, een op de acht plant- en diersoorten dreigt uit te sterven en de opwarming van de planeet zal met de huidige trend maar liefst 3 graden bedragen aan het einde van de eeuw’, zo vatte Trouw een VN-milieurapport samen. ‘2021 moet het jaar worden waarin de mensheid zich verzoent met de natuur’, zei de secretaris-generaal van de VN eerder, tijdens een klimaattop in Parijs. ‘Tot nu toe zijn we de planeet aan het verwoesten. We hebben haar misbruikt alsof we een reserve hebben.’

Dit jaar staan er twee grote conventies gepland: over biodiversiteit in Kunming en een klimaattop in Glasgow. Daar moet het roer om, van het Grote Plunderen naar het Grote Herstel. Niet alleen moeten we nu écht-echt onze CO2-uitstoot fors terugdringen en bestaande natuur beschermen, maar, zo schrijft Graham Lawton in de New Scientist, we moeten verder gaan en op grote schaal natuur maken. Voor ons land betekent dit vooral dat we landbouwgrond laten verwilderen of liefdevol restaureren met inheemse planten, herstelde waterlopen en de herintroductie van wilde dieren.

Dit zijn de betere revoluties. Minder vee, meer bos. Minder koeien, meer bloemen. Minder gebouwen, meer beekjes. Minder vervuilen, meer bloeien. En het is nog goed voor de economie ook, stelt Lawson. Voor elke dollar die je uitgeeft aan het opkalefateren van een zielig ecosysteem krijg je er 10 terug, met name omdat natuur dingen levert die anders geld kosten, zoals schoner water en dito lucht, gewasbestuiving en CO2-opslag. Extragratisbonus is dat we dan in een land zullen wonen vol groen en wildernis om in te fietsen en wandelen, zodat we op mooie zondagen niet meer in polonaise door het bos hoeven te schuifelen.

Dit is het jaar, dit is het moment om de belofte daarvan in je buik te voelen. Om de opwinding te proeven. Om de revolutie te ruiken. En dan te gaan stemmen. Want het is nu niet aan Mark-dan-mag-ie-het-afmaken-ook-Rutte. Het is aan ons.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

De laatste tijd denk ik vaak aan de kikker van Al Gore. In de film An inconvenient truth, vijftien jaar oud alweer, vertelt hij dat een kikker die onverhoopt een pan kokend water inhupst, er onmiddellijk weer uit springt, omdat hij weet dat hij in gevaar is. Maar wanneer precies dezelfde kikker in een pan terechtkomt met lauw water dat langzaam aan de kook wordt gebracht, blijft hij zitten, zelfs als de temperatuur hoog oploopt. Het is natuurlijk een metafoor: wij zijn de kikker, de pan is de aarde. Wat Gore wil zeggen, is dat er iets schort aan hoe we nadenken over klimaatverandering. We reageren niet of nauwelijks, omdat het proces te langzaam gaat.

Het zijn de kikkers die Gore met deze metafoor tekort doet. Die blijken namelijk wel degelijk uit de pan te springen wanneer het water oncomfortabel heet wordt. Of mensen zo snugger zijn, valt nog te bezien. Een populaire theorie schrijft ons gebrek aan actie in de klimaatcrisis toe aan een onwillig oerbrein, dat geëvolueerd is om vooral op onmiddellijke onraad te reageren, niet op zaken die hachelijk zijn voor anderen, elders, in de toekomst.

Inmiddels moge duidelijk zijn dat deze theorie een probleempje heeft: de klimaatcrisis is niet langer iets van elders en ooit; het is hier en nu. IJskappen smelten in recordtempo. Weersomstandigheden waaronder gigantische, verwoestende bosbranden mogelijk zijn, komen vaker voor. In een artikel over het werk van fotograaf Kadir van Lohuizen is te zien hoe er op Kiribati niet meer is tussen de zee en de huizen dan zandzakken en boomstronken. Dichterbij: langdurige droogtes en hittegolven die vroeger vrijwel onmogelijk waren.

En wat doen we aan deze nijpende kwestie? Wat doen onze leiders? Ze hikken tegen toch al niet hemelbestormende klimaatdoelen aan, eikelen wat in de marge met een subsidietje hier en daar, en organiseren een internationale top, niet over hoe we alles op alles kunnen zetten om het tij alsnog te keren, maar over adaptatie; over aanpassing aan de opwarming van de aarde, niet over het voorkomen daarvan. Een top over dweilen met de gletsjer open.

‘Je vraagt je af: hoe werkt ons brein?’, zegt Van Lohuizen. Maar is dat de juiste vraag? Hoogleraar psychologie Michael Schmitt en zijn collega’s denken van niet. Het is te beperkt, stellen ze, om het gebrek aan klimaatactie enkel te wijten aan een onbehulpzame psyche. Zo verdonkeremaan je andere belangrijke factoren; sociale en economische structuren, de machtskwestie. Om iets te noemen: er zijn talloze mensen – klimaatactivisten, inheemse actievoerders – wier hersenen heel prima in staat zijn om klimaatgevaar te zien en in verzet te komen. Maar zij hebben in een kapitalistische wereld weinig macht; minder dan, zeg, bedrijven die superrijk worden van de verwoesting van de planeet en dus belang hebben bij de status quo.

Het probleem is niet dat wij kikkers zijn; het is dat we kikkers zijn in een kapitalistische samenleving, waar geld te verdienen valt aan het opwarmen van de pan.

In dat licht is het bijna cynisch dat premier Rutte de wereldleiders op de adaptatietop voorhield dat er dik te verdienen is aan klimaataanpassingen; een investering van 1,8 biljoen dollar kan in tien jaar meer dan 7 biljoen kan opleveren, spiegelde hij voor. Dit zit me dwars. Natuurlijk is aanpassing ook nodig; we hebben zelfs de morele plicht zulks voor armere landen te betalen, want zij hebben dit probleem niet veroorzaakt.

Maar wat als iemand straks roept dat álle aandacht naar adaptatie moet gaan, en de focus zodanig verschuift dat onze leiders de lust en moed verliezen om de uitstoot van broeikasgassen drastisch terug te brengen? Wat als ze ontdekken dat dweilen met de kraan open verdraaid lucratief is? Jammer voor de mensen in Bangladesh of Mozambique, maar goed voor BV Nederland? Wat als er straks nóg meer rijke lui zijn die er baat bij hebben om de opwarming juist niet te stoppen? Wat als onze leiders ons van dralen naar schoorvoeten zo de berustende acceptatie inrommelen: ach ja, de aarde warmt op, tja, nou, niks meer aan te doen. Wil er iemand nog een kekke nieuwe dijk kopen?

Theoretisch gezien is het natuurlijk mogelijk dat Rutte ons eens niet teleurstelt. Of dat groene idealen het groots en meeslepend winnen van de kapitalistische belangen van rijke mensen en machtige bedrijven. Mocht het echter anders lopen, onthoud dan: wij zijn misschien de kikkers – maar het is verdorie ónze pan.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Beste Mark,

Tenzij er bijzondere dingen gebeuren, zul je aanblijven als premier van Nederland. De VVD is in iedere peiling veruit de grootste partij en je populariteit rijst sneller dan een bal deeg onder een warme theedoek. Zelfs op links vindt men je een toffe peer.

Persoonlijk ben ik net een tikkie minder enthousiast. Ik voel me bijvoorbeeld niet zo bereid om over het leed in de jeugdzorg, het stijgende aantal daklozen en het gebrek aan goed klimaatbeleid heen te kijken omdat je zo joviaal grijnst en puike persconferenties geeft.

Maar ik snap wel waarom mensen je graag zien. Jij bent onze teflonpremier. Geen clusterfuck zo groot of het glijdt van je af. Je bent gladder dan de spreekwoordelijke paling in een emmer snot. Jokken dat je niets wist over die 70 burgerdoden bij een Nederlandse luchtaanval in Irak? Kleeft je niet aan. De Turkije-deal die je bijna eigenhandig bij elkaar lobbyde en die Europa zo op slot heeft gegooid dat er nu op de Griekse eilanden kampen vol mensen in de diepste ellende en kou zitten? Niemand wijst naar jou.

Een belastingdienst die, terwijl jij ons land leidde, de levens van burgers kapot maakte met valse beschuldigingen van fraude? We namen het allerlei bewindslieden kwalijk, maar jou raakte het niet. Het grote coronasterven in de verpleeghuizen, het steeds weer falende indambeleid? Het glibberde van je af als een gebakken eitje uit een nieuwe koekenpan.

In de week voor kerst sprak je ons toe vanuit het Torentje. Ernstig en kalm kondigde je een plotselinge, strenge lockdown aan. Inspirerend, hoorde ik mensen zeggen; knap, indrukwekkend. Je brengt het zo goed, dat ze even vergeten dat je alleen een noodstop hoeft te maken als je niet op tijd bent begonnen met remmen. Maar ook dat zal wel niet aan je blijven plakken.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Het aardige van met je kinderen in de auto zitten, is dat het je de kans geeft om aan hun muzikale opvoeding te klussen. Ze kunnen immers nergens heen en moeten dus noodgedwongen alles aanhoren wat je opzet. Zo luisteren wij op weg naar het bos naar Greenday, Hole en Skunk Anansie. En naar een verdwaald schijfje met Nederlandstalige popklassiekers waar mijn dochters telkens weer om vragen, misschien omdat ze die teksten beter verstaan.

Klein Orkest zingt: En alleen de vogels vliegen van Oost- naar West-Berlijn / Worden niet teruggefloten, ook niet neergeschoten

Als vogel kun je zonder belemmering gaan waar je wilt. Grenzen hebben geen betekenis voor vogels; ze vliegen gewoon naar waar het goed is, naar waar het brood ligt.

Hoe anders is het voor mensen. Onze leiders hebben van Europa een fort gemaakt. Terwijl we over de Sallandse heuvelrug rijden moet ik denken aan Lesbos. Na de brand in Moria is er een nieuw kamp verrezen, op een oud militair schietterrein: Human Rights Watch maakt zich zorgen over een mogelijk giftige hoeveelheid lood in de bodem. Bovendien loopt het kamp soms onder water, zodat alles nat en modderig is. Er zijn geen douches, geen stromend schoon water, verlichting of verwarming voor de tenten. De winter staat voor de deur. En toch stemde een Kamer-meerderheid dinsdag tegen een motie om zo snel mogelijk 100 kinderen, en later nog eens 500, van daar naar hier te halen.

Bløf zingt: Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk / Hier ben ik heilig, dit is mijn kerk / Dit is mijn haven, hier leg ik aan / Hier kan ik slapen, hier moet ik staan

We willen allemaal veilig zijn, denk ik. Je geborgen weten is misschien wel de diepste menselijke behoefte. Daarom zijn er ook zoveel liedjes over.

In de haven van Samos zaten kinderen van soms nog geen vijf jaar oud opgesloten in cellen zonder licht, verwarming of bedden, las ik in de krant. Baby Joseph overleefde een schipbreuk, om alsnog te sterven op een reddingsboot omdat niemand hulp wilde sturen. Een Kamer-meerderheid steunde een motie die het redden van mensenlevens op de Middellandse Zee strafbaar wil maken. Dit komt dan bovenop de grenswachters van Frontex die met hun schepen opzettelijk hoge golven maken om zo wiebelige bootjes met vluchtelingen terug te duwen naar Turkse of Libische wateren. Ali uit Syrië zat op zo’n bootje en vertelde: ‘We hadden kinderen bij ons. We hebben ze veel gesmeekt.’

Mijn kinderen zitten op de achterbank van onze auto, veilig in de gordels, omringd door airbags. Claudia de Breij zingt: Als de oorlog komt / En als ik dan moet schuilen / Mag ik dan bij jou?

Nee, zeggen onze leiders tegen Ali en Joseph en hun lotgenoten; jij mag niet bij ons. En ik moet denken aan hoe landen in 1951 het VN-vluchtelingenverdrag tekenden, met nog vers in het geheugen hoe niemand voor de oorlog Joodse vluchtelingen een veilige plek had willen bieden. Dat nooit meer, zeiden ze.

Als het meezit, condenseren we het beste van onszelf in wetten en verdragen: compassie, empathie, rechtvaardigheid. Door onszelf vast te pinnen op zo’n hogere morele standaard, zetten we een gemeenschappelijk overeengekomen rem op egoïsme, angst, haat, desinteresse in het lot van anderen. Wat zegt het dat ons parlement nu steeds moties aanneemt waar juist onze slechtste kanten in neerslaan?

The Scene zingt: Jij staat niet alleen / Iedereen is van de wereld / En de wereld is van iedereen

Ik betwijfel of de mensen die in een bootje proberen niet te kapseizen in de golven van een Frontex-schip, of die tegen de klippen op proberen hun kinderen warm te houden in een lekkende tent op Lesbos, in de wetenschap dat dit precies is hoe Europa het heeft gewild, het gevoel hebben dat zij van de wereld zijn.

Als je geen asielzoeker meer kunt zijn omdat je altijd welkom bent, als niemand meer ‘een gelukszoeker’ is omdat mensen net als de vogels overal heen mogen gaan, dan pas is de wereld van iedereen.

Dan pas, als geborgenheid meer is dan een belofte in een liedje. Als het een recht is van ieder mens: Dit is mijn haven
Jij staat niet alleen
En als de oorlog komt
Mag jij altijd bij mij

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Er is een gezegde: we hebben de aarde niet geërfd van onze ouders, maar te leen van onze kinderen. Ik geloof dat dit waar is. En dat je, op wat je te leen hebt, zo goed mogelijk moet passen.

Dus: hoe gaat het nu met onze aarde? Niet zo best. Het KNMI waarschuwde anderhalve week geleden dat we de kritieke grens van 1,5 graad opwarming al in 2030 zouden kunnen bereiken. Uit een pasverschenen VN-rapport bleek dat er elk jaar wereldwijd negen miljoen mensen sterven door milieuvervuiling. Een op de acht plant- en diersoorten dreigt uit te sterven.

Dit is niet langer een probleem van de toekomst: de klimaatcrisis is hier en het is nu. Het ijs op Groenland smelt in recordtempo. De Noordpool zoals wij die kennen is aan het verdwijnen. Op sommige plekken is het daar vier graden warmer. Het ijs smelt vroeger in de lente en begint later in de herfst met aangroeien. Het Antarctische zee-ijs blijkt sinds 2014 veel sneller te smelten dan verwacht.

Weersomstandigheden waaronder gigantische, verwoestende bosbranden mogelijk zijn, komen vaker voor. Op kleine eilandjes in de Stille Zuidzee, zoals Kiribati, is er vaak niets méér tussen de zee en de huizen dan zandzakken en boomstronken. Dichterbij kennen we langdurige droogtes en hittegolven die vroeger vrijwel onmogelijk waren. Wie, zoals ik, graag wandelt, kan in het Deventer buitengebied de sporen van de droogte en het stikstofbeleid zien: gestorven bomen, bossen waar tussen de hazelaars en berken nauwelijks meer iets anders groeit dan brandnetels en bramen. Afgelopen zomer was het zo warm dat ik van allerlei mensen hoorde dat hun konijnen waren gestorven aan oververhitting.

We hebben koyaanisqatsi bereikt. Koyaanisqatsi is een woord uit het Hopi. Het betekent: leven uit balans. Een gecorrumpeerd, chaotisch bestaan. Een manier van leven die vraagt om een nieuwe manier van leven. Die schreeuwt om een nieuwe manier van leven.

En wat doet onze regering? Veel te weinig. Milieudefensie kwam met een rapport over het klimaat- en milieubeleid van 10 jaar Rutte. Onze natuur staat er slecht voor en onze CO2-uitstoot daalt te traag. De energievoorziening bestaat nog steeds voor zo’n 90 procent uit kolen, aardgas en aardolie – net als tien jaar geleden. Slechts 3 procent van de belastingen wordt gehaald bij vervuilers – net als tien jaar geleden. De staat geeft grote bedrijven jaarlijks minstens 3 tot 5 miljard euro subsidie op fossiel brandstofgebruik – net als tien jaar geleden.

Er is een oppervlakte van drie keer Nederland nodig voor al onze consumptie – net als tien jaar geleden. Onze stikstofuitstoot is superhoog, onder meer door ammoniak, want dat spul zit in mest en we hebben per hectare de grootste kakkende veestapel ter wereld – net als tien jaar geleden. Het aantal boerenlandvogels en vlinders is aan het dalen – net als… Afijn.

Wat het kabinet wel deed: een internationale top organiseren, niet over hoe we alles op alles kunnen zetten om onze CO2-uitstoot terug te dringen, maar over adaptatie – over aanpassing aan de opwarming van de aarde, niet over het voorkomen daarvan. Een top over dweilen met de gletsjer open.

Op die top spiegelde Rutte de wereldleiders voor dat er dik te verdienen is aan klimaataanpassingen; een investering van 1,8 biljoen dollar kan in tien jaar meer dan 7 biljoen opleveren. Maar is dat wat de wereld, de aarde van onze kinderen, nodig heeft? Meer kapitalisme? En wat als BV Nederland dan straks ontdekt dat dweilen met de kraan open verdraaid lucratief is? Wat als er straks nóg meer rijke lui zijn die er baat bij hebben om de opwarming juist NIET te stoppen? Wat als onze leiders ons van dralen naar schoorvoeten zo de berustende acceptatie inrommelen: ach ja, de aarde warmt op, tja, nou, niks meer aan te doen. Wil er iemand nog een kekke nieuwe dijk kopen?

We hebben koyaanisqatsi bereikt. Een manier van leven die schreeuwt om een nieuwe manier van leven.

En gelukkig staan de verkiezingen voor de deur. Het moment dat we een stem krijgen en de mensen in Den Haag geen andere keus hebben dan naar ons te luisteren. Dit is het moment dat we kunnen stemmen voor de aarde van onze kinderen. Voor minder vee en meer bos. Minder koeien en meer bloemen. Minder gebouwen en meer beekjes. Minder vervuilen en meer bloeien.

Want de wereld is niet van Mark Rutte. De wereld is niet van de VVD. De wereld is niet van de KLM. De wereld is niet van Shell. De wereld is van onze kinderen. De wereld is van ons.

Deze korte toespraak gaf ik op zondag 14 maart 2021 tijdens de klimaatdemonstratie in Deventer. Delen van deze toespraak verschenen eerder als column in de Volkskrant.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.