We zijn niet gulzig genoeg geweest. Dat dacht ik toen ik Thierry Baudets essay las in American Affairs. Daarin keert hij zich tegen abortus, dat hij beschrijft als ‘het vernietigen van nieuw leven (in de baarmoeder) om te voorkomen dat de vrijheid van het individu verstoord wordt’. Dit is een slechte zaak, moeten we begrijpen, want zulk individualisme verzwakt de instituties die ons leven betekenis geven, zoals de familie, en maakt de samenleving week.
Vervolgens verbindt Baudet de bevrijding van de vrouw, via de vaststelling dat Westerse carrièrevrouwen onvoldoende kinderen krijgen, met de ‘demografische neergang van Europa’. In een vlaag van nauwelijks homeopathisch verdund lavendelfascisme voegt hij hieraan toe dat we de keuze hebben tussen óf terugkeren naar vroegere tradities en van daaruit wedergeboren worden als sterke natie, óf vervangen worden.
Baudet heeft de tijdsgeest mee: het recente abortusverbod in Alabama, Siriz die met subsidie ‘neutrale abortuskeuzehulp’ mag blijven geven ondanks banden met de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind, de Europese anti-abortuslobby die steeds professioneler en invloedrijker wordt. Zoals Sheila Sitalsing schreef: je kijkt even de andere kant op, en de vanzelfsprekendheden die er net nog waren zijn plotseling weg.
We zijn niet gulzig genoeg geweest, dacht ik; deze strijd leek gewonnen, en dus hebben we als feministen verzuimd abortus op te eisen als recht voor iedereen met een baarmoeder. Dat is het nu niet: het staat nog steeds in het strafrechtboek, met als uitzondering dat een arts mag besluiten dat het een noodsituatie betreft. Voor baarmoederhebbers is het grondrecht op lichamelijke onaantastbaarheid dus nog steeds voorwaardelijk. Nu de conservatieve wind aantrekt, maakt dit het baas-in-eigen-buik-idee verontrustend kwetsbaar.
We zijn niet gulzig genoeg geweest, en nu wordt er zelfs door voorstanders van abortus over gesproken alsof het een gunst is. Zo noemde Arjen van Veelen het ‘in mijn ogen niets vrolijks, eerder een noodzakelijk kwaad.’ NRC-columnist Rosanne Herzberger schreef: ‘Pijnlijk om vrouwen een rondedansje te zien doen rondom abortussen. Terwijl uiteindelijk abortus toch gewoon falen is. (..) een laatste verdrietige noodgreep.’ Abortus als iets dat des-aller-noods geschonken kan worden, maar waarvoor je wel dient te betalen in berouw, schuld, en schaamte.
Maar waarom? Ik zag vrouwen nooit massaal lichtzinnig doen over abortus. Wel zag ik vrouwen hun mogelijkheid tot zelfbeschikking-in-utero bejubelen. En terecht: baas zijn in eigen buik is een groot goed. We zouden er parades voor moeten houden. Al was het maar omdat de alternatieven verschrikkelijk zijn.
Daar hoor je conservatieven zelden over; zij koesteren de impliciete suggestie dat wanneer je abortus verbiedt, er een toekomst wacht vol blozende baby’s, gelukkige gezinnetjes en sterke natiestaten. In werkelijkheid gebeurt er dit: illegale abortussen, mogelijk met breinaalden in smerige achterkamertjes, of gedwongen baring.
Dat laatste klinkt voor mensen die geloven dat het leven begint bij de bevruchting misschien onproblematisch. Maar het is in onze samenleving zonder precedent. We staan nooit toe dat iemands lichamelijke soevereiniteit geschonden wordt om een mensenleven te redden; de staat mag ons niet dwingen een nier af te staan of bloed te geven. Er zijn welbeschouwd maar twee redenen waarom zulke staatsdwang wel voor zwangeren zou mogen gelden. De eerste: je ziet een baarmoederhebber niet als mens, maar als ding dat je mag reduceren tot broedmachine. De tweede: je ziet gedwongen zwangerschap en baring als een gepaste consequentie (lees: straf) voor het feit dat een vrouw zomaar onbezonnen gesekst heeft. Een abortusverbod is dan niets minder dan een lijfstraf. Dat is onacceptabel en wreed.
Dus moeten we gulzig zijn. In The New Republic betoogt feminist Laurie Penny vlammend dat er geen enkele wettelijke beperking op abortus zou mogen zijn. Net als elke andere medische handeling hoort het een zaak te zijn tussen patiënt en arts. En zo is het.
Het juiste antwoord op conservatieven die hun klauwen in onze baarmoeders proberen te slaan is niet: gun ons alsjeblieft keuzevrijheid. We moeten veel gulziger zijn dan dat. Het antwoord is: weet wat jullie wakker maken. Jullie spelen met vuur. Wij zijn vuur. Nooit zullen we onder dwang baby’s baren. Abortus is ons onvervreemdbare recht, onze lichamelijke onaantastbaarheid is onvoorwaardelijk. Wij zijn de kleinkinderen van de heksen die jullie niet konden verbranden, en als jullie aan onze baarmoeders komen, komen we achter jullie aan.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.