Soms, als ik ongesteld ben, stel ik me een wereld voor waarin niet de vrouwen maar de mannen menstrueren. Elke maand krijgen de heren buikkramp, en komt er een kleine week bloed uit hun penis. In deze wereld, zo fantaseer ik dan, is in alle cao’s vastgelegd dat je dan gewoon een paar dagen vrij krijgt. Er is geen schaamte, geen stigma; je belt gewoon je baas dat het die tijd van de maand is, en gaat lekker in je joggingbroek herhalingen van The West Wing kijken. Tampons zitten in het basispakket omdat het niet eerlijk is om één sekse voor zulke noodzakelijke en onvermijdbare kosten te laten opdraaien. En als de krampen te erg worden, dan gaat de menstruerende man naar een arts die hem serieus neemt, snel en vaardig onderzoekt wat er aan de hand is, en een pijnstiller met niet onprettige bijwerkingen voorschrijft.
In de echte wereld loopt het anders – zelfs dat laatste, met die arts. Journalist Quinn Moreland schreef er afgelopen maand een artikel over op vice.com. Al jaren deed ongesteld zijn ongelooflijk pijn, totdat ze op Oudjaarsdag in 2012 radeloos op de Eerste Hulp belandde. Tot dat moment dacht ze dat het erbij hoorde, of dat het stress was. En bovendien: over menstruatie praat je niet. Geduldig lijden, geen bloemen, zand erover; dat werk. ‘Niemand nam mijn afzien serieus, mijzelf incluis.’ Pas achttien maanden na haar noodbezoek aan het ziekenhuis kreeg ze de juiste diagnose: endometriose. Het is een aandoening waarbij baarmoederslijmvlies verhuist naar plekken waar het niet hoort: de eierstokken, de darmen, de blaas. Dit kan voor immense pijn zorgen. Een geneesmiddel is er niet.
Morelands diagnose kwam vrij snel. Eerder dit jaar verscheen in de New York Times het verhaal van een meisje dat op haar vijftiende klachten kreeg. Alsof er duizend dartpijltjes in haar onderbuik werden afgeschoten, zo beschreef ze het. Soms viel ze flauw van de pijn. ‘Ze zeiden dat het allemaal onderdeel was van het vrouw-zijn, en dat er niets was wat ze voor me konden doen’, vertelde ze. Pas op haar 21ste ontdekten dokters wat er echt aan de hand is.
‘Culturele misogynie’ noemde gynaecoloog Tamer Seckin het in een interview. En dat beperkt zich niet tot endometriose. Seksisme kleurt ook hoe artsen meer in het algemeen kijken naar de pijn van vrouwen. Een veelzeggende studie uit 2007 liet bijvoorbeeld zien dat mannen na een zware operatie vaak pijnstillers krijgen. Klinkt logisch – maar vrouwen kregen kalmeringsmiddelen. Nog zoiets: mensen herkennen in experimenten de gezichtsuitdrukkingen die horen bij pijn minder goed bij een vrouw dan bij een man. En zelfs als een vrouw expliciet zegt dat ze lijdt, blijkt uit onderzoek dat het haar vaker dan een man overkomt dat een dienstdoende arts dit wegwuift of bagatelliseert.
Ik hoef niet ongesteld te zijn om te fantaseren over een wereld waarin dat anders is.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.