Een vriend mailde me een spotprent over twee varkentjes. De ene zegt: ‘Is het niet tof? We hoeven niets te betalen voor de schuur.’ Zegt de andere: ‘Ja! En zelfs het eten is gratis.’ Onder de tekening had iemand geschreven: ‘Facebook en jij.’
Als je niet betaalt voor het product, bén je het product, luidt de vuistregel. Een kritisch artikel van de Britse journalist John Lanchester, een paar weken geleden in de Groene Amsterdammer, laat zien hoe waar dat is. Dit is het beeld dat hij schetst: om foto’s van pasgeboren nichtjes, berichtjes van vrienden die ver weg wonen en filmpjes van in wastafels rondzwemmende baby-egels te kunnen bekijken, sta je als gebruiker toe dat Facebook registreert wie en waar je bent, wie je vrienden zijn, welke plannen je maakt, en wat je doet, weet, waardeert, koopt, leest en wilt. En niet alleen op Facebook, maar op bijna elke website die je bezoekt. Lanchester noemt Facebook dan ook ‘de grootste op surveillance gebaseerde onderneming in de geschiedenis van de mensheid’.
Facebook benadrukt dat natuurlijk niet. Het bedrijf toont liever zijn poezelige kant. Het mission statement luidt vroom dat het de wereld ‘opener en verbondener’ wil maken. Maar de vraag is: openener voor wie? Verbondener met wie?
Het antwoord is: adverteerders. Dat zijn immers Facebooks echte klanten, die volgaarne grif betalen voor online reclames die exact hun doelgroep bereiken. Maar het bedrijf gaat verder, schrijft Lanchester. Facebook gebruikt zijn kennis niet alleen om gebruikers welgemikte advertenties te tonen, ‘maar ook om de stroom nieuws die naar ze toe vloeit vorm te geven.’ Algoritmes bepalen welke berichten van je vrienden je te zien krijgt. Het contact met je dierbaren wordt op onnavolgbare wijze ‘gemedieerd door de commerciële belangen van Facebook.’
En daar blijft het niet bij. Ter meerdere eer en dollars van de adverteerders zet Facebook alle zeilen bij om te zorgen dat we er zo veel mogelijk tijd doorbrengen. Dat lukt heel aardig; zo checken veel mensen sociale media nog voordat ze gaan ontbijten, en logt driekwart van de Nederlandse gebruikers dagelijks in. Facebook ‘zou weleens het puurste voorbeeld ooit kunnen zijn van een bedrijf waarvan de voornaamste activiteit bestaat uit het ‘vangen’ en doorverkopen van aandacht’, stelt Lanchester dan ook.
Journalist Franklin Foer waarschuwde zaterdag in Sir Edmund voor de invloed die bedrijven als Facebook hebben op ons leven. Ze hebben een wereld gebouwd waarin ze alles van ons weten, ons sturen, en waarin we voortdurend worden bekeken en afgeleid. Hoezeer dit laatste klopt, weet iedereen die weleens om zich heen kijkt op het station, bij de zwemles of in het café. Wachtende mensen versmelten als vanzelf met hun smartphone. Het lijkt meer een automatisme dan een vorm van vermaak. Sterker nog, onderzoekers constateerden eerder dit jaar dat hoe vaker mensen op Facebook verpozen, hoe ongelukkiger ze zijn.
Mensen zijn bang geworden om alleen te zijn met hun eigen gedachten, stelt de Canadese schrijver Michael Harris in het wetenschapstijdschrift Discover. In onze cultuur was het altijd al belangrijk om steeds iets nuttigs te doen – ledigheid is des duivels oorkussen, enzo – en smartphones, wifi en sociale media maken het nu wel heel eenvoudig om nooit meer ledig te zijn. Harris schrijft dat hij zich tegenwoordig schuldig voelt als zijn geest even nergens mee bezig is, ongemakkelijk, alsof er dan iets ergs zal gebeuren. Ik denk dat mensen dat gevoel vaak onbewust de kop indrukken door snel even op Facebook of Twitter te kijken – een impuls die sociale media versterken, of die hen op zijn minst verrekte goed uitkomt.
Maar door hieraan toe te geven, ontzeggen mensen zichzelf iets waardevols: de kans om de geest te laten dwalen, om te dagdromen. Dit zijn geen loze processen, denken neurowetenschappers inmiddels; ze maken ons creatiever en helpen ons problemen op te lossen. Harris wijst erop dat Newton pas met zijn revolutionaire theorie over zwaartekracht kwam nadat hij wegens een uitbraak van de pest een tijd in afzondering had geleefd. Nobelprijswinnaar Peter Higgs (van het deeltje) zei dat hij zijn werk nu niet had kunnen doen, omdat de rust en eenzaamheid van de jaren zestig verdwenen is.
Alles opgeteld is Facebook dus dit: een bedrijf dat, in ruil voor kittenfilmpjes en je privacy, je vriendschappen manipuleert, je aandacht opslurpt, je ongelukkig maakt en je dagdromen verstoort. Waarom stoppen we er niet massaal mee?
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.