Daar stond ze, op de cover van Vanity Fair, in een wit niemendalletje: Caitlyn Jenner. De vrouw die voorheen bekend stond als Bruce had al eerder interviews gegeven over haar transitie naar het heren- naar het damesdom. ‘Mijn brein is veel meer vrouwelijk dan mannelijk’, had ze gezegd. ‘Het is moeilijk voor mensen om te begrijpen. Maar dat is wat mijn ziel is.’
Voor de Amerikaanse journalist en feminist Elinor Burkett bleek het inderdaad nogal lastig. Zij schreef een nijdig stukje in de New York Times, onder de titel ‘What makes a woman?’. Moeten we nou echt weer terug naar het idee dat mannen en vrouwen hele andere hersenen hebben, vroeg ze zich af, alleen omdat dit voor trans vrouwen zo lekker emanciperend is? ‘Dat is het soort nonsens dat al eeuwen gebruikt werd om vrouwen te onderdrukken.’ Mensen die niet hun hele leven als vrouw hebben geleefd, kunnen volgens Burkett niet begrijpen hoe het is om vrouw te zijn, omdat ze niet zijn opgegroeid met de angst voor verkrachting, voor ongewenste zwangerschap, voor discriminatie. Het zijn juist deze ervaringen die het vrouwenbrein vormen, stelt Burkett. Socialisatie maakt de vrouw.
Het is natuurlijk best flauw van Burkett om dit allemaal in de schoenen van Caitlyn Jenner te schuiven. Zo gebruikte Jenner brein en ziel als inwisselbare begrippen – ze was dus overduidelijk niet bezig met hogere hersenkunde, laat staan met het neurowetenschappelijk onderdrukken van vrouwen, maar vertelde gewoon iets over zichzelf. Aan de andere kant is het wel een interessante kwestie, dat met die hersenen m/v.
Om maar meteen even een gezonde portie genuanceerde verwarring te zaaien: Burkett en Jenner hebben allebei ergens wel gelijk. Burkett krijgt punten omdat socialisatie inderdaad een factor van belang is. Onze hersenen zijn grote leermachines; als sponzen zuigen ze ervaringen, kennis en cultuur in zich op. Jenner krijgt punten omdat mannen- en vrouwenhersenen wel echt wat anders van structuur zijn – al kunnen en doen beide seksen er grotendeels hetzelfde mee. En de hersenen van trans mensen en genderdysfore tieners lijken qua bouw inderdaad vaak meer op het geslacht van hun gevoel dan op het geslacht dat ze bij hun geboorte toegekend kregen. Of zulks voor en na de geboorte is ontstaan, en of dat onder invloed van hormonen en andere biologische zaken gebeurde of in interactie met de omgeving, weten eigenlijk niemand zeker.
Het is ook maar de vraag of dat belangrijk is. Lieden als Burkett gebruiken het argument ‘socialisatie maakt de vrouw’ vaak om trans vrouwen de toegang tot het feministisch clubhuis te ontzeggen: jij bent niet op de juiste manier ontgroend, dus jij komt er niet in. Of dat terecht is, is geen wetenschappelijk vraagstuk, maar een ideologische. Ter overweging, dan: is het logisch dat een beweging die strijdt voor inclusiviteit tegelijkertijd een groep vrouwen uitsluit, enkel en alleen omdat deze vrouwen toevallig ooit geboren zijn met een piemel?
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.