dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

De harige aap wil weten of de naakte aap een bal bij zich heeft. Door op een touchscreen met symbolen en afbeeldingen te drukken, kan hij een zinnetje maken: ‘Vraag. Bezoeker. Hebben. Bal.’ De bezoeker is Harvard-professor Steven Wise, die in de documentaire ‘Unlocking the cage’ op bezoek gaat bij een chimpansee die niet alleen met behulp van een computer om speelgoed kan vragen, maar ook gesproken opdrachten kan uitvoeren. Zo maakt hij desgevraagd de veters los van een onderzoeker, en trekt vervolgens haar schoenen uit.

De documentaire, vorige week uitgezonden door de VPRO, draait om de vraag of chimpansees ook mensenrechten moeten krijgen. Dat is niet zo’n raar idee als het lijkt. Wetenschappers zagen al jaren hevig aan de stoelpoten van het idee dat mensen de kroon op de evolutie zijn. Even afgezien van akkefietjes als reizen naar de maan en filosoferen over de zin van des levens: op huis-, tuin- en keukenniveau lijken chimps en homo sapiens meer op elkaar dan ze van elkaar verschillen. Zo delen we bijna al ons DNA, vertonen onze hersenen relevante overeenkomsten, en hebben chimpansees menselijke trekjes als autonomie, rationaliteit, inlevingsvermogen. Ze hebben bovendien persoonlijkheden, tonen emoties, gaan betekenisvolle relaties aan en kunnen als klap op de evolutionaire vuurpijl zelfs een beetje rekenen.

Toch vallen chimpansees volgens zowel het Amerikaanse als het Nederlandse rechtssysteem in de categorie ‘dingen’ (zoals bushokjes en schoudertassen), en niet in de categorie ‘personen’ (zoals u en ik, maar ook een groothandel in scheetkussens of een brievenbusfirma). En dat moet anders, bepleit Wise, want alleen personen kunnen ook echt zelf rechten hebben. En alleen als een dier rechten heeft, kan iemand die namens het beest in een rechtbank opeisen – bijvoorbeeld het recht op lichamelijke soevereiniteit, of in vrijheid leven in een natuurlijke omgeving. Er zijn steeds meer mensen die dit best een snor plan vinden. Uit een Gallup-peiling blijkt dat 32 procent van de Amerikanen vindt dat dieren rechten moeten krijgen. Dat is acht procent meer dan in 2008.

Het is dan ook geen onredelijke claim. Zoals filosoof Erno Eskens twee jaar geleden in de Volkskrant zei: ‘Je kunt strijden over de definitie van wat een persoon is, maar dat dieren eigen wensen hebben en een eigen levensagenda, is aantoonbaar.’ Dat ‘eigen wensen’ is belangrijk: het gaat hier om rechten die samenvallen met de intelligentie en aard van het beestje. Daaruit volgt dat niet alle dieren alle mensenrechten hoeven krijgen; geen kip hoeft vrijheid van meningsuiting, en niemand zal namens de lokale fruitvliegpopulatie een recht op soevereiniteit kunnen claimen.

Meestal gaat de discussie daarom alleen over de meest autonome en slimste zoogdieren. Er is een rijtje dat steeds terugkomt in artikelen en televisie-uitzendingen: mensapen, dolfijnen, olifanten. Soms ook honden, maar dat is alweer lastiger, want als Bello mensenrechten heeft, mag je hem dan ‘s nachts nog wel opsluiten in een bench omdat hij anders je sneakers opeet? Dilemma’s, dilemma’s. Niemand belooft dat dit een gemakkelijk debat gaat zijn.

Laat ik het dan nog wat ingewikkelder maken. Want ik mis een dier in de standaardopsomming: het varken. Varkens hebben meer cognitieve vaardigheden dan een drie-jarige, zou een Cambridge-hoogleraar al in 2002 hebben gezegd. Sindsdien zijn er flink wat studies gepubliceerd naar slimme zwijntjes. Zo kunnen varkens commando’s in gebarentaal aanleren, net als dolfijnen. Ze nemen, net als mensapen, emoties over van soortgenoten. Ze hebben, net als chimps, verschillende persoonlijkheden en kunnen anticiperen op de toekomst. Een overzichtsartikel dat vorig jaar verscheen – wel gesponsord door dierenrechtenorganisatie Farm Sanctuary – constateerde dat varkens gedragsmatig vergelijkbaar zijn met honden en chimpansees.

Het meenemen van varkens in het debat over dieren en mensenrechten maakt de kwestie een factor-vermoeiend-veel complexer. Maar nu we deze discussie toch voeren, is het niet redelijk om hen eruit weg te moffelen omdat ze net wat minder aaibaar zijn, of omdat het economisch wat ongezellig is om mensenrechten te geven aan een diersoort als er ook een bedrijfstak is die miljarden euro’s omzet door de beesten in tamelijk gruwelijke omstandigheden vet te mesten en om hals te helpen. De waarheid is natuurlijk dat varkens die mensenrechten juist daarom misschien nog wel harder nodig hebben dan dolfijnen, olifanten en mensapen.

En dat een groothandel in scheetkussens wel rechten heeft, maar deze prachtige, slimme dieren niet, kan niet anders dan een grote vergissing zijn.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.