dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Een flink deel van de pubers kijkt internetporno. Gewoon, uit seksuele nieuwsgierigheid. Maar de porno op het web gaat wel even wat verder dan een Playboy. Is dat schadelijk voor pubers?

De lingeriecatalogus. Of, als je heel veel geluk had, een Playboy of – oelalah – een Tuk. Dat waren de erotische hulpmiddelen waarmee pubers vroeger hun seksuele nieuwsgierigheid bevredigden. Tegenwoordig is dat anders. Wie iets over seks wil weten, googelt het gewoon. Het resultaat: porno. En niet alleen gezellige wederzijds respectvolle vrouwvriendelijke knuffelporno, maar ook spuit-de-huilende-vrouw-keihard-in-haar-gezicht-porno. En verkracht-het-maagdelijke-meisje-porno. En zelfs bij de gewone huis-, tuin- en keukenporno is het een en al onderdanige vrouwen die allemaal spontaan kreunend in de houding schieten zodra ze een dominante man met een erectie zien.

De meeste ouders moeten er niet aan denken dat hun onschuldige lieverd aan zulke akeligheden wordt blootgesteld. Toch bleek uit een onderzoek van Jochen Peter en Patti Valkenburg van de Universiteit van Amsterdam dat veel pubers op internet porno kijken: 71 procent van de jongens en 40 procent van de meiden tussen de 13 en 18 jaar, om precies te zijn. En daar blijft het niet altijd bij. Acht procent van de jongens en 4 procent va de meiden liet het afgelopen jaar voor een webcam borsten, billen of geslachtsdelen zien, becijferde kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers WPF in 2012. En dit zijn alleen nog maar de jongeren die zélf op zoek gaan naar seks en porno op internet. De groep die hier onverhoopt tijdens het surfen of chatten mee te maken krijgt is nog groter.

 

Dat zijn flink wat jongeren die mogelijk schokkende seks zien. Moeten we ons zorgen maken?

Als je het aan Australische socioloog Michael Flood van de Universiteit van Wollongong vraagt wel. Hij schreef in 2009 een overzichtsartikel over de schadelijke gevolgen die internetporno op kinderen kan hebben. Zeker voor jonge tieners kan het zien van expliciete seks nogal verontrustend zijn, schrijft hij. Ze kunnen er van streek van raken, of hun beeld van vrouwen en wat leuke, fijne seks is kan verwrongen worden.

Dat blijkt al uit de manier waarop jongens en meiden tegen hun eigen en elkaars lichaam aankijken. Was schaamhaar een generatie geleden nog normaal, tegenwoordig moet op zijn minst de schaamstreek van de vrouw op pornosterachtige wijze onthaard zijn. In een Brits televisieprogramma waarin pubers werd gevraagd hoe ‘gewone borsten’ eruit zagen koos de meerderheid voor de in de porno zo gebruikelijke siliconenborsten.

 

En in bed?

Ook tussen de puberlakens is de invloed van internetporno merkbaar, schrijft Flood in zijn overzichtsartikel. Zo bleek onder andere uit een Nederlandse studie dat pubers die porno kijken wat gemakkelijker denken over casual sex. Het idee dat je verliefd moet zijn voordat je gaat vrijen leeft minder sterk. Tegelijkertijd zijn de pubers ook bang dat ze in bed zullen teleurstellen. Geen wonder, als je referentiekader een half uur durende vrijpartij in zestien verschillende standjes met drie verschillende vrouwen is.

Er zijn ook aanwijzingen dat de seks zelf er met dank aan de porno-industrie anders uitzien. Flood citeert onder meer Zweeds onderzoek waaruit blijkt dat de populariteit van anale seks onder tieners merkbaar is gestegen. En laat dat nou net sinds de jaren negentig vaste prik zijn geworden in de gemiddelde heteropornovideo. Van de meiden had dit overigens niet gehoeven: de meerderheid beschrijft anale seks als een negatieve ervaring. Flood haalt ook een Canadees onderzoek aan. Puberjongens die regelmatig porno keken, waren het vaker eens met de stelling dat het oké is om een meisje te dwingen tot seks. ‘Porno is een slechte en zelfs gevaarlijke vorm van seksuele voorlichting’, concludeert de Australische socioloog.

 

Dus jongens worden seksistischer van porno?

Mediaprofessor Jochen Peter vond daar in zijn onderzoek wel aanwijzingen voor. ‘We ontdekten dat jongeren iets minder positief worden over vrouwen wanneer ze vaker internetporno gebruikten. In het bijzonder: ze gingen vrouwen gemakkelijker als seksobject zien. Maar dit verband werkt ook de andere kant op. Degenen die vrouwen als seksobject zien, zijn ook meer geneigd internetporno te kijken.’

Ook psycholoog Tom ter Bogt van de Universiteit Utrecht ziet de invloed van internetporno op de manier waarop puberjongens over meiden denken. In zijn onderzoek kijkt hij niet alleen naar ‘vieze filmpjes’, maar neemt hij bijvoorbeeld ook door porno beïnvloedde sexy videoclips mee. Daarin worden vrouwen soms op een vrij agressieve manier als onderdanig lustobject neergezet. En dat stereotiepe beeld blijft plakken, ontdekte Ter Bogt. Jongeren die zulke clips zien denken vaker dat de wensen van de vrouw ondergeschikt zijn aan de behoeften van de man. Meer dan de helft van de clipkijkende jongeren denkt dat mannen gedreven worden door seks. En ook internetpornogebruik hangt sterk samen met dit soort stereotypering waarin de man als hengst wordt gezien en de vrouw als gedwee seksobject, stelt hij vast. Vooral bij jongens.

 

Maar wacht even. De ene jongen is de andere niet. Geldt dit wel voor alle jongens?

Nee, hoogstwaarschijnlijk niet, zegt Jochen Peter. ‘Gebaseerd op wat we nu weten is het hoogst onwaarschijnlijk dat de potentiële effecten van porno hetzelfde zijn voor alle tieners.’ Jongeren die geen seksuele ervaring hebben worden bijvoorbeeld sterker beïnvloed dan pubers die al wel zelf op vrijersvoeten zijn.

En, stipt Peter aan, van volwassen mannen weten we dat macho’s die vijandig denken over vrouwen meer beïnvloed worden door gewelddadige porno dan lieve, geëmancipeerde kerels. Uit enkele studies blijkt dat zulke macho’s dan vaker bevestigend antwoorden op stellingen als: ‘Als ik denk dat ik ermee weg kan komen zou ik best een vrouw kunnen verkrachten’. Of dat voor puberjongens ook geldt moet dringend worden uitgezocht, vindt Peter.

 

Wat nu? Zou het beter zijn als pubers helemaal geen porno meer zouden kijken?

Zo ver wil Peter niet gaan. ‘Internetporno is maar één enkele invloed te midden van vele anderen. De effecten van porno kunnen misschien onwenselijk zijn, maar we moeten niet vergeten dat gemiddeld genomen Nederlandse jongeren níét vijandig staan tegenover vrouwen, dat de meesten géén positieve houding hebben ten opzichte van casual sex, en dat ze níét massaal onzeker zijn over hun seksleven. Internetporno heeft wel een beetje invloed, maar er is geen bewijs voor een enorme aardverschuiving. Als vader snap ik dat ouders bezorgd zijn over de negatieve invloeden van internetporno. Als onderzoeker zou ik zeggen dat het hoort bij normale seksuele nieuwsgierigheid. Dit moeten we niet bagatelliseren, maar ook niet dramatiseren.’

 

Geen reden tot paniek dus. Maar toch: wat kan een bezorgde ouder het beste doen?

Uit verschillende studies blijkt dat strenge regels over internetgebruik slechts heel beperkt effect hebben. Je kunt wel tegen een puber zeggen dat ze geen porno mogen kijken, of niet moeten cyberseksen voor de webcam, maar regels en zelfs webfilters zijn vrij eenvoudig te omzeilen. Wat wel werkt: pubers die zich vrij voelen om openhartig met hun ouders te praten over wat ze online meemaken komen volgens onderzoekers minder vaak in de problemen en halen minder vaak rottigheid uit.

 

 

Bronnen:

Jochen Peter and Patti Valkenburg, Adolescents’ exposure to sexually explicit material on the internet, Communication Research, 2006.

Rutgers WPF, Seks onder je 25ste, 2012.

Michael Flood, The harms of pornography exposure among young children and adolescents, Child Abuse Review, 2009.

Jochen Peter en Patti Valkenburg, The influence of sexually Explicit Internet Material and Peers on Stereotypical Beliefs About Women’s Sexual Roles: Similarities and Differences Between Adolescents, Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 2011.

Tom ter Bogt en collega’s, “Shake It Baby, Shake It”: Media Preferences, Sexual Attitudes and Gender Stereotypes Among Adolescents, Sex Roles, 2010.

Jochen Peter en Patti Valkenburg, The influence of sexually explicit internet material on sexual risk behavior: A comparison of adolescents and adults, Journal of health communication, 2011.

 

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.