Het kan de beste overkomen. Je zit op een terrasje in de zon, of achter je computer, en ineens heb je zomaar plotseling ergens een mening over. Psycholoog Lester Hoekstra werd deze zomer op de camping door dit noodlot getroffen, zo las ik afgelopen dinsdag in zijn opiniestuk op de Volkskrant-website. Tussen de tenten en de caravans had hij geobserveerd dat kleuters krijsen als ze hun zin niet krijgen, en dat ouders de vruchten van hun lendenen tijdens zo’n gilpartij niet corrigeren, maar negeren. En daar vond Hoekstra wel iets van.
Dat het fout was, bijvoorbeeld. De psycholoog denkt dat het niet werkt om je doof te houden voor het geloei van je oempaloempa, maar dat paps of mams beter direct ingrijpt: ‘Meteen duidelijk laten weten dat hij zijn gekrijs moet staken. Desnoods met een corrigerende tik.’ Een kind heeft leiding nodig, stelt Hoekstra, want zo leert het dat je in het leven soms maar gewoon moet doen wat je gezegd wordt. En dat is, ook voor de ontwikkeling van junior zelf, veel beter dan de huidige overleg- en verwencultuur waarin kinderen allerlei schokkende zaken krijgen, zoals inspraak.
Het opvallende aan deze acute aanval van opinievorming is dat Hoekstra zijn mening vrijwel nergens onderbouwt met iets als feiten of onderzoek. Dit blijkt al uit zijn taalgebruik. Het effect van negeren ‘valt vast tegen’, schrijft hij. Dat een kind het waarom achter dat negeren snapt ‘lijkt mij zeer onwaarschijnlijk’. Hij begint alinea’s met woorden als: ‘Ik denk dat het veel beter is…’ en mijn persoonlijke favoriet: ‘We weten allemaal…’
Nou zijn er plenty mensen die zo’n stukje feitenvrij opiniegebeuren geen bezwaar vinden. Iedereen heeft toch recht op een mening, zeggen zij, en meningen kunnen bovendien niet goed of fout zijn. Maar die zienswijze klopt niet helemaal, schreef de Britse filosoof Patrick Stokes in 2012 in een artikel op The Conversation. Dat komt omdat er ruwweg twee soorten meningen zijn. De eerste gaat over persoonlijke voorkeuren: of je meer van pannenkoeken of van patat houdt, dat werk. Hoekstra was in deze categorie gebleven als hij had gezegd: ‘Als mijn spruit krijst, wil ik hem het liefst een klap geven.’ En ik had dan kunnen antwoorden: ‘Nou, ik geef mijn kleine brulaapjes dan liever een knuffel.’
Daarmee was de kous dan af geweest, want Stokes stelt dat het onnozel is om te discussiëren over zulke voorkeuren: je kunt niet zeggen dat het fout is dat iemand friet lekkerder vindt dan poffertjes. Het probleem is echter dat we de neiging hebben om die notie van onbetwistbaarheid door te trekken naar de tweede soort meningen: zienswijzen waarin stiekem een uitspraak verstopt zit over hoe de werkelijkheid in elkaar zit.
De meeste opinies in de krant zijn van dit soort, en zo ook die van Hoekstra. Zijn mening is dat strenge discipline goed is voor kinderen. Hierin zit een aanname verborgen: kinderen die autoritair worden opgevoed, zijn beter af (en krijsen minder). Van onbetwistbaarheid is hier geen sprake; de mening ontleent zijn geldigheid aan de aanname, en aangezien de aanname kan kloppen of niet, kan de mening dus goed of fout zijn.
In het geval van Hoekstra is zijn mening fout, want de aanname is onjuist. Journalisten Gabriëlle Jurriaans en Annemiek Verbeek meldden twee jaar geleden al in Vonk dat een autoritaire opvoedstijl wangedrag juist kan aanwakkeren. Ze baseerden zich op onderzoek, zoals dat van een Leidse pedagoog, die al promoverend had vastgesteld dat kinderen door uitleg en afleiding beter leren hun emoties en gedrag te beheersen dan door straf.
‘Het probleem komt van mensen wiens opinies eigenlijk misvattingen zijn’, schreef journalist Jef Rouner onlangs in Houston Press. ‘Als je denkt dat vaccins autisme veroorzaken dan verkondig je een feitelijke onjuistheid, niet een opinie.’ Het is natuurlijk een voorbeeld, net als Hoekstra’s stuk over krijsende kinderen, maar het punt is helder: zonder feiten is een opinie op zijn best hoogstpersoonlijk en verder nietszeggend, en op zijn slechtst een zielig vehikel voor flauwekul en misinformatie.
Zul je altijd zien dat ik juist nu bij mezelf ineens allerlei meningen voel opborrelen. Zoals deze: ik vind dat u als lezer van deze krant recht heeft op betere meningen. En: ik denk dat de wereld in het algemeen en de krant in het bijzonder er beter van zou worden als we bij elke opinie een degelijke onderbouwing zouden verlangen. Dat is trouwens iets waar u, lieve lezer, ook mij aan mag houden. Sterker nog: ik zou teleurgesteld zijn als u dat niet doet.
Bronnen/onderbouwing:
Patrick Stokes op The Conversation: http://theconversation.com/no-youre-not-entitled-to-your-opinion-9978
Vonk stuk van Annemiek Verbeek en Gabriëlle Jurriaans: http://annemiekverbeek.nl/wp-content/uploads/2013/06/Vonk22juni2013.pdf
Jef Rouner in Houston Press: http://www.houstonpress.com/arts/no-it-s-not-your-opinion-you-re-just-wrong-updated-7611752
Ook nog informatief, over de ‘verwencultuur’: http://kroost.org/jeugd/tot-op-het-bot-verwend-een-tijdloze-klacht/
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.