Wat begon als een leuk experiment werd een eye-opener. Schrijver Lucy Rycroft-Smith ging een maand lang mannenkleren dragen. Het was een verademing, meldde ze op The F-word. Zo comfortabel; geen hakken, knellende pantyboordjes of buikindrukkend ondergoed. Overal handige zakken. Je hoeft nooit je adem in te houden, en niet om de haverklap superzelfbewust in spiegels of winkelruiten te kijken of alles nog snor zit. Nu ze dit wist, voelde ze zich met terugwerkende kracht belazerd door vrouwelijke vrouwenkleding. ‘Elke keer als ik het huis uit ging om ook maar iets te doen dat enigszins belangrijk was, voelde ik me oncomfortabel, en hoe belangrijker de gelegenheid, hoe oncomfortabeler het was. .. Dit is patriarchaat in actie.’
Haar ervaring deed me denken aan een fraaie Engelse term, ‘performing femininity’. De schoonheid zit hem in de dubbele betekenis van het woord ‘performance’: het betekent zowel ‘prestatie’ als ‘optreden, voorstelling’. Oftewel: vrouwelijkheid uitstralen is zowel werk als een show. Blogger Sonya Krzywoszyja schreef erover: elke ochtend ga ik douchen, scheer m’n oksels, doe dagcrème op, parfum, foundation, concealer, lippenstift, mascara, ‘flatterend’ ondergoed, ‘flatterend’ jurkje. Ik dacht hier nooit bij na, zei ze, ik deed dit omdat ik dacht dat iedereen dat deed.
Het fascinerende hieraan is dat veel vrouwen dit zien als een eigen, vrije keus. Ik voel me sterker op hoge hakken, zeggen ze. Of: ik krijg zelfvertrouwen als ik weet dat ik er aantrekkelijk uitzie. Maar hoe eigen die overwegingen ook aanvoelen, helemaal vrij zijn ze niet. Zoals journalist Megan Murphy op Feminist Current stelt: ‘Het is omdat ik geboren ben als vrouw in een cultuur die vrouwen leert om boven alles waarde te hechten aan hun uiterlijk, dat ik heb geleerd dat eyeliner me mooier maakt. En dat niet alleen; ook dat ik ernaar moet te streven om mooier te zijn. Ik moet eraan werken.’
Hieraan meedoen is dat ook meer dan een kwestie van individuele keuzes en voorkeuren. Meegaan in de performance of femininity kan voor een vrouw veel voordelen hebben, maar het betekent ook dat ze zich niet actief verzet tegen het gedachtegoed dat net onder de oppervlakte ligt. Het persoonlijke is politiek; je vrouwelijk uitdossen is niet alleen een uiting van hoogstpersoonlijke identiteit, maar ook een manier om jezelf acceptabeler te maken. Het benadrukt het verschil tussen man en vrouw; je zet jezelf lichamelijk apart van mannen, wat je minder bedreigend maakt. En het laat zien dat je akkoord gaat met bepaalde schoonheidsidealen en met het werk dat het kost om daar aan te voldoen. Het bestendigt de status quo.
Het staat elke vrouw natuurlijk vrij om hier volkomen schijt aan te hebben. Maar er is wel iets te winnen – zowel politiek als persoonlijk. Want na een maand in mannenkleren wil Rycroft-Smith niet meer terug naar haar performance of femininity. Ze wil zich nooit meer onnodig oncomfortabel of zelfbewust voelen, schrijft ze. En wie kan zeggen dat dat niet heerlijk klinkt?
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.