dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

De ellende begon met een therapeut die maar bleef aandringen. Is je in je kindertijd iets ergs overkomen? Ben je misschien misbruikt? Probeer je dat eens voor te stellen. Langzaam maar zeker doemden bij de patiënt de herinneringen op. Aan Iets Vreselijks. Maar zijn die herinneringen wel echt?

‘Wat ik echt wil weten, is hoe je dat in godsnaam van me kon denken’, zegt de vader van Meredith Maran. Bijna twintig jaar geleden beschuldigde ze hem van seksueel misbruik. Ondertussen weet ze dat dit nooit echt is gebeurd. Maar toen geloofde ze oprecht dat hij het had gedaan. Geheel in lijn met de tijdsgeest overtuigde ik mezelf van een incestverleden, schrijft Maran in het pasverschenen boek My Lie. In de jaren tachtig begonnen psychologen te vermoeden dat er in gezinnen veel meer misbruik voorkwam dan ze tot die tijd dachten. Alleen wisten de slachtoffers dat zelf niet meer. Die hadden de herinneringen ergens diep van binnen weggestopt. Uit zelfbescherming, dachten de psychologen. Maar juist verdrongen herinneringen leverden psychische klachten op. Om te genezen, zo was het advies, moest je op zoek naar je eigen verdrongen herinneringen. Ook Meredith Maran, ongelukkig na haar stukgelopen huwelijk en onzeker over haar leven, ging in therapie. En net als tienduizenden andere vrouwen in Amerika en Europa hervond ze daar herinneringen aan haar eigen gruwelijke misbruikverleden. Maran beschuldigde haar vader. Dat deden de vrouwen bijna allemaal, want alleen dan kon je volgens de therapeuten je misbruikverleden verwerken. Families vielen uit elkaar. In de Verenigde Staten kwam het tot duizenden rechtzaken. Honderden vaders werden door de rechter veroordeeld op niets anders dan de hervonden herinneringen van hun dochters. Ook in Nederland werden aangiftes gedaan, al waren het bij lange na niet zoveel als in de VS. De psychologen zagen ondertussen hun vermoedens bevestigd. Zie je wel, seksueel misbruik is geen zeldzaamheid. Het gebeurt overal. Veel slachtoffers hadden zich gewoon nog niet gerealiseerd wat hen was overkomen.

Brein onthoudt gevaar
Aan het begin van de jaren negentig beginnen de eerste wetenschappers hardop te twijfelen aan de theorie dat je brein uit zelfbescherming traumatische herinneringen onderdrukt. Ze spreken hun zorgen uit over de misbruikhype. Geheugenexpert Harald Merckelbach was een van die bezorgde wetenschappers. Tegenwoordig is hij hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht. Hij vertelt hoe ons brein juist is ingesteld om indringende gebeurtenissen extra goed te onthouden. ‘Dat blijkt ook uit studies waarbij mensen akelige plaatjes en neutrale plaatjes te zien kregen. De uitkomst van al die studies is telkens dat mensen dingen beter onthouden naarmate ze emotioneel meer lading hebben’, zegt Merckelbach. ‘Was dat niet zo geweest dan had homo sapiens het niet zo goed gedaan in de evolutie.’ Wie een goed geheugen heeft voor dingen die gevaarlijk zijn en pijn doen, heeft betere overlevingskansen. Herinneringen aan echt gebeurd seksueel misbruik zijn dan ook vaak haarscherp. Ze hoeven niet tijdens intensieve therapie uit een donker hoekje van het geheugen te worden opgediept. Ze zijn er altijd.

Suggestie doet geloven
Zo moeilijk als je een vreselijke gebeurtenis vergeet, zo gemakkelijk doe je een valse herinnering op aan een voorval dat nooit heeft plaatsgevonden. Elke Geraerts, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit, weet er alles van. Ze voorzag honderden nietsvermoedende proefpersonen van valse herinneringen. Zo probeerde ze een groep mensen wijs te maken dat ze ooit ziek waren geworden na het eten van eiersalade, terwijl dit nooit was gebeurd. Dat lukte bij ongeveer 35 procent van de deelnemers aan haar onderzoek. ‘Wanneer je iets maar voldoende en goed suggereert gaan mensen dat ook geloven. Het moet wel iemand zijn die gemakkelijk iets aanneemt, iemand die bijvoorbeeld al best veel fantasie heeft van zichzelf, die zich gemakkelijk iets kan voorstellen.’ Jammergenoeg voor de fantasierijke proefpersonen werd door Geraerts experiment ook hun plezier in eiersalade grondig verpest. De valse herinnering leidde, aldus de onderzoekers, tot een ‘significant gereduceerde consumptie van sandwiches met eiersalade, zowel direct als vier maanden na de valse suggestie.’

Therapie is niet onschuldig
Wat gebeurt er nou wanneer iemand met zo’n rijke fantasie de verkeerde therapeut treft? Geraerts: ‘Wanneer zo’n persoon in therapie gaat vanwege een depressie of een eetstoornis of wat dan ook, dan gaan sommige therapeuten veronderstellen van, goh, dat moet iets in de kindertijd geweest zijn. Ze gaan dan suggeren, kijk, misschien ben je als kind misbruikt. Probeer je dat eens voor te stellen. En dat is natuurlijk heel kwalijk want als je je dat gaat inbeelden, gaat er een moment komen waarop je niet meer kunt onderscheiden of het echt gebeurd is of dat je het je hebt voorgesteld.’ Ondanks de inzichten uit de jaren negentig zijn er nu nog steeds veel therapeuten die zo te werk gaan en zo hun patiënten laten lijden onder een misbruikverleden dat ze niet hebben gehad. Merckelbach denkt dat het vooral om alternatieve therapeuten gaat. De meeste psychologen die netjes zijn geregistreerd bij de beroepsvereniging, zegt hij, weten ondertussen dat bij ‘stel-je-eens-voor-dat’ oefeningen het risico op een valse herinnering groot is. Toch komt onderzoeker Geraerts het in haar werk nog vaak tegen dat patiënten herinneringen aangepraat krijgen. Ook buiten het alternatieve circuit: ‘Ik heb zelfs geregeld patiënten hier die op de Riagg foutieve dingen zijn gesuggereerd’, vertelt ze. En dat is geen onschuldige praktijk. Want ook al zijn de herinneringen vals, het leed is echt, blijkt uit een studie die Geraerts net heeft afgerond. Mensen die in therapie herinneringen hervinden, hebben achteraf evenveel psychische klachten als mensen die echt zijn misbruikt. Voor Geraerts is er maar een conclusie mogelijk: dit soort therapie moet echt verboden worden.

Dochters zoeken vergiffenis
Halverwege de jaren negentig keert het tij ook in de rechtszaal. De meeste mannen die alleen op basis van een hervonden herinnering in de gevangenis waren beland, worden vrijgelaten. Nu zijn het niet de vaders die tot hun verbijstering voor het gerecht worden gedaagd, maar de therapeuten die met hun foute methodes de dochters een misbruikverleden hebben aangepraat. Deze nieuwe tijdsgeest maakt Meredith Maran aan het twijfelen. Kan het zijn dat al die herinneringen vals waren? Kunnen mijn eigen herinneringen vals zijn? Ze bezoekt de rechtszaak van Gary Ramona, die de therapeut van zijn dochter Holly voor het gerecht heeft gesleept. Voor de Beschuldiging waren de Ramona’s een gelukkig gezin. Vijf jaar geleden stuurde Holly haar vader nog een kaart, die ze ondertekende met ‘Je grote liefde, Holly’. En terwijl Maran kijkt hoe Holly in snikken uitbarst in de rechtszaal, kan ze alleen maar denken: ‘Ik wil weer mijn vaders grote liefde zijn.’ En dan: hoe kan ik dat denken, als hij me vroeger heeft misbruikt? Ze zoekt een andere therapeut, eentje die niet op haar verleden hamert, maar haar aanmoedigt om uit te zoeken wat ze wil. Wanneer Marans broer belt weet ze wat dat is. ‘Papa heeft een hartaanval gehad’, zegt haar broer. ‘Niet zo’n erge. Hij komt er wel weer bovenop.’ Maran is niet welkom in het ziekenhuis. En dan neemt ze een besluit. ‘Dit moet stoppen. Ik moet hiermee stoppen, nu er nog tijd is.’

Brein weet het beter
In Nederland leidt een hervonden herinnering ongeveer vijf keer per jaar tot een aangifte wegens misbruik. Acht jaar geleden dachten wetenschappers dat in zulke gevallen een hersenscanner misschien veel leed kon besparen. Echte en valse herinneringen geven namelijk andere patronen in het brein. De wetenschappers waren optimistisch. Ze spraken erover hoe hun ontdekking in de toekomst in de rechtszaal kon worden gebruikt. En toen kwam de nuchterheid. ‘Er is overlap tussen die patronen’, vertelt professor Merckelbach. ‘De verschillen tussen een echte en een valse herinnering zijn niet zo groot dat je een scan als leugendetector kunt gebruiken.’ In Nederland zijn er daarom experts van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken die beoordelen of een herinnering vals is of echt. Ze kijken of het slachtoffer veel fantasie heeft. Of de herinnering in therapie is hervonden. Dat soort dingen maken een getuigenis verdacht. Vaak komt er dan geen zaak van. Wat rest is het lijmen van de brokken. Voordat het te laat is. Het gaat niet goed met Meredith Marans vader. Hij wordt langzaam dement, en ze brengt veel tijd met hem door. Op de dag dat Maran op de achterbank van zijn auto zit, is hij even helder. Haar vader kijkt haar aan via de achteruitkijkspiegel. Er is niets vergeetachtigs in zijn blik. En dan vertelt hij haar, gewichtig en zonder bitterheid, dat hij kan begrijpen waarom ze hem heeft beschuldigd. En dat hij, als hij in therapie zulke herinneringen had hervonden, hetzelfde had gedaan. Zijn ogen zijn melkachtig door de staar, maar staan vol liefde. Meredith is vergeven.

Meer lezen:
The Myth of Repressed Memory: False Memories and Allegations of Sexual Abuse, Elizabeth Loftus, en Katherine Ketcham, St. Martin’s Griffin (1994)

My Lie: A True story of False Memory, Meredith Maran, Jossey-Bass (2010)

De leugenmachine: over fantasten, patiënten en echte boeven, Harald Merckelbach, Uitgeverij Contact (2011).

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.