De sierkers in mijn tuin heeft dikke knoppen, en dat zit me dwars. Uit mijn slaapkamerraam zie ik de opgevouwen suikerspinbloesem aandringen. Geef me nog twee warme dagen, lijken de knoppen te zeggen, en ik ontplooi mezelf.
Het is te vroeg, zou ik terugkaatsen als het zin had om met bomen te praten. Misschien komt er nog flinke vorst en dan vriezen je knoppen kapot. Of, erger nog, de kou blijft uit. En dan heb jij met je roze blaadjes eigenwijs het begin van de lente gemarkeerd in februari in plaats van in april.
De natuur is van slag, las ik. Boswachters zien het klein hoefblad in bloei staan, en de narcissen en het gras. Arctische wintervogels blijven weg. Van de leg door het veranderende klimaat, is de conclusie. Dat ben ik ook. Want we mogen als moderne mensen dan ver verwijderd lijken van de natuur, met onze centrale verwarming, magnetrons en Netflix, als je bent opgegroeid in een klimaat met seizoenen zitten ze toch in je bloed. Er bestaat een haast lichamelijke verwachting over hoe de wereld buiten in een bepaalde tijd van het jaar aan moet voelen.
Wanneer die verwachting niet uitkomt, leidt dat tot onbehagen. Ik heb mijn muts nog niet hoeven dragen, er was geen sneeuw, geen ijs op de vijver; iets is loos. Unheimisch, dat is misschien het beste woord. Dit seizoen, deze ‘winter’, voelt niet helemaal als mijn Heim, mijn thuis.
Zadie Smith schrijft in haar essay Klaagzang om de veranderde seizoenen: ‘Het is pijnlijk om terug te denken aan vroeger. .. Toen je op weg naar school de rijp op de hulstbessen bewonderde. .. Hele sportvelden die kraakten onder je schoenen.’ Het is een hartzeer waar we nog maar weinig woorden voor hebben, stelt ze. ‘Voor de huidige klimaatverandering zijn allerlei wetenschappelijke en ideologische termen, maar nauwelijks huiselijke. Is dat verrassend? Mensen die in rouw zijn, evenals mensen die zich schamen en generen, drukken zich meestal uit in eufemismen. Het droefgeestigste eufemisme: ‘het nieuwe normaal’.
Is deze non-winter het nieuwe normaal? Misschien is het nog triester dan dat. ‘Een nieuw normaal klinkt alsof we in een nieuwe toestand zijn beland en daar zullen blijven’, zei klimaatwetenschapper Michael Mann na extreme bosbranden in Californië. ‘Maar als we fossiele brandstoffen blijven verbranden en koolstofvervuiling in de atmosfeer brengen, zal de opwarming van het aardoppervlak gewoon doorgaan.’ Er is geen nieuw normaal; het wordt nog erger.
Ik zal niet te apocalyptisch doen. Dit is uiteraard niet het einde van de wereld. Maar wel het einde van een wereld. Een wereld waar ik op gesteld ben. Een wereld met Elfstedentochten, en kinderen op sleetjes, en ochtenden waarop alle bomen in het vroege zonlicht glinsteren van de rijp, alsof er die nacht elfenstof is gestrooid, waardoor je doodnormale omgeving ineens een plek vol magie is geworden.
Het is goed om bij zo’n einde iets bij te voelen, denk ik. Frustratie, woede, rouw, angst, wanhoop, alles tegelijk. Klimaatpijn.
Natuurlijk doen feiten er ook toe. Het is belangrijk om van de wetenschapsredactie te horen dat duizenden onderzoeken ‘een veel somberder beeld van klimaatverandering schetsen dan gerechtvaardigd is.’ We stevenen nog steeds af op een rampzalige klimaatcrisis, edoch minder catastrofaal dan soms werd voorgesteld. Waarvan akte.
Maar we praten niet voor niets over harde feiten, niet over zachte, troostrijke, rechtvaardige of stimulerende feiten. Als feiten tot daden zouden aansporen zoals gevoelens dat kunnen, hadden we dan niet allang een beter klimaatbeleid gehad? Zoals Marcia Luyten schreef in haar column: ‘Een ramp die zich in afkortingen en kengetallen afkondigt, laat zich makkelijk negeren.’ En bagatelliseren, wil ik toevoegen. Dat gaat onze leiders nog te goed af. Wellicht omdat ze er weinig bij voelen? Luyten schreef ook over premier Rutte, die gevraagd werd of hij last had van vliegschaamte. Hij lachte: ‘Vliegschaamte? Wat erg! Jongens, geniet toch van je leven.’
Misschien is het tijd dat politici voelen wat wij voelen. Vergeet niet hoe vaak vooruitgang al werd afgedwongen door emoties, door de woede en onvrede van het volk. Of hoe gevoelig onze machthebbers zijn voor boze burgers met bezorgde onderbuiken. Dus: wees bang, wees verdrietig, wees kwaad. Gebruik je klimaatpijn als brandstof. Denk aan Audre Lorde: ‘Woede is geladen met informatie en energie.’ Laat je stem horen, demonstreer, schrijf, schreeuw, voer actie, rebelleer. Voel iets. Doe iets. Maar blijf in vredesnaam niet onverschillig. Dit is onze wereld. Ons enige thuis.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.