Volgens Bart Funnekotter in de NRC Next (24 februari 2011) is het nu dan toch echt bewezen: de onderwijsveranderingen die in het kader van de Tweede Fase zijn ingevoerd hebben vooral de meiden in de kaart gespeeld. Zij hebben hersenen die meer geschikt zijn voor zelfstandig en in groepjes werken, en daarom doen de jongens het nu naar verhouding minder goed. Zelfs op ‘hun’ terrein – de wiskunde, “waar jongens van nature beter scoren” – worden de boys links en rechts ingehaald door meisjes (of, nou ja, de meisjes worden sneller beter dan de jongens). Dat laatste zou komen doordat de wiskundesommen ’taliger’ zijn geworden, waardoor de van nature zeer verbaal begiftigde meisjes een extra edge hebben die de jongens biologischerwijs missen.
Dit heeft Funnekotter niet zelf bedacht. Hij heeft een onderzoek van de Universiteit van Maastricht tot zich genomen, en onderzoeker Christoph Meng nog eens extra aan de tand gevoeld in een interview. Helaas lijkt het erop dat geen van beide heren zich verder voldoende in de wetenschappelijke literatuur hebben ingelezen. Een blik op de zeer magere en nogal selectief samengestelde literatuurlijst achterin het rapport van de Maastrichtse onderzoekers bevestigd dat. En daardoor keutelt het rapport – nieuw onderzoek of niet – nogal achter de feiten aan.
Zo ontbreekt in het rapport een verwijzing naar de meta-analyses van Janet Sibling Hyde, of naar het onderzoek dat Luigi Guiso in 2008 publiceerde in het prestigieuze vakblad Science. Hyde toonde overtuigend aan dat de wiskundeprestaties van de meiden al jaren stijgen, tot op het punt dat er tegenwoordig in de VS zelfs bij de absolute wiskundegenieën geen verschil meer is tussen jongens en meisjes. Guiso weet waarom: naarmate een land meer geëmancipeerd raakt, wordt de wiskundekloof (m/v) kleiner. Zo is in macholanden als Mexico of Brazilië nog een behoorlijk gapend gat in het voordeel van de jongens, maar hebben in IJsland de meiden de jongens zelfs ingehaald.
Ook in Nederland emanciperen we steeds meer. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde bijvoorbeeld vorig jaar juni nog dat steeds meer vrouwen in Nederland financieel onafhankelijk zijn (het percentage steeg tussen 2000 en 2008 van een bedroevende 39 naar een iets minder bedroevende 46 procent). Het is dus mogelijk dat de wiskundesprong die Christoph Meng en zijn collega’s ontdekten bij de meiden helemaal niet het gevolg is van een taliger wiskunde-onderwijs, maar onderdeel uitmaakt van een internationaal waargenomen inhaalslag van de meiden, ingegeven door een moderner en geëmancipeerder wereldbeeld. Een wereldbeeld waar Meng trouwens meteen weer aan begint de knagen, door op te merken dat rekenvaardigheid en analytisch vermogen van nature niet tot het talentenpalet van de meiskes behoren.
Met dat ‘van nature’ blijkt het ook reuze mee te vallen, trouwens. Uit fraaie, gecontroleerde experimenten blijkt namelijk keer op keer dat het met die aangeboren wiskundesuperioriteit van de man of schooljongen wel meevalt. Een voorbeeld. In een Frans experiment kreeg een groep scholieren een test voor hun ruimtelijk inzicht. Aan de ene helft van de meisjes werd dit ook verteld. De andere helft van de meiden kreeg de test onder valse voorwendselen: zij kregen te horen dat het om een tekentoets ging (creatief, dus meer een ‘meidending’). Terwijl de eerste groep zich door het idee van een wiskundetest liet bangmaken en matig presteerden, deed de tweede groep het net zo goed als de jongens. Weg sekseverschil.
Tegen zo’n experiment kun je nog zoveel verhalen over natuurlijke talenten en anders ontwikkelende hersenen aangooien, maar dat maakt het nog niet “bewezen” dat de Tweede Fase jongens tekort doet. Ook de cijfers dat er tegenwoordig meer jongens dan meisjes op het vwo zitten, bewijst niet dat de toegenomen zelfstandigheid en groepsopdrachten de jongens de das omdoet.
Sterker nog: voor dat lagere aantal jongens geeft het Maastrichtse rapport zelf een zinnige alternatieve verklaring: de overstap van havo naar vwo is sinds de invoering van de Tweede Fase moeilijker geworden, en van die overstapmogelijkheid profiteerden in het verleden meer jongens dan meisjes. Ook een gevolg van onderwijsvernieuwing natuurlijk, maar niet eentje die te maken heeft met een natuurlijk gebrek aan talent bij de boys om zelf aan de slag te gaan. Sterker nog: net als de (verdwijnende) wiskundekloof heeft dit verschil waarschijnlijk alles te maken met beeldvorming, en geen snars met een al dan niet aanwezige biologische inclinatie tot zelfstandig werken. Nog geen jaar geleden concludeerde Geert Driessen van de Radboud Universiteit in een rapport over jongens, meisjes en onderwijs namelijk dat in groep acht van de basisschool – het moment waarop een schooltype wordt gekozen – jongens systematisch lager worden ingeschat dan meisjes. Dat ligt niet per se aan hun schoolprestaties, bleek toen, maar aan het feit dat ze vaak vaker een balddadige ‘anti-schoolhouding’ hebben en wat vaker gedragsproblemen vertonen. Het cliché van de lastige jongen, dus.
Uit datzelfde Nijmeegse rapport bleek toen dat jongens en meisjes in hun daadwerkelijke middelbare schoolprestaties gemiddeld nauwelijks verschilden. De conclusie van de onderzoekers was dan ook: het onderwijs hoeft niet op de schop. Als we in deze situatie het advies van Meng doorvoeren – “de vaardigheden waarop jongens sterker zijn, zwaarder laten meewegen” – dan plak een verkeerde oplossing op een niet bestaand probleem. Het is namelijk allerminst “bewezen” dat “het voortgezet onderwijs is doorgeschoten”. Doe liever iets aan de beeldvorming van jongens (lastig en verbaal gehandicapt, maar analytische wiskundewonders) en meisjes (ijverig en zelfstandig, maar hopeloos met cijfers), dan te pleiten voor een herinrichting van het onderwijs die jongens zomaar een voordeeltje geeft. Dat is alleen maar emancipatie op zijn kop.
Links:
Het maastrichtse onderzoeksrapport: http://www.roa.unimaas.nl/pdf_publications/2011/ROA_R_2011_2.pdf
Onderwijs hoeft niet op de schop voor de jongens (over Nijmeegs rapport van Geert Driessen en co): http://www.kennislink.nl/publicaties/onderwijs-hoeft-niet-op-de-schop-voor-de-jongens
CBS meldt dat steeds meer vrouwen financieel onafhankelijk zijn: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/inkomen-bestedingen/publicaties/artikelen/archief/2006/2006-2011-wm.htm
Artikel over het Franse ruimtelijk inzichtsexperiment: http://www.kennislink.nl/publicaties/ouderwets-idee-haalt-wiskundeprestaties-van-moderne-schoolmeid-onderuit
Wiskundekloof? Gebrek aan emancipatie! (over onderzoek Guiso): http://www.kennislink.nl/publicaties/wiskundekloof-gebrek-aan-emancipatie
Waar zijn de wiskundevrouwen? (hoe beeldvorming en stereotypen de wiskundeprestaties van meisjes en vrouwen negatief beïnvloeden): http://www.kennislink.nl/publicaties/waar-zijn-de-wiskundevrouwen
Gender similarities characterize math performance (onderzoek van Hyde en co): http://dericbownds.net/uploaded_images/hyde.pdf
New trends in gender and mathematics performance: a meta-analysis (oa van Hyde): http://www.psych.umn.edu/courses/fall10/psy8935/readings/lindberg2010.pdf
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.