Wie mij kent, weet dat ik geen liefde heb voor de Partij van de Arbeid. Om eerlijk te zijn vind ik het een huichelachtige bende. PvdA’ers komen, zeker in verkiezingstijd, vaak heel redelijk over, met hun ‘sterk en sociaal’ en hun sympathieke rode rozen. Maar zodra de sociaal-democratische derrières het pluche raken, sluiten ze ineens vluchtelingendeals met een regime dat Syrische vrouwen en kinderen bij de grens neerschiet, helpen ze de jeugdpsychiatrische zorg naar z’n grootje, verhogen ze de AOW-leeftijd op zo’n manier dat het vooral heel jofel uitpakt voor rijke hoogopgeleiden (sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, mijn bips), en proberen ze linksom en vooral rechtsom zzp’ers uit hun levensonderhoud te naaien.
Ik moet dan ook bekennen dat het negeren van het interne gekissebis binnen de PvdA al jaren flink bijdraagt aan mijn levensgeluk. Dus u kunt zich mijn chagrijn voorstellen, toen ik dinsdag ineens het hoofd van kandidaat-lijsttrekker Jacques Monasch op mijn televisie zag verschijnen.
Het was de schuld van 1vandaag, dat een item had over Monasch’ alternatieve PvdA-verkiezingsprogramma. Het komt erop neer dat Monasch een flinke ruk naar rechts maakt, met veel gedoe over ‘niet wegkijken, maar durven benoemen’. Dit gaat keurig onder het mom van het aanswaffelen van een sociaal-democratische discussie, maar er zit een luchtje aan. Monasch weet namelijk zeer goed dat hij geen schijn van kans zou maken om verkozen te worden tot lijsttrekker, ware het niet dat de PvdA met het plan rondloopt om een flitslidmaatschap in te stellen, zodat ook nu-nog-niet-leden kunnen meestemmen. Als reactie op dat plan schreef de zeer rechtse haatwebsite GeenStijl dat zij misschien voor de lolz wel hun achterban willen aanmoedigen om Monasch in het zadel te flitsen. In deze context vind ik het moeilijk om Monasch’ programma anders te lezen dan als een soort open uitnodiging naar GeenStijl, om hem vooral naar de winst te trollen.
Zo had ik op de eerste pagina van het program al bijna Wilders-bingo: het ging over ‘nationale trots en veiligheid’, ‘dreiging’, ‘onvrede over Europa’ en een ‘politieke elite’ die wars is van tegengeluiden van gewone mensen. En dan was ik nog niet eens bij de passage waarin Monasch bepleit dat Syriëgangers (allemaal, dus zonder aanziens des persoons) de toegang tot ons land ontzegd moet worden. Of bij de merkwaardige alinea die begint met het tegengaan van racisme en discriminatie op de arbeidsmarkt, om in één adem op te stomen naar moslimvrouwen die ‘door groepsdruk en door een door mannen opgelegd geloof niet de vrije keuzes maken in hun privéleven die zij zouden willen.’
Een beetje wereldvreemd is het programma ook. Monasch wil bijvoorbeeld in de ouderenzorg ‘liefde, gezelligheid en lekker eten’ centraal stellen – alsof een verpleeghuis een soort pizzeria is, in plaats van een plek waar het schrijnen soms zo hoog oploopt dat bewoners maar drie keer per dag naar de wc mogen.
Nog erger wordt het als Monasch het gaat hebben over de vluchtelingencrisis. In de landen rondom Syrië en Irak leven vele miljoenen oorlogsvluchtelingen in erbarmelijke omstandigheden. Wat wil Monasch? Hij wil een ‘duidelijk beperkt’ aantal mensen ophalen uit UNCHR-kampen. En dan alleen nette vluchtelingen; ze worden vooraf gekeurd om te kijken of ze wel akkoord gaan met artikel 1 van onze grondwet. Maar dan hoeven ze tenminste geen gevaarlijke tocht over zee te maken. Dit alles omdat Nederland, volgens Monasch, een ‘beschaafd en fatsoenlijk land’ is.
Nou heb ik daar soms zo mijn vraagtekens bij, dus ik dacht: laat ik eens kijken hoe fatsoenlijk we tot nu toe zijn geweest met het ophalen van vluchtelingen. We hadden immers Samsoms Turkijedeal, die erin voorzag dat mensen, net zoals Monasch voorstelt, uit de kampen aldaar ingevlogen zouden worden. Een aardige mevrouw bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie wist mij te vertellen dat er tot nu toe een whopping 255 vluchtelingen zijn overgebracht van Turkije naar Nederland. Ondertussen stierven er in 2016 al meer vluchtelingen op zee dan in 2015, twitterde hoogleraar migratiegeschiedenis Leo Lucassen gisteren. Dat Monasch dit soort beleid wil verdedigen is natuurlijk zijn goed recht, maar het ‘beschaafd’ noemen, is volkomen bezopen.
Alles bij elkaar opgeteld heb ik de indruk dat Monasch zich kandidaat heeft gesteld voor het lijsttrekkerschap van de verkeerde partij. Een andere politieke club zou beter bij hem passen. Hij vindt haar in de kelder van de democratie, aan het einde van de gang, laatste deur rechts.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.