‘Hoe zou jij je voelen als iemand je haar sneller knipt dan het groeit?’ Die treffende vraag werd onlangs in Brussel gesteld door een klimaatstaker. Gisteren protesteerden ook ruim tienduizend Nederlandse scholieren voor onze aarde en tegen de halsstarrige klimaatpolitieke labbekakkerij van machthebbers assorti. Een tiener uit Maastricht had een bord bij zich: ‘Als het klimaat een bank was geweest, was het al gered.’
De volwassenen hielden ondertussen een wedstrijdje azijnpissen. Historicus Dirk-Jan van Baar schreef: ‘Klimaatpolitiek is cynisch en voor grote mensen. Laat onze tere kinderziel (..) daar alsjeblieft buiten.’ Hoogleraar (nanotechnologie, niet pedagogiek) Willem Mulder vreesde dat het steunen van ‘naïef activisme’ kwalijk is voor de ontwikkeling. Psychiater Esther van Fenema sprak zelfs over kindermishandeling: ‘Het is ongezond als kinderen wakker moeten liggen bij onderwerpen die te groot en te bedreigend zijn’.
Je zou bijna denken dat het veel zieliger is voor kinderen om hun democratische grondrechten te gebruiken dan om straks te moeten leven met de gevolgen van klimaatverandering. Gelukkig zien ze dat zelf anders. De klimaatstakers snappen dat er met hun toekomst wordt gegokt door politici die kunnen dralen en neuzelen omdat ze waarschijnlijk sterven voordat de boot echt aan is. In dat licht is het een verdraaid goed idee van kinderen om eigenaarschap over die toekomst te claimen en elk grondrecht dat ze hebben te gebruiken. Sterker nog, ik zou ervoor willen pleiten om hun nog meer rechten te geven. Stemrecht bijvoorbeeld.
Dit is niet zo’n merkwaardig idee als het op het eerste gezicht lijkt. In de beluisterenswaardige podcast Talking Politics legt politicoloog David Runciman uit dat het democratisch systeem nu structureel in het nadeel is van jonge mensen. Er zijn, door de vergrijzing en doordat er geen bovengrens is aan de stemgerechtigde leeftijd, immers veel meer oude kiezers dan jonge. En dat terwijl jongeren het langst met de gevolgen van beleid moeten leven. Runciman stelt voor deze onrechtvaardige disbalans te corrigeren door het kinderstemrecht in te voeren. En dan niet vanaf 16 jaar, zoals je weleens hoort, maar veel radicaler: vanaf 6 jaar (omdat het wel handig is als de kiezertjes kunnen lezen).
Nu denkt u misschien: maar stemmen, dat gaat kinderen boven de pet. Dit argument, zo schrijft filosoof John Wall, is in het verleden ook gebruikt om het stemrecht te onthouden aan vrouwen, mensen van kleur of armen. Het is bovendien ongeldig: in geen enkele democratie is competentie voor volwassenen een voorwaarde om te mogen stemmen. Nog een tegenargument: kinderen begrijpen politieke consequenties niet goed. Maar, schrijft Wall, welke volwassene begrijpt complexe zaken als oorlog of klimaat wel ten volle? Iedereen stemt op basis van zijn eigen ervaring en kennis. Het mooie van een representatieve democratie is dat een parlement vervolgens de som is van al onze inzichten.
Of wellicht denkt u: maar kinderen zijn niet onafhankelijk genoeg. Wederom zegt Wall: ook volwassenen worden voortdurend beïnvloed door anderen. En als ouders of leraren druk zouden uitoefenen op kinderen, dan zou dat zeer fout zijn, maar eventueel verwerpelijk gedrag van anderen mag geen reden zijn om iemand het stemrecht te ontzeggen.
Invoering van het kinderstemrecht zou zelfs een nieuw tijdperk van helderheid en daadkracht kunnen inleiden. Historicus Maartje Janse twitterde over waarom mensen vaak zo lang ontkennen dat er een probleem is, bijvoorbeeld met klimaatverandering. Als je erkent dat er iets mis is moet je namelijk toegeven dat je iets fout deed en tot actie overgaan om je positieve zelfbeeld in stand te houden. Kinderen, overpeins ik, hebben daar echter geen last van: zij hebben nog geen schuld aan die problemen, en kunnen dus ongehinderd door blaam- en zelfbeeldissues de waarheid onder ogen zien en actie eisen.
Bovendien is het mijn ervaring dat veel kinderen een prima bullshitradar hebben. Het zou op zijn minst verfrissend en op zijn best revolutionair zijn als politici hun beloftes en plannen noodgedwongen zo moesten formuleren dat ook een basisscholier ze kan begrijpen; zonder wollige vaagheid of draagvlakmasserende meel in de mond.
Er is een uitdrukking: ‘We hebben de aarde niet geërfd van onze ouders, maar te leen van onze kinderen.’ We leven op hún planeet, het gaat over hún toekomst. Zij zijn onze hoop. Ze laten zien dat ze gehoord willen worden. Geef ze een stem.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.