Voor mij was het die foto die het hem deed. Vorige week ging hij rond: twee patiënten, getroffen door het nieuwe coronavirus, op hun buik in een bed op een Italiaanse intensive care. Er gingen slangetjes hun lichaam in – of uit, of allebei. Dat hun gezichten in de foto vervaagd waren, maakte het alleen maar gemakkelijker om in deze patiënten alle mensen te zien van wie ik ooit gehouden heb. Om mezelf erin te zien, moederziel alleen, overgeleverd aan apparaten, zorgpersoneel en het lot.
Die nacht kon ik niet slapen. Een oerinstinct was me aan voorbereiden op deze nieuwe vijand. Vechten of vluchten was nu het plan. Maar, zo realiseerde ik me ook, er valt eigenlijk weinig te knokken, en vluchten kan niet meer. Een besef dat nauwelijks iets veranderde aan de manier waarop ik in bed lag, mijn schouders hoog opgetrokken tegen het kussen, kaken klemvast, de rand van het dekbed in gebalde vuisten. Zowel rationaliteit als eloquentie hadden me allang verlaten. Shitfuck, dacht ik. Shitfuck, shitfuck. Ik ben chronisch ziek, ik ben kwetsbaar. Ik ga misschien wel dood. En ik kan nog niet doodgaan, want ik heb dingen te doen. Vragen te stellen, stukjes te schrijven, liefde te geven, kinderen die ik moet zien opgroeien.
En op dat moment drong het tot me door: ik ken dit. Ik heb hier eerder zo gelegen. Toen ik ziek werd en het niet goed ging. Toen ik bloed plaste omdat mijn nieren het moeilijk hadden, toen ik zo benauwd was dat ik niet durfde te slapen omdat ik bang was dat ik erin zou blijven. Ik weet al hoe het voelt om als een plank in bed te liggen terwijl er kansen door je hoofd razen: vijf procent wordt doodziek, één procent sterft, of twee, of minder, of meer.
Ik weet al hoe je bang moet zijn.
Dit is nu misschien een voordeel, overwoog ik. Want ik weet ook al hoe ik moet vrezen voor mijn gezondheid en het niet alles laat overheersen. Ik weet hoe ik kan leven met onzekerheid en toch kan ontspannen. Ik heb geleerd hoe ik kan denken ‘misschien ga ik hier aan overlijden’ en daarna kan lachen om de moppen die mijn dochters vertellen. (‘Hoe noem je een heks in de woestijn? Een sandwitch.’)
Dit is wat mij hielp: het besef dat angst niet de vijand is. Angst is op zich een nuttige emotie. Angst herinnert me er nu aan dat ik mijn handen regelmatig grondig was. Angst helpt me afstand te houden op straat. Angst maakt me een verstandiger mens. Soms praat ik met mijn angst. Bedankt dat je me wees op dit gevaar, zeg ik dan. Je houdt me bij de les, maar nu is het wel weer even genoeg. Want, zoals schrijver Elizabeth Gilbert zei: angst mag best advies geven vanaf de achterbank van de auto, maar het mag niet sturen. Het bepaalt niet waar we heen gaan.
Angst is een deurverkoper: je doet open, hoort hem aan, bedankt hem beleefd voor de informatie, maar je laat hem niet binnen en je geeft hem geen thee.
De afgelopen dagen heb ik nagedacht en gelezen over hoe je corona-angst het beste geen thee kunt geven. In Vrij Nederland adviseerde een psycholoog om te stoppen met de hele dag het nieuws volgen. Nare verhalen en tegenstrijdige berichten maken bang. Langdurig op sociale media rondhangen is alsof je je angst niet alleen thee geeft, maar ook cake. Psycholoog Jo Daniels adviseerde op The Conversation dat je je beter niet teveel op je lichaam kunt focussen, want je voelt altijd wel iets vreemds. Ga liever bewegen, waar mogelijk buiten, of doe ontspanningsoefeningen. Psychotherapeut Lori Gottlieb in The Atlantic: blijf met je gedachten in het hier en nu in plaats van bij een eventuele toekomstige catastrofe. Denk: ‘Ik zit hier nu lekker met mijn kind op de bank’. En niet: ‘We gaan allemaal dood.’
We zullen nog een poos moeten leven in een samenleving waar dood en angst nadrukkelijk aanwezig zijn. Vechten of vluchten zijn geen opties. Zolang ik mijn angst geen thee geef, lukt het me om me te oefenen in overgave: ik volg alle adviezen, maar accepteer dat ik ziekte en dood niet echt in de hand heb. Hoe ik nu leef, echter, daar heb ik wel invloed op. Ik kan helpen. Ik kan zingen. Ik kan lachen. Ik kan liefhebben. Nelson Mandela zei: ‘Laat je keuzes een afspiegeling zijn van je hoop, niet van je angst.’ Laten we kiezen om te leven als ons beste zelf. Niet gedreven door bange gedachten, maar door empathie en gulheid; door vrolijkheid, door vertrouwen, door liefde. Ik kan dit. Jij kunt dit. Wij kunnen dit.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.