‘Vind jij dat je dik zijn moet promoten? Dat je dat nu misschien toch al doet?’ Die vragen stelde een twitteraar aan schrijver Anke Laterveer, die een foto had gedeeld van haar voortreffelijke lichaam in een nauwsluitende rode jurk. ‘Loving en rocking it’, had ze erbij gezet.
Laterveer en ik delen een lichaamsbouw. De fantasieloze term is ‘obees’, maar ik citeer liever zanger Mika: ‘Curves in all the right places’. En die vraag over dik zijn promoten is ook mij vaak gesteld, want zo gaat dat nu eenmaal: zodra je als dikkerd laat merken dat je niet van plan bent om met haastige spoed te vermageren, of enige tevredenheid met je lijf vertoont, beginnen mensen zich met je te bemoeien.
Feminist Roxane Gay schrijft in haar boek Honger: ‘Mensen komen binnen de kortste keren met allerlei statistieken en informatie over de gevaren van obesitas op de proppen, alsof je niet alleen dik bent, maar ook ongelooflijk dom, dat je geen benul hebt van de realiteit van je lichaam en van de wereld die zo openlijk vijandig tegenover dat lichaam staat. Die kritiek wordt vaak verpakt als bezorgdheid door mensen die zogenaamd het beste met je voor hebben.’
Bemoeimensen maken zich graag semi-bezorgd over gezondheidsgevaren: jouw lichaamsblijdschap klinkt als reclame voor overgewicht, maar weet je wel wat de risico’s zijn? Heb je gedacht aan de gevolgen? Het is je toch bekend dat zwaarlijvigheid megasuperslecht is voor hart, bloedvaten, gewrichten, vliegmaatschappijen, de mensheid, het regenwoud en de toestand van verweesde babyzeehondjes in het noordpoolgebied?
Ik word daar een tikje dwars van. Natúúrlijk promoot ik dik zijn, wil ik roepen. Weet je niet hoe prachtig ik ben, en hoe lekker zacht? Hoe fijn het is om met mij en al mijn rolletjes, flupjes en kussentjes te knuffelen? Hoe sterk ik ben dankzij de kilo’s die ik draag? Diverse experts kunnen dit bevestigen. Dik zijn is heerlijk, het is grandioos, het is krachtig, en ik kan het iedereen aanraden. Wacht geen moment, doe het vandaag nog!
Gelukkig is Laterveer een beter mens dan ik, of in ieder geval wat minder obstinaat, dus kwam zij met een inhoudelijker reactie. ‘Ik promoot van jezelf houden, ongeacht wat de wereld ervan vindt’, twitterde ze. Daarna legde ze nog eens geduldig uit hoe ongelukkig sommige dikke mensen worden van die semi-bezorgdheid, en dat dik zijn iemand niet per se ongezond maakt. Maar, voegde ze eraan toe, ‘zelfs als dat wel zo was: is het oké om iemand aan te vallen op zijn gezondheid? Ik vind van niet.’
Dat is een interessante vraag. Toen ik een jaar of vijf geleden nog regelmatig lange artikelen over overgewicht schreef, had ik het vaak over hoe gezond dikke mensen kunnen zijn als ze goed eten en veel bewegen. Ik benadrukte hoe keurig ik zelf sportte, hoe tiptop mijn bloedwaardes waren – alles om te laten zien dat ik met al mijn wiebelvet toch als een fit veulentje door het leven dartelde.
Ik wilde zo onderstrepen dat het volkomen onterecht is om dikke mensen te stigmatiseren. Dat vind ik nog steeds, maar inmiddels twijfel ik: probeerde ik toen dat punt niet teveel te maken door het stigma te verleggen naar ongezonde mensen?
Die twijfel ontstond toen ik zelf ziek werd. Ik heb een auto-immuunaandoening, waardoor mijn lichaam bij vlagen zomaar van alles laat ontsteken, en mij met de brokken laat zitten: pijn, koorts, vermoeidheid. Overgewichtgerelateerd is het niet, meer een kwestie van pech.
Dat veranderde mijn perspectief. Tot dat moment had ik, zoals zoveel mensen, halfbewust het neoliberale geloof dat mijn leven en fitheid grotendeels beheersbaar waren. Dat gezondheid een element van rechtvaardigheid kent, niet alleen op bevolkingsniveau, maar ook voor het individu: de slechte bankhangdikkerd zal allicht ziek worden, maar de goede darteldikkerd zal gespaard blijven. Alsof tegenspoed niet bestaat.
Deze redenering is maar een stap verwijderd van: en als je dus toch ziek wordt, is het je eigen schuld. En laat dat nou precies de gedachte zijn die achter de semi-bezorgde kritiek op dikke mensen zit. Jij hoort niet gelukkig te zijn met je lijf, hoor ik de bemoeimensen bedoelen, want dat lichaam is het teken van jouw schuld, jouw falen. Wat ze vergeten, is dat je in een wandelend verwijt niet goed leven kunt. En daarom omhels ik mezelf met duizend kwabjes, en tel mijn dikke, vette zegeningen – niet mijn risico’s.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.