Hoe spot je een homo?
‘Hij móét wel homo zijn. Dat zie je toch zo. Kijk dan.’ Veel mensen denken dat je aan iemand kunt zien of hij homoseksueel is. Maar bestaat er wel echt zoiets als een gaydar? En zo ja, pikt ie dan biologische of lifestyleverschillen tussen homo’s en hetero’s op?
‘Elke keer als ik in de kroeg een aantrekkelijke man zie, en ik stap erop af, blijkt hij of getrouwd of hij valt op mannen’, klaagt vriendin E. ‘Je kunt echt niet aan een vent zien of hij homo is. Ja, als hij met een roze driehoek op z’n shirt rondloopt, dan wel. Maar anders? Nee. Miljoenen meisjes geloofden in de jaren tachtig toch ook dat George Michael hetero was? Nou dan.’ Toch zweren veel mensen dat het uiterlijk van een man subtiele clues geeft waaruit je kunt afleiden of hij qua seksuele oriëntatie manwaarts of vrouwwaarts neigt. Wat die signalen precies zijn is moeilijk te zeggen. Het stereotype schrijft voor dat een homoman iets zachter, emotioneler, verzorgder en vrouwelijker is dan een heteroman. Naar verluidt zijn die kenmerken op te vangen met een goed ontwikkelde homoradar: de gaydar, een soort instinctief gevoel voor iemands homoseksualiteitsgehalte. Wetenschappers vinden het een interessant fenomeen. Ze keken onder andere of de gaydar echt bestaat of dat het één groot broodje aapverhaal is. En als hij bestaat, wat voor signaal pikt hij dan op: een lifestyleverschil in hoe een man zichzelf presenteert, of een biologisch verschil tussen homo’s en hetero’s?
Gaydar ziet kapsel
Een van de wetenschappers die onderzoek doet naar het bestaan van de gaydar is de Amerikaanse psycholoog Nicolas Rule van Tufts University. Samen met enkele collega’s struinde hij datingsites af op zoek naar foto’s van homo- en heteroseksuele mannen. De omgeving werd uit de foto’s weggeknipt, zodat er in de foto geen dingen te zien waren die de voorkeur van de mannen zouden verklappen. Nadat de hoofden van de mannen op een witte achtergrond waren gezet, vroeg het team van Rule een groep studenten om aan te geven of ze dachten dat de mannen in de foto homo of hetero waren. De studenten deden het redelijk goed: hun gaydar scoorde op een schaal van 0 (afwezig) tot 1 (perfecte homoradar) een 0,31. Om meer te weten te komen over de vraag waar die gaydar nou precies op reageerde, volgden Rule en co hun eerste experiment op met een extra gaydartest. In dit experiment moesten studenten de voorkeur raden op basis van alleen het haar, de mond of de ogen. Het haar gaf de beste clou: een score van 0,24. Op basis van de ogen en mond was het moeilijker: 0,11. Al die scores zijn niet superhoog, maar wel hoger dan wanneer de studenten een muntje hadden opgegooid. Conclusie: de gaydar bestaat. En hij is vooral gevoelig voor kapsels.
Homohaar krult anders
Om te zien of iemand homo of hetero is, geeft iemands haardracht dus een belangrijke aanwijzing. Dat klinkt alsof de gaydar vooral verschillen in lifestyle en presentatie waarneemt; bijvoorbeeld dat de gemiddelde homo zijn haar iets anders draagt dan de gemiddelde hetero. Dat is helemaal geen gek idee, want het is een bekend verschijnsel dat leden van een subcultuur de neiging hebben om qua kleding en uiterlijk bij elkaar aan te sluiten. Zo’n dresscode speelt ongetwijfeld een belangrijke rol als onze gaydar zijn werk doet. Maar dat sluit niet uit dat er ook biologische ‘homosignalen’ zijn. Volgens Richard Lippa van California State University zijn die er inderdaad, zelfs als het gaat om gay haar. Lippa doet al jaren onderzoek naar aangeboren uiterlijke verschillen tussen homo- en heteromannen. Tijdens een gay pride festival in California bekeek hij het achterhoofd van honderden homo’s en hetero’s en ontdekte onder andere dat de meerderheid van de homoseksuelen van nature iets ander haar hebben dan hetero’s: hun kruin krult anders. Bij de meeste hetero’s krult die plek met de klok mee, maar homo’s hebben een kruin die tegen de klok in gaat. Lippa linkt deze vondst aan linkshandigheid, ook iets dat bij mannen die van mannen houden vaker voorkomt dan bij vrouwminnenden.
Testosteron maakt de man
De oorzaak van deze links-tegenklokse eigenschappen ligt volgens de meeste wetenschappers in de baarmoeder. De heersende theorie stelt dat daar iemands geaardheid wordt bepaald onder invloed van testosteron. Bij de meeste mannen zorgt dit hormoon ervoor dat ze zich tot vrouwen aangetrokken voelen, maar als er minder testosteron op het foetusbrein wordt losgelaten, dan worden de hersenen op ‘homo’ ingesteld. Waarom het testosteronniveau soms laag en soms hoog is, weten onderzoekers nog niet. Maar Lippa vermoedt wel dat het lagere testosterongehalte meer doet in de hersenen dan alleen de ‘gayschakelaar’ omzetten. Het zorgt ook voor een iets ander uiterlijk. Volgens sommige onderzoeken verschilt bijvoorbeeld de lengte van de vingers: terwijl bij een heteroman de ringvinger vaak langer is dan de wijsvinger, maakt het bij homomannen meestal geen verschil of is de wijsvinger juist het langst.
Of de gaydar sterker reageert op dit soort biologische details of op lifestylekenmerken is nog niet onderzocht. Maar zou wel een manier zijn om erachter te komen, denkt wetenschapsjournalist William Salatan. Wetenschappers zouden namelijk het experiment van Nicolas Rule kunnen herhalen, maar dan met een kleine aanpassing. In plaats van de gaydar van een groep proefpersonen te testen op homo’s en hetero’s zou je hem moeten loslaten op praktiserend homoseksuelen en homo’s die, bijvoorbeeld om religieuze redenen, beweren bekeerd te zijn tot de heteroseksualiteit. Die laatste groep heeft immers, zo stelt Salatan, wel de biologische kenmerken van een homo, maar niet meer de levensstijl. Zou de gaydar op beide groepen even goed werken, dan is hij gevoelig voor testosteronkenmerken als vingerlengte of kruinkrulrichting. Pikt ie alleen de onbekeerde homo’s eruit, dan gaat onze gaydar vooral af van de signalen van de subcultuur.
Detail maakt de gaydar
Of het nu om cultuur of natuur, om kapsel, vingerverhouding of kruinkrul gaat, om in één oogopslag uit zulke kleinigheden af te leiden met welke sekse een man het liefste tussen de lakens kruipt, lijkt zelfs voor de beste gaydar een flinke uitdaging. Gelukkig voor de homo’s onder ons zijn er aanwijzingen dat mannen die zelf op mannen vallen iets beter voor die taak zijn toegerust. Dat ontdekte een team onderzoekers onder leiding van Lorenzo Calzato van de Universiteit Leiden. Zij vroegen aan 42 proefpersonen van beider oriëntaties mee te doen aan een zogenaamde Navon-test. Bij die test is er een groot figuur, bijvoorbeeld een driehoek, dat is opgebouwd uit kleine figuurtjes, bijvoorbeeld vierkantjes. Hoe meer oog voor detail je hebt, hoe sneller je je aandacht kan afwenden van de grote driehoeksvorm en kunt herkennen dat de driehoek eigenlijk uit allemaal kleine vierkantjes bestaat. In het onderzoek van Calzato en co bleken homoseksuelen daar het beste op te scoren: het kostte hen geen 0,68 maar 0,40 microseconden om naast de grote ook de kleine figuurtjes te zien. Homo’s hebben dus meer oog voor detail, concluderen de Leidse wetenschappers, en dat is wellicht het mechanisme achter hun gaydar.
Gaydar is onnauwkeurig
Nu vraag je je misschien af: een verschil van 28 milliseconden? Linksom- versus rechtsomdraaiende kruinen? Vingerlengteverhoudingen? Een gaydarscore van 0,31 uit 1? Moeten we het daar nou van hebben als we in de kroeg willen weten of iemand homo is of niet? Je hebt gelijk dat een beetje nuance op zijn plek is: de gaydar is nou niet direct een onfeilbaar instrument. Hij bestaat, maar zelfs op zijn allerbest zit de homoradar meer in de buurt van een gerichte gok dan van exacte wetenschap. Dat betekent in de praktijk dat een heteroman een flinke kans loopt om als gay aangemerkt te worden en dat we een hoop homo’s niet als zodanig zullen herkennen. De miljoenen meisjes die in geloofden in George Michaels heteroseksualiteit zijn dus vergeven voor het missen van zijn ware geaardheid. En de beste manier om in een café achter het homogehalte van die leuke man te komen? Gewoon vragen.
Meer lezen:
William Salatan. Read my lisp: kun je aan iemand zien of hij homo is of niet? Slate, 15 juli 2011. http://www.slate.com/articles/health_and_science/human_nature/2011/07/read_my_lisp.single.html
David France. The science of gaydar: zijn er biologische verschillen tussen homo’s en hetero’s? Neq York Magazine, 17 juni 2007. http://nymag.com/news/features/33520/
Neurocritic. Attentional bias and gaydar: homoseksuelen hebben iets meer oog voor detail. Neurocritic blog, 21 mei 2010. http://neurocritic.blogspot.com/2010/05/attentional-bias-and-gaydar.html
Dit artikel verscheen eerder in Quest Psychologie.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.