dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Het was een gemiste kans, afgelopen dinsdag in de Tweede Kamer. D66 had twee moties ingediend die het leven van zzp’ers misschien niet leuker maar wel makkelijker konden maken. De moties waren een soort poging tot puinruimen, als reactie op de soepzooi die het kabinet vorig jaar heeft veroorzaakt door de wet-DBA in te voeren.

De wet-DBA is een zeer onsympathiek stukje regelgevingsgebeuren. Wat zeg ik, voor zzp’ers zoals ik is het een gedrocht. Het idee is dat zzp’ers voortaan met hun opdrachtgevers afspreken dat ze hun werk doen volgens een modelovereenkomst; een door de Belastingdienst goedgekeurd standaardcontract waarin de aard van de arbeidsrelatie omschreven staat. Zo’n modelovereenkomst moet zekerheid geven over de onderlinge verhoudingen, en zou moeten garanderen dat opdrachtgever en zzp’er niet achteraf-oeps-toch als werkgever en werknemer worden aangemerkt en allerlei loondienstige premies en heffingen moeten gaan betalen.

Dat klinkt puik, maar harde garanties, daar zijn noch de Belastingdienst noch verantwoordelijk staatssecretaris Wiebes scheutig mee. Dus is er grote onzekerheid in zzp-land over de uitvoering van de wet, en durven veel opdrachtgevers niet meer met personeelloze zelfstandigen in zee te gaan. Naar schatting 50.000 zzp’ers hadden hier al last van, en de verwachting is dat dit aantal volgend jaar fors gaat stijgen zodra de Belastingdienst de hele DBA-bups ook echt gaat handhaven.

De ironie is dat de regering de wet destijds presenteerde in een dikke walm van goede bedoelingen: dit ging zzp’ers behoeden voor akeligheden als schijnzelfstandigheid. Ik denk echter dat we het erover eens kunnen zijn dat broodroof niet de jofelste beschermingsstrategie aller tijden is. Freelance cameraman Jan Rein Hettinga, bijvoorbeeld, ziet zijn eenmanszaak al helemaal in de puree raken. In een veelgelezen open brief aan Wiebes beschrijft hij hoe hij vreest dat hij straks alleen nog via een uitzendbureau of aanverwante constructie voor zijn vele opdrachtgevers kan werken. ‘Dan lever ik mijn vrijheid en zakelijke speelruimte in (…) En waarom mijnheer Wiebes? Wat heb ik misdaan?’

De moties van D66 wilden iets doen aan al die onzekerheid: de regering moest beloven dat welwillende ondernemers en opdrachtgevers geen boetes zouden krijgen, en Wiebes moest de mogelijkheden voor een ondernemerstoets gaan verkennen. Het idee achter die ondernemerstoets is dat starters door een daartoe bevoegde instantie stevig aan de tand gevoeld worden over hoe hun toko zal gaan reilen en zeilen. Doorstaan ze de test, dan zijn ze ondernemer. Gewoon, bam, hopla, en dan geen geëikel meer. Twee prima plannen, zou je zeggen, maar ons parlement besloot beide moties niet te steunen.

Dat is jammer, maar natuurlijk niet onverwacht. Want coalitiepartijen VVD en PvdA hebben al jaren de pik op zzp’ers. Zzp’ers krijgen namelijk een belastingvoordeel, de zelfstandigenaftrek, waar de regeringspartijen hun begerige bezuinigingsoog op hebben laten vallen. Eerst probeerden ze daarom de cijfers zo te martelen dat schijnzelfstandigheid onder zzp’ers een kolossaal probleem leek. Dat zou ingrijpen rechtvaardigen, maar helaas werden ze ingehaald door de feiten; een onderzoek van de Erasmus Universiteit kwam in 2013 niet verder dan een schijnzelfstandigheidspercentage van twee procent.

Nou, mopperden zzp’ers, laat ons dan met rust; wij willen liever aan onze zaak geen polonaise, dankjefeestelijk. Maar de mening van zzp’ers deed er niet zo toe; het regeringsideaal blijft dat wij professionele einzelgängers, voor ons eigen bestwil, in ‘normale banen’ worden geschoven, waar we keurig de volle mep aan belastingen en premies betalen, en deel uitmaken van een lekker ouderwets overzichtelijk sociaal-economisch landschap, zonder malle fratsen als individuen die zelf in alle vrijheid hun ondernemende ding doen. Dat die banen er vaak gewoon niet zijn, ja, uh, dat, uh, nou.

Ik vind het moeilijk om de wet-DBA niet te zien als een nieuwe poging om zoveel mogelijk zzp’ers door verlies van opdrachtgevers en inkomsten uit hun ondernemerschap te manipuleren. Want laten we wel wezen: als onze bewindspersonen werkelijk iets voor zzp’ers zouden willen doen, dan zijn er nuttiger maatregelen te bedenken. Zo zouden ze iets kunnen regelen voor zzp’ers die nu geen arbeidsongeschiktheidsverzekering kunnen afsluiten, bijvoorbeeld omdat ze een chronische ziekte hebben. Ze zouden zzp’ers deels vrij kunnen stellen van vermogensheffing op hun spaargeld, omdat dit vaak ook het ziektepotje, het zorgverlofgeld en investeringsbudget is. En het belangrijkste: ze zouden kunnen ophouden met steeds tijdens het spel de spelregels te veranderen.

=

Klik hier om andere columns en blogs van mij over zzp-leed te lezen

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.