dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Ik had bijna medelijden met koning Willem-Alexander, afgelopen Prinsjesdag. Het is immers niet niks om in je allereerste troonrede de verzorgingsstaat te moeten doodverklaren. Vanaf nu hebben we een ‘participatiesamenleving’ waarin ‘van iedereen die dat kan, wordt gevraagd om verantwoordelijkheid te nemen.’

Ik kan me niet voorstellen dat onze vorst deze woorden met genoegen heeft uitgesproken. Niet omdat hij er zelf onder zal lijden: met een inkomen van 850.000 euro per jaar is hij tamelijk immuun voor het zoveelste bezuinigingsrondje. Maar wel omdat onze koning me een intelligent man lijkt, die vast onmiddellijk inzag dat zo’n participatiesamenleving een wassen neus van jewelste is.

En wel hierom: de enige manier waarop zo’n samenleving de afbraak van de verzorgingsstaat kan opvangen, is als er in ons land massa’s mensen zijn die wel van alles kunnen, maar nu hun verantwoordelijkheid onvoldoende nemen. Een soort ‘luie donder’-potentieel, van mensen die nu niet maar straks wel de maatschappelijke verantwoorde handen uit de mouwen zullen steken. Zij moeten immers het gat vullen dat ontstaat door alle bezuinigingen.

Als daarentegen het gros van de burgers nu al zijn uiterste best doet om de boel draaiende te houden, en de grenzen van onze collectieve vermogens min of meer bereikt zijn, dan blijft het gat dat de verzorgingsstaat achterlaat gewoon een gat, en levert de participatiesamenleving niets op behalve de introductie van een fraai Scrabble-woord.

Dus: hoe staat het met ons nationale ‘luie donder’-potentieel? Niet zo best, vrees ik. Een paar weken was ik bij een huisarts om voor een verzekeringsaanvraag gezondheidsgekeurd te worden. Terwijl ze mijn bloeddruk opnam, zei ze tegen me: ‘Ik snap eigenlijk niet dat verzekeraars nog steeds willen dat ik bij jonge mensen alleen naar hun fysieke gezondheid kijk. Want veruit de meeste van hen die ik in mijn praktijk zie, komen vanwege een burn-out. Dat is het grootste risico.’ Cijfers van het CBS bevestigen dat het aantal mensen met een burn-out al jaren stijgt.

In gedachten ging ik mijn vrienden en oud-studiegenoten af. En inderdaad: bijna allemaal hebben ze op een zeker punt een paar weken of zelfs maanden thuisgezeten wegens opgebrand zijn. En we zijn nog maar begin dertig.

Volgens de Vlaamse psychiater Paul Verhaeghe heeft dat alles te maken met de manier waarop de maatschappij momenteel is ingericht. Want het gaat tegenwoordig niet echt over participatie, maar over hoe je zorgt je geen loser wordt. In de snoeiharde en hyperindividualistische competitie om goede banen moet je altijd haantje of hennetje de voorste zijn. Je talenten optimaal inzetten, competenties ontwikkelen en persoonlijk groeien tot je er een punthoofd van krijgt.

Wie in deze race kopje onder gaat, heeft dat aan zichzelf te danken. Mensen met een werkloosheids- of bijstandsuitkering verdienen geen mededogen, die moeten ‘gewoon aan de bak’. Wie dat niet lukt of kan, is een profiteur of heeft gefaald – zelfs in een arbeidsmarkt met bijna 700.000 werklozen. Vergeleken met zo’n brandmerk is een diagnose als ‘burn-out’, zo betoogt Verhaeghe, bijna een opluchting: kijk maar, ik kan er niets aan doen dat ik aan de zijlijn sta, want ik ben ziek.

Verhaeghe noemt dit de Enron-maatschappij, naar het Amerikaanse energiebedrijf. Eind jaren negentig voerden de topmanagers daar het zogeheten Rand and Yank-systeem in. Collega’s moesten met elkaar concurreren, werknemers werden voortdurend beoordeeld. Elk jaar volgde er een afrekening. De allerbesten kregen een stoot bonussen en een promotie. Wie tot de slechtste tien procent behoorde, werd tentoongesteld als mislukkeling en vervolgens ontslagen.

Met Enron liep het niet goed af. Want in plaats van dat de werknemers aan de hogere verwachtingen voldeden en nog veel harder gingen werken, gingen ze frauderen en liegen over hun prestaties. Het energiebedrijf ging eraan ten onder.

Ik voorzie een vergelijkbaar lot voor onze participatiesamenleving. Veruit de meeste mensen doen nu al alles wat ze kunnen. Zovelen houden nu al financieel en emotioneel maar net het hoofd boven water, jonglerend tussen koopkrachtverlies, onder water staande hypotheken, zieke ouders, veeleisende banen die ten koste van alles behouden moeten worden en kinderen in de peperdure opvang. Veel ‘luie donder’-potentieel is er niet.

Als onze regering desondanks de zorgstaat afschaft en denkt dat we allemaal ergens nog wel een extra tandje vinden om bij te zetten, dan vrees ik dat Nederland zal eindigen zoals Enron: corrupt, opgebrand, of allebei. En mogelijk failliet.

 

Foto: FreeImages.com/Griszka Niewiadomski

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.