Miljoenen Afrikanen komen op onze deur bonken. Althans, dat denkt Martin Sommer, getuige zijn column in de Volkskrant van zaterdag 18 oktober. De reden: in Afrika krijgt men, ondanks toenemende verstedelijking en welvaart, nog steeds lekker veel kinderen. Zo veel, dat er aan het eind van deze eeuw misschien wel vier miljard Afrikanen zijn. Dit verontrust Sommer, want uit een poll van het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup blijkt dat een derde van die Afrikanen het liefst zou emigreren. Sommer neemt aan dat deze mensen in groten getale naar hier zullen komen, waar er voor hen geen werk is, maar wel mensenrechten, ‘en ze dus weten dat ze niet meer weg hoeven’. Om dit debacle in de kiem te smoren, moeten organisaties als de VN de bevolkingsexplosie problematiseren en het taboe op geboortebeperking opheffen.
Zelf zou ik willen voorstellen dat we nog even niet in paniek raken. Bijvoorbeeld omdat Sommer de feiten niet helemaal op een rijtje heeft. Zo spreekt hij over ‘Afrika’ alsof het een land is, in plaats van een zeer divers continent, terwijl ik toch vermoed dat hij niet zozeer vreest voor een invasie van Egyptische hersenchirurgen of Zuid-Afrikaanse wijnboeren, als wel voor zwarte mensen uit landen rond de evenaar van het type bootvluchteling. Dat vermoeden wordt bevestigd door het NRC-artikel van Arne Doornebal dat Sommer aanhaalt: dat stuk blijkt eigenlijk vooral te gaan over Oeganda en een beetje over Congo, en doet op basis van de situatie in die landen uitspraken over heel ‘kinderrijk Afrika’. Zeker als we het over bevolkingsexplosies hebben, is dat een dubieuze keuze, want volgens het CIA World Factbook is het geboortecijfer in Oeganda niet bepaald representatief voor het continent. Sterker nog: het is het een-na-hoogste ter wereld. Alleen in Niger baart men meer.
Ook op het ‘feit’ dat een derde van de Afrikanen wil emigreren is wel wat af te dingen. Zo blijkt het cijfer bij nadere beschouwing van de Gallup-website eigenlijk 24 procent te zijn, en dan zijn landen in Noord-Afrika niet meegenomen, anders was het cijfer nog lager. Ook niet onbelangrijk: ondanks de toename in het aantal bootvluchtelingen meldt Gallup dat het aantal migratielustige sub-Saharanese Afrikanen afneemt. Landen als Botswana, Gabon of Swaziland hebben zelfs een flinke positieve ‘migratiepotentie’, wat betekent dat juist meer mensen naar deze landen toe willen verhuizen dan dat er mensen willen vertrekken.
Dat Sommer toch een heel continent reduceert tot een nogal abstracte black box – falende bevolkingspolitiek erin, bootvluchtelingen eruit – heeft wel een functie: het zorgt ervoor dat het een goed plan lijkt om taboeloos over geboorteperking te praten. Zonder die abstrahering verandert dat, bijvoorbeeld wanneer we gaan nadenken over de vraag hoe geboortebeperking in de praktijk dan zou moeten werken. De ‘Afrikanen’ waar Sommer het over heeft, hebben overduidelijk geen zin om qua voortplanting te minderen. Zij zien veel kinderen als een pensioenvoorziening: ‘Hoe meer kinderen, hoe groter de kans dat er een bij zit die rijk wordt en later voor je kan zorgen’, tekende Doornebal uit de mond van een Congolees op. Dat betekent dat iemand naar Afrika zal moeten afreizen om de mensen daar tot een laag kindertal te brengen. Of, nog wat concreter: witte westerse mensen zullen met name zwarte vrouwen moeten dwingen tot geboorteperking.
Dat hier een taboe op rust, heeft een goede reden. Dit hebben witte westerlingen namelijk al eens geprobeerd, in de jaren zestig en zeventig, toen de overbevolkingspaniek hier op een hoogtepunt was. Wetenschapsjournalist Mara Hvistendahl schreef erover in haar boek Unnatural selection. In bijvoorbeeld Zuid-Korea bouwde men op westers initiatief oude Amerikaanse legertrucks tot rijdende geboorteperkingsbussen, waarin vrouwen door vrijwel ongetraind personeel werden geronseld voor een spiraaltje of sterilisatie, bij zwangerschap voorafgegaan door een gratis abortus. De Koreaanse ‘agenten’ die dit overzagen werden met geld van onder meer het Bevolkingsfonds van de VN ‘per stuk’ betaald, om ze te prikkelen elke dag weer zoveel mogelijk vrouwen onvruchtbaar te maken. In India gebeurde hetzelfde, wederom onder auspiciën van westerse organisaties. Dwang was aan de orde van de dag. ‘Over zoiets basaals het vragen van toestemming om een spiraaltje te plaatsen of een foetus weg te halen, werd met geen woord gerept’, vertelde Hvistendahl me tijdens een interview.
Ik ga ervan uit dat Sommer dit alles niet wist of in gedachten had, toen hij zijn column tikte. Het is ook grotendeels vergeten geschiedenis, een weggestopte zwarte bladzijde. Het probleem is dat dit gebrek aan collectieve kennis, hoewel gerieflijk voor witte mensen, ook gevaarlijk is. Want wat Sommer onbedoeld zeer treffend aantoont, is dat zodra de angst weer toeslaat – ‘miljoenen Afrikanen zullen op onze deur bonken’ – de kans bestaat dat mensonterende gruwelijkheden uit het verleden zomaar een goed idee voor de toekomst lijken.
Meer lezen:
De cijfers van het CIA World Factbook: http://www.indexmundi.com/g/r.aspx?t=0&v=25&l=en
De cijfers van de Gallup-poll: http://www.gallup.com/poll/166796/potential-net-migration-index-declines-countries.aspx
Het NRC-stuk van Doornebal: http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2014/september/20/afrikaanse-bevolking-explodeert-verwacht-meer-vl-1420295
De webpagina bij het boek Unnatural selection: http://www.marahvistendahl.com/unnatural-selection/
Het interview met Mara Hvistendahl: https://ashatenbroeke.nl/2011/10/27/liever-een-jongetje/
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.