Alicia Beltran was 16 weken zwanger toen ze werd gearresteerd. Het was twee weken na haar eerste controle. Ze had de arts verteld dat ze een jaar geleden verslaafd was geweest aan de betere pijnstillers, maar dat ze op eigen kracht was gestopt. De arts had haar blijkbaar maar half geloofd, en samen met een maatschappelijk werker de politie gebeld met de mededeling dat Beltran haar ongeboren kind in gevaar bracht. De vrouw verscheen voor de rechter, in boeien, waar ze ontdekte dat haar foetus een eigen advocaat toegewezen had gekregen. Zelf moest ze 78 dagen in een afkick-kliniek doorbrengen. In de Amerikaanse staat Wisconsin, waar Beltran woont, was er namelijk een wet die stelt dat rechters zwangere vrouwen mogen opsluiten als ze verslaafd zijn en niet vrijwillig willen meewerken aan hun behandeling. Een foetus was daar een persoon, met het recht om beschermd te worden tegen z’n eigen moeder.
Iets vergelijkbaars bepleitte kinderrechter Sonja de Pauw Gerlings afgelopen woensdag in een interview met de Volkskrant. Ze is lid van de Raad van Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, die in een ongevraagd advies stelt dat een nieuwe wet binnenbaarmoederlijke vruchtjes moet behoeden wanneer de moeder bijvoorbeeld rookt of drinkt – desnoods door gevangenisstraf, boetes of uithuisplaatsing van de baby, en desnoods tegen de wil van de zwangere vrouw in. De gezondheid van de foetus is dan even belangrijker dan zelfbeschikking van de moeder, meldde het krantenbericht.
Nou ben ik de eerste om te begrijpen dat het verdraaid lastig kan zijn: een potentieel leven, dat vastzit in het lichaam van een ander levend wezen, dat bovendien ook nog een brein heeft waarmee het zelf beslissingen mag nemen. Ook ben ik tegen dode of ernstig zieke baby’s; dat niet roken en niet drinken het beste is, staat buiten kijf. Maar laten we ook niet vergeten dat stevig roken en dito drinken vaak verslavingsgedrag is, dat verslaving een ziekte is, en dat we eigenlijk vonden dat dat zieke mensen hulp moesten krijgen, geen straf.
Roken is overigens ook een verslaving waartegen onze eigen regering maar zeer matig optreedt. Afgelopen mei mopperden artsen nog in het blad Medisch Contact dat bijna alle politieke partijen wel een smoesje hadden om de accijns op sigaretten niet tot grote hoogten te laten stijgen, terwijl dit toch dé manier is om roken tegen te gaan. Als een pakje peuken tien euro kost, beginnen immers fiks minder jongeren met paffen. Dat scheelt later weer gebakken foetusperen, want wie niet begint, hoeft niet te stoppen zodra de blijde verwachting zich aandient. En laten we ook hier over nadenken: wat het zou zeggen over onze samenleving als het kabinet wel zwangere rokers zou willen opsluiten, maar niet alles op alles zou willen zetten om de aanwas van nieuwe rokers te stoppen?
En nog iets om te overwegen: wat zou zo’n wet ter bescherming van het ongeboren kroost eigenlijk betekenen? Bijvoorbeeld voor hoe de staat zich verhoudt tot het lichaam van de vrouw? Casussen uit het buitenland geven reden tot zorg. In Groot-Brittannië moest een alcoholistische moeder voor de rechter verschijnen omdat haar dochter was geboren met foetaal alcohol syndroom. De aanklager noemde het vergiftiging, en ‘vergelijkbaar met doodslag’. In Mississippi werd een baby doodgeboren, met haar navelstrengetje om haar nek. Maar omdat het bloed van de moeder sporen van cocaïne bevatte, kwam mams voor de rechter voor moord.
In zulke zaken komt het meestal niet tot een veroordeling – juist omdat een telg pre-geboorte doorgaans geen persoon is en geen rechten heeft. Zou dat veranderen, dan dreigt de verhouding tussen de staat en het vruchtdragende vrouwenlijf ernstig verstoord te raken: tenzij je een hele brave broedmachine bent, ben je een potentiële verdachte. Zoals New Statesman-columnist Sarah Ditum concludeerde naar aanleiding van de Britse alcohol-zaak: ‘De implicatie is dat alles wat een foetus kan schaden, van de kattenbak leeggooien tot brie eten, potentieel crimineel wordt wanneer het wordt gedaan door een zwangere vrouw.’
Voor het logische gevolg waarschuwden Amerikaanse gynaecologen al na de zaak-Beltran: het zit er dan dik in dat vrouwen uit angst voor straf niet langer goede zwangerschapszorg durven te zoeken, of gaan liegen tegen hun arts of verloskundige – zeker als ze roken, drinken of drugs gebruiken. En dat terwijl juist dán goede zorg noodzakelijk is.
De Pauw Gerlings zei in het interview: ‘Er gaat nu veel tijd verloren, omdat er lang wordt geaarzeld.’ Zij vond dat een nadeel. Mij lijkt een lange aarzeling hier juist zeer verstandig.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.