‘Elk jaar weet dit gezeur.’ Daarmee wuifde Henk Westbroek afgelopen maandag aan tafel bij Pauw & Witteman de zwarte piet-technische bezwaren van kunstenaar Quinsy Gario weg. Dit was nadat hij Gario langdurig had uitgelachen, en voordat hij tegen hem ging schreeuwen. Erg verheffend was het niet.
Maar ondanks dat bij Pauw & Witteman weglachen het nieuwe luisteren lijkt, hebben Gario en de zijnen links en rechts natuurlijk wel een puntje of wat. Ze vinden zwarte piet racistisch; een ‘koloniale oprisping’ die geen plek meer heeft in het moderne veelkleurige Nederland.
Op die analyse is nuchter bekeken weinig af te dingen. Want zwarte piet, zijn imago van kindervriend ten spijt, ís blackface: de gitzwarte, goudberingde, roodbelipte negerkarikatuur die we nog zo goed kennen uit oude Sjors & Sjimmies – ‘Jimmie leuk vinden!’ –, bedacht op een moment in de negentiende eeuw dat het concept beschaving nog niet voldoende was ingedaald om al tot afschaffing van de slavernij te leiden.
De tegenwerping dat piet een schoorsteenveger is en derhalve zwart van roet, is overduidelijk flauwekul – tenzij je denkt dat in schoorstenen afropruiken en lippenstiften verstopt zitten die, du moment dat hij zich aldaar begeeft om cadeaus te bezorgen, spontaan op het pietengezicht springen. En zelfs dan zou hij bij aankomst op de stoomboot nog een schone en dus huidkleurige snoet moet hebben, want dan zitten de cadeaus immers in het scheepsruim en heeft pietermans nog geen schoorsteen van binnen gezien.
Dus is dit waar we elk jaar weer in collectieve knusheid naar kijken: een optocht met een blanke heer, hooggezeten op een wit paard, die waardig naar de menigte wuift terwijl zijn op negerslaven geïnspireerde knechten om hem heen dartelen, deugnieterig en dom doen, en de goedheiligman met hand- en spandiensten ondersteunen, zoals dat een goede ondergeschikte betaamt.
Dat kinderen hier in al hun leeftijdsgerelateerde naïviteit geen racisme maar een feestje in zien, is nauwelijks relevant. Het probleem is dat hun ouders, die wél kennis hebben van slavernij, dondersgoed weten hoe een schoorsteenveger eruit hoort te zien en aan wie bij herhaling dat blackface-dingetje is uitgelegd, toch hun ogen sluiten voor het feit dat we in ons land elk najaar weer in opperste vrolijkheid één van de duisterste bladzijden uit onze geschiedenis in feestvorm gieten.
En dan vinden we het gek dat veel nakomelingen van die slaven dit niet helemaal super-toppie-gezellig vinden. De oprechte gekwetstheid van zwarte mensen leidt zelfs tot grote woede, want niemand mag het in zijn hoofd halen om ‘een leuk kinderfeest te verpesten’. Alsof kinderen niet evenveel lol hebben met groene, gele en rode pieten, zoals in 2006, toen de NPS in een vlaag van helaas tijdelijke wijsheid regenboogpieten uitvond. Kleuters in den lande kropen helemaal niet massaal depressief en hevig getraumatiseerd in hun bed. Ze vierden gewoon lekker sinterklaas.
Dit in tegenstelling tot, wederom, flink wat volwassenen. Het regende klachten bij de NPS. Medewerkers werden bedreigd. In kranten spraken columnisten en briefschrijvers over ‘cultuurbarbaren’, ‘multicultikoorts’, en over hoe willen afschaffen van – aldus de toentertijdse Telegraaf – ‘negertjes in de knechtenrol’ een voorbeeld is van ‘totaal doorgeslagen angst voor discriminatie’. Nee, bespottelijk, want piet hoort gewoon zwart en ‘ze’ moeten met hun fikken van ‘ons’ feest afblijven, anders rotten ze maar op naar hun eigen land. En dat maakt ons geen racisten, dat is gewoon gezond verstand. Kutnegers.
Het is deze nationale allergische reactie op het zwarte pieten-debat die me echt zorgen baart. Want wat zegt dit over Nederland? Wat leren kinderen hier nou van? Dat volwassenen op een facebookbericht van Pauw & Witteman over Quinsy Gario reageren met (sic): ‘Ze moeten die vent een steen om de nek binden en tussen de haaien gooien laat hem lekker optiefen die malloot’? En dat de verontwaardiging die op zo’n opmerking volgt vele, vele malen kleiner is dan de woede op iemand die kritiek durfde te hebben op zwarte piet?
Ik vrees dit: dat het oké is om iemand die laat weten dat hij door jou gekwetst is uit te lachen en weg of dood te wensen. Dat de bezwaren van een zwarte minderheid ondergeschikt zijn aan de feestelijkheden van de witte meerderheid. Dat zwarte pijn minder waard is dan wit plezier. En dát, lieve mensen, is puur, onversneden racisme.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.