dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

‘A-anti-anticapitalista! A-anti-anticapitalista!’, hoorden we de mensen achter ons roepen tijdens de klimaatstaking, een paar weken geleden. Ik was er met een paar scholieren. Een van hen kwam naast me lopen en vroeg: ‘Maar wat is kapitalisme eigenlijk?’

De vraag is zeker even interessant als het antwoord. Het is in onze samenleving niet vreemd – zelfs voor maatschappelijk betrokken mensen – om weinig te weten over kapitalisme. Al heeft het mogelijk evenveel invloed op ons als onze democratie, toch staan de kranten er niet vol van en geven scholen er nauwelijks les over. Kapitalisme is voor de meesten van ons wat water is voor een vis: het is overal om ons heen, maar zo vanzelfsprekend aanwezig dat het bijna onzichtbaar is.

Wat is kapitalisme? Het hele korte antwoord is: een economisch systeem waarin het meeste kapitaal – geld en bezit – in handen is van individuen en bedrijven (en dus niet van de staat). Die individuen en bedrijven gebruiken hun kapitaal om meer kapitaal te maken zonder zelf noemenswaardig te zweten, maar door hun geld te investeren en anderen voor hen te laten werken. De opbrengst van hun investering – olie, aandelen, pepernoten – verkopen ze op een vrije markt, als het even kan voor meer geld dan ze erin hebben gestoken. Ze maken dan winst, waarmee de Grote Kapitalistische Oppermissie – van kapitaal meer kapitaal maken – puik is geslaagd.

Het precieze smaakje kapitalisme du jour heet neoliberaal kapitalisme, naar de achterliggende ideologie, het neoliberalisme. In de jaren 40 opperde grondlegger Friedrich Hayek dat de vrije markt echt supertof zou kunnen zijn voor alles: de markt weet meer dan individuele mensen ooit weten, de markt kan meer, en omdat de markt geen goed of fout kent maar alleen vraag en aanbod zal ze ons ook nog beschermen tegen totalitaire engnekken assorti. De taak van de overheid is om de vrijheid van die markt voor de bakker te maken en zich verder niet te bemoeien met wat kapitalisten zoal uitspoken. Dus zeker niet al te vervelend doen met belastingen of mieren wanneer bedrijven het milieu vervuilen.

Om dit gedachtegoed aan de man te brengen, richtte Hayek een internationaal netwerk van denkers, wetenschappers en journalisten op, die decennialang in de media en denktanks de vrije markt zouden gaan bejubelen. Met succes. Zoveel succes, zelfs, dat deze neoliberale visie niet beperkt bleef tot de economie van olie, aandelen en pepernoten.

Het werd, zoals journalist Stephen Metcalf schrijft, een manier om de sociale werkelijkheid opnieuw vorm te geven. Ook de samenleving moest als een markt opereren, waarin mensen net als bedrijven een waarde hebben, steeds in competitie zijn met elkaar en verantwoordelijk zijn voor hun eigen succes. We zijn kopers en verkopers, consumenten en zelfverbeteraars. Zonder dat iemand het ons hoeft op te dragen, streven we er elke dag naar om nog productiever te worden, gezonder, minder afgeleid. Voor kwetsbaarheid is geen plaats: niet van mensen, niet van de natuur, niet van de aarde. Meer kapitaal maken en slagen in de markt, daar gaat het om.

Ondertussen is de ideologie achter deze keuzes buiten beeld geraakt. Er wordt zelfs nauwelijks over neoliberalisme gesproken. Dat was niet altijd zo. In de jaren 40 en 50 schreven Hayek & co openlijk over ‘de neoliberale beweging’ en ‘de doctrine die ook wel neoliberalisme wordt genoemd’. Maar inmiddels doen aanhangers zelf alsof zulks nooit heeft bestaan. Zo ontkende Neerlands grootimporteur van neoliberale ideeën, oud-VVD-leider Frits Bolkenstein, ineens dat hij Hayek had gelezen, terwijl hij de man in vrijwel al zijn boeken citeert. Een Amerikaanse economiehoogleraar en vrije-marktdenktanklid probeerde bij de NPR zelfs de hele beweging weg te foezelen: ‘Neoliberalisme is een van de vreemdste complottheorieën die er in de afgelopen eeuw ontwikkeld zijn. Er zijn bijna geen mensen die zeggen: ik ben een neoliberaal. Ze bestaan nauwelijks.’

‘Die anonimiteit is zowel een symptoom als de bron van haar macht’, stelt Guardian-columnist George Monbiot terecht. We spreken over ‘de wetten van de markt’ alsof het natuurwetten zijn, we zeggen ‘de wil van de markt’ alsof die zomaar ontstaat en niet gewoon is ‘wat grote bedrijven en rijke mensen willen’. We accepteren de invloed die neoliberaal kapitalisme heeft op de aarde en onze levens, hoe dit systeem vervuilt en verdeelt en vernietigt en onder onze huid kruipt, omdat we de ideologie niet meer zien, alleen de vanzelfsprekendheid. Dat is wat kapitalisme is. Dat is wat kapitalisten doen.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.