dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Dames en heren, welkom bij onze nieuwste safari. Vandaag bezoeken we het zaakje: u weet wel, wat er bij de man* zoal tussen de benen bungelt en zichzelf opheft. Ten noorden van u ziet u het meest in het oog springende deel van onze reis: de penis, die we straks zullen beklimmen. Ten zuiden van ons bevinden zich de ballen of testikels. Daar zal de rondleiding vandaag beginnen.

De testikels van de man zitten gezellig samen in een zakje. Dat zakje hebben ze omdat ze idealiter iets minder warm zijn dan het lijf van hun gelukkige eigenaar – een graad of 34 is voor de gemiddelde bal ideaal. Aan de balzak zit een spiertje dat zich ontspant als de testikels te heet dreigen te worden. Worden de noten te koud, dan trekt de spier zich samen en nestelt het hele gebeuren zich wat dichter tegen de mannelijke onderkant aan. Reden voor dit testikelgewiebel is de spermaproductie, die in de bal plaatsvindt. Zonder die ideale temperatuur van 34 graden voelen de zaadcellen zich minder oké en dat zou ervoor kunnen zorgen dat ze, wanneer het tijd is voor actie, minder fanatiek van A naar eicel zwemmen.

Overigens: de afstand die zo’n zaadcel aflegt voordat hij überhaupt bij de uitgang is, is veel langer dan u zou denken als u zo naar het mannelijk kruis kijkt. Ballen en penis liggen immers op het oog vrij dicht bij elkaar, wat een nogal compact en recht-door-zee transportsysteem doet vermoeden. Maar niets is minder waar. Voordat de soldaatjes op de plaats van bestemming zijn, leggen ze maar liefst een afstand van 80 centimeter door het mannenlichaam af. De eerste 60 centimeter daarvan reizen ze door de zaadleider. Die voert hen onder meer langs de prostaat, die aan de zwemmers de bekende witte plakkerige spermavloeistof toevoegt. Daarna is het nog zo’n 20 centimeter tot de uitgang via de plasbuis wordt bereikt.

Gelukkig voor de zaadcellen hoeven ze dit hele eind niet zelf te zwemmen – de bulbospongiosus-spier regelt dit voor hen. In 10 tot 15 samentrekkingen stuwt hij het sperma richting de plek van bestemming, waar het met een snelheid van zo’n 45 kilometer per uur de schwans verlaat (ook wel bekend als: het orgasme). Bij veel mannen gaat dat gulpend, maar er zijn ook mannen die 30 tot 60 centimeter ver sproeien. Het onofficiële wereldrecord vliegende kwakjes is van een onbekende man die onder toeziend oog van seksuoloog Alfred Kinsey bijna 2,5 meter ver ejaculeerde. ‘Twee lakens waren neergelegd om de Perzische tapijten te beschermen’, merkte Kinsey nog op in het bijbehorende rapport.

 

Lekker zwellen

We zetten onze safari voort in noordelijke richting. Hier treffen we de penis aan. Aan de onderkant zit de jongeheer met een stukje vel – het scrotumweb – vast aan de testikels. Iets daarboven ziet u, als de piemel opgewekt genoeg is, een soort groef lopen. Die groef ontstaat doordat aan weerszijden van het lid zwellichamen zitten: de corpora cavernosa. Zodra een man opgewonden raakt, lopen deze sponsachtige structuren vol bloed.

Dat gaat zo. Wanneer een man iets geils ziet of voelt, zorgt het brein ervoor dat er stikstofmonoxide richting de bloedvaten in de penis gaat. Dat doet twee dingen. Het maakt de bloedvaten wijder, en er gaat een tweede stofje naar de spieren in de zwellichamen met de boodschap: jongens, jullie mogen je nu ontspannen. Samen zorgen deze twee dingen dat de zwellichamen vrij vlug vol bloed lopen. Ze raken zo vol dat ze zelfs de bloedvaten die vanuit de sergeant-majoor weer terug het lichaam in lopen enigszins dichtdrukken. Zo blijft het bloed grotendeels waar het is, en blijft de erectie in stand, totdat de spieren zich na het orgasme weer ontspannen.

De corpora cavernosa zijn trouwens niet de enige zwellichamen. Mannen hebben er nog eentje, die om de plasbuis heen zit. Daar fungeert hij als een soort beschermheer van de plasbuis; doordat ook hij vol met bloed loopt zorgt hij ervoor dat de andere twee zwellichamen deze buis niet dichtdrukken. Dat zou voor het aanstormende sperma immers onhandig zijn.

 

Size does matter?

Veruit de meeste penissen zijn enthousiaste toestand tussen de 10 en 19 centimeter groot. Slap is hij gemiddeld zo’n 7 en 10 centimeter. (Ter vergelijk: een blauwe vinvis heeft een zwengel van 2 tot 3 meter lang, en testikels van 70 kilo. Maar hij is natuurlijk ook veel groter. Onze kerels hoeven zich niet te schamen; afgezet tegen hun lichaamsgewicht hebben ze bovengemiddeld grote benedenbuurmannen.)

Het maakt trouwens ook uit in welk continent u zich bevindt. Gaat u op piemelsafari in Zuidoost-Azië, dan zit de doorsnee opgeheven tampeloeres rond de 12, 13 centimeter; in Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen rond de evenaar is de typische lulhannes wat langer. In Nederland zijn we gezegend met hele gemiddelde erecties van gemiddeld een ruime 14 centimeter lang.

Hierbij moeten we wel aantekenen dat de variatie aanzienlijk is. Het eeuwenoude seksstudieboek Kamasutra hanteert daarom drie veelzeggende categorieën voor het mannelijk geslacht: de haas (dit zijn de kleinste pielemuisjes), de stier en de hengst (de flinkste knuppels). Vagina’s komen in corresponderende categorieën, respectievelijk het hert, de merrie en de olifant. Hertjes die hun hart hebben verloren aan een hengst, of hazen die willen wippen met een olifant, hoeven overigens niet te wanhopen. De Kamasutra geeft – zeer hands-on – tips voor alle mogelijke combinaties.

Nu we hier toch zijn, op safari in het mannelijk kruis, met ons meetlint in de hand, is het misschien een goed moment om ons af te vragen of de Kamasutra daar gelijk in heeft: doet grootte er echt niet toe? Nou, volgens vrouwen niet. Uit een Brits onderzoek blijkt dat 85 procent van de bevraagde dames prima tevreden is met de afmetingen van het lid van haar lief. Uit een andere studie blijkt dat ze het bovendien niet zo vreselijk belangrijk vonden. Slechts een kleine minderheid kon het iets schelen, en daarbij bleek de omtrek der snikkel belangrijker dan de lengte. Mannen denken daar overigens zelf anders over. Zij hechten juist wel waarde aan een voldoende lange snoeshaan, en waren ook veel kritischer dan de dames: in die Britse studie vond 45 procent hun apparatsjik te klein.

 

Topje van de ijsberg

En daarmee komen we aan het bij het laatste deel van deze rondleiding: de eikel, of glans. Dit vaak wat rozige deel van de piemel vormt het hoofd van de kleine secretaris-generaal. Van nature is hij bedekt door de voorhuid. De voorhuid beschermt de eikel tegen wrijving – niet die van de goede soort, maar van onderbroeken en dergelijke – en zorgt dat het topje van de ijsberg een beetje vochtig en slijmerig blijft. Het is tevens al sinds de Oud-Testamentische koning Saul zijn aanstaande schoonzoon David vroeg om 100 Filistijnse exemplaren één van de meest besproken stukjes vel ter wereld. Dat komt vooral doordat sommige religies en culturen voorschrijven dat dit velletje op jeugdige leeftijd te verwijderen.

Of besnijden medisch gezien nou voordelig is of niet, is al jaren onderwerp van fel debat tussen artsen. In Nederland is het officiële standpunt van de artsenfederatie KNMG dat hij meestal beter gewoon kan blijven zitten, omdat besneden mannen vaker last hebben van problemen bij het plassen (omdat er eelt rond de plasbuis komt) en vaker moeite hebben bij het klaarkomen (omdat hun eikel minder gevoelig is).

Maar terug naar vrolijker eikelzaken. Nergens in het mannenlichaam zitten zoveel zenuwen als in de kop van zijn genotsknots. Vooral het frenulum – het kleine velletje waarmee de voorhuid vastzit aan de rest van de penis – staat bekend als dikke bingo. Wanneer deze plek gedurende gemiddeld zo’n vijf tot zeven minuten door een terzake kundig persoon gestimuleerd wordt, leidt dat in veruit de meeste gevallen tot een reflex van het ruggengraat, die de schaamzenuw op uitermate prettige wijze doorgeeft aan het hele kruis.

En vlak voordat dit orgasme in al haar ejaculerende glorie losbarst, ronden wij onze safari af. Mocht u toch nog naar het vuurwerk willen kijken, dan raden wij u aan voor de zekerheid tenminste 2,5 meter afstand te bewaren en eventuele Perzische tapijten af te dekken.

 

 

*) er zijn ook mannen die van onderen een ander landschap hebben, bijvoorbeeld omdat ze trans zijn, of interseks. Ook dit zijn uiteraard gewoon mannen, maar dan met een andere safari.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.