dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

‘Power to the people / The people got the power / Tell me: can you feel it? / Getting stronger by the hour’, zingen we, terwijl we op 28 november bij het Ministerie van Economische Zaken en de tijdelijke Tweede Kamer de A12 oplopen. Ik zwaai met een groene Extinction Rebellion-vlag. En ik voel iets dat ik al een poos niet gevoeld heb: oprechte, uitbundige hoop.

Hoop was voor mij steeds vaker een wilsbesluit. In de klimaatcrisis staat alles op het spel: een leefbare planeet, de wereld zoals we die kennen, de toekomst van alle kinderen op aarde. Opgeven is geen optie. Alleen: klimaattoppen, rechtszaken, IPCC-rapporten, klimaatmarsen – ze brengen niet genoeg teweeg. Ik was moedeloos geworden als ik niet zo geïnspireerd was geraakt door de klimaatbeweging. Door de burgerlijk ongehoorzame activisten, die bezetten, blokkeren en ontregelen, om te laten zien dat het leven misschien normaal lijkt, maar niet is. De crisis is er al. We kunnen het tij keren, maar het moet nu.

Niets bezielde me dit jaar meer dan de Inheemse jongeren die een speech van de Canadese premier Justin Trudeau verstoorden om te protesteren tegen ecocide. De Britse actievoerders die de hoofdkantoren van fossiele investeerders en luxe automerken bespoten met oranje verf. De Ugandese activisten die zich verzetten tegen de EACOP-pijplijn. Mensen die voor privévliegtuigen gingen liggen. De universiteitsbezetters, de vastlijmers, de soepgooiers. De rebellen met wie ik op de A12 stond.

Guardian-columnist George Monbiot zei onlangs in De Balie dat democratie ontspringt uit directe actie. Dit is hoe burgers politieke macht terugpakken van grote bedrijven en hun lobbyisten, en zeggen: wij kunnen niet meer genegeerd worden. Wij eisen een beschaving die gebaseerd is op wat de planeet kan dragen. Activisten, zei hij, doen het belangrijkste werk op aarde. Ik zou zeggen: amen. Of, nog liever: ‘People! Power!’

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.