De fraude van sociaal psycholoog Diederik Stapel heeft niet alleen gevolgen voor hemzelf en zijn collega-onderzoekers. Ineens geldt de hele psychologie als een verdachte wetenschap. Arnon Grunberg noemde het in de Volkskrant zelfs ‘de voortzetting van de romankunst met andere middelen’. Klopt dat beeld? Vijf kritische vragen.
Kunnen we de psychologie wel opdoeken?
Psychologie beslaat veel deelgebieden. Zo brengt de sociale psychologie in kaart hoe mensen elkaar beïnvloeden. Wat gebeurt er bijvoorbeeld onder groepsdruk? In de klinische psychologie wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de beste behandeling voor depressie. Andere belangrijke vakgebieden zijn de neuropsychologie, arbeids- en organisatiepsychologie en ontwikkelingspsychologie. Dat de sociale psychologie in opspraak is, wil dus niet zeggen dat de héle psychologie in de uitverkoop kan.
Hoe wetenschappelijk zijn de methoden van de sociale psychologie?
Het experiment is hier de belangrijkste onderzoeksmethode. In een goed opgezet experiment neem je een grote groep mensen, die je op basis van toeval in tweeën deelt. De ene groep stel je bloot aan een experimentele manipulatie. Je laat ze bijvoorbeeld een schokkend plaatje zien, waardoor ze zich naar gaan voelen. Bij de controlegroep verander je niets. Vervolgens kijk je of de groepen verschillen: gedraagt de eerste groep zich socialer? Dan heb je een grote kans dat dat komt door de manipulatie. Bij een goed experiment weten degenen die het effect vaststellen niet wie welke manipulatie heeft ondergaan, zodat ze de proefpersonen niet onbewust kunnen beïnvloeden. Ook weten de proefpersonen niet waar het experiment over gaat.
En als er een effect wordt gevonden, is dat dan ‘hoe het zit’?
Zeker niet. Een effect ‘telt’ pas als het ook door andere psychologen kan worden aangetoond ofwel gerepliceerd. Belangrijk zijn daarom reviews of meta-analyses. Daarin worden alle onderzoeken naar een bepaald onderwerp bij elkaar genomen; wijzen ze allemaal in dezelfde richting? Op die manier sluit je uit dat een eerder gevonden effect toch door toeval was veroorzaakt. Vaak komen conclusies echter al in het nieuws voordat een onderzoek door andere psychologen is gerepliceerd. Stapels beruchte vleesonderzoek kwam zelfs al in de media voordat er überhaupt was gepubliceerd. Hierdoor miste het de fase van de peer review, waarin een artikel voor publicatie eerst door een aantal kritische collega’s wordt gelezen.
Dus Diederik Stapel wilde te graag scoren?
Zeker. Maar vrijwel alle wetenschappers staan onder druk om met opzienbarende resultaten te komen. Het is goed voor je carrière om in toptijdschriften te publiceren, en universiteiten zien graag mediageniek onderzoek. Onderzoeker Jelte Wicherts van de Universiteit van Amsterdam ontdekte dan ook dat in 17 tot 19 procent van de psychologische publicaties een statistische ‘fout’ was gemaakt die in het voordeel was van de psycholoog in kwestie. Maar andere vakgebieden bleken er evenmin vrij van: in de medische wetenschap werd bijvoorbeeld 10 tot 14 procent ‘fouten’ gevonden.
Dus psychologisch onderzoek is nog niet afgeschreven?
Het is zeker (nog) geen perfect systeem. Daarom wordt er nu veel gediscussieerd over manieren om onderzoek minder fraudegevoelig te maken, bijvoorbeeld door de data openbaar te maken. Uiteindelijk blijft systematisch wetenschappelijk onderzoek toch de beste methode om iets te weten te komen over waarom we doen wat we doen, en zijn wie we zijn.