Is vreedzaam klimaatprotest genoeg? Of moeten activisten, in de strijd om het leven op aarde te beschermen, het gebruik van geweld tegen objecten of personen heroverwegen? Over deze interessante vragen zullen actievoerders en groene politici volgende week níét debatteren in Pakhuis de Zwijger. De discussie is helaas prematuur gesmoord in een aanval van rechtse nep-verontwaardiging.
De VVD noemde het debat ‘totaal bizar’ en kondigde Kamervragen aan. JA21-voorvrouw Annabel Nanninga – eerder nog aangesloten bij een partij die wilde strijden voor een dominant blank Europa, nu ineens hevig bezorgd – noemde het ‘doodeng dat extreemlinks serieus gaat praten over geweld toepassen’. Pakhuis de Zwijger schrok en cancelde de boel: ‘Wij wijzen elke vorm van geweld of oproep tot geweld af.’
De nuance dat een debat geen van beide is, ging in het geraas verloren. Stichtelijk verklaarden mensen dat geweld een harde grens is, die je nimmer dient te overschrijden. Dat klinkt buitengewoon keurig, maar is onzin. Of, althans: ik vermoed dat de meeste vroomsprekers niet misprijzend terugkijken op het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en ook niet fronsen wanneer Oekraïners zichzelf verdedigen tegen een Russische invasie. Niks harde grens; het is eerder zo dat bijna iedereen geweld afkeurt, maar het in uitzonderlijke situaties toch gerechtvaardigd vindt. En dat men het enkel oneens is over welke situaties dat precies zijn.
Bij zulke meningsverschillen biedt een debat normaalgesproken uitkomst. ‘Geweld tegen mensen is altijd verwerpelijk, daar hoeven we het niet over te hebben’, hadden de aanwezigen bijvoorbeeld kunnen zeggen. ‘Maar geldt dat ook voor geweld tegen dingen?’ had de debatleider gevraagd.
Een genodigde had wellicht het boekje How to blow up a pipeline van ecoloog Andreas Malm erbij gepakt, die filosoof William Smith aanhaalt. Smith betoogt dat sabotage verdedigbaar als aan drie voorwaarden is voldaan. Het object dat je saboteert moet anders ernstige en onomkeerbare schade doen (zoals een kolencentrale of privévliegtuig), een mildere aanpak heeft niet gewerkt en dit gebrek aan vooruitgang is een symptoom van hoe diep en structureel het probleem is (dit behoeft geen commentaar), en degenen tegen wie de sabotage zich richt, hebben een hoger gebod geschonden (zoals, zeg, een klimaatakkoord).
In zo’n geval is sabotage minder verkeerd dan het onrecht laten voortbestaan, had een van de gasten kunnen aanvoeren. Je kunt je zelfs afvragen wat gewelddadiger is: opkomen voor het leven en de toekomst door CO2-uitstotende machines onklaar te maken, of de klimaatbedreigde status quo laten voorbestaan. Iemand had vast Jessica Reznicek genoemd, een activiste die herhaaldelijk de Dakota Access Pipeline saboteerde, omdat een eventuele lekkage het grondgebied van de Standing Rock Sioux Tribe, kostbare natuur en het drinkwater van miljoenen burgers zou bedreigen. Overdag lasten werkers stukken van de oliepijplijn aan elkaar, ‘s nachts laste Reznicek ze weer los. Waarom, vroeg ze, zien we een vrouw die uit liefde voor mensen en de planeet een pijplijn ontmantelt als gewelddadig, maar het bedrijf dat de pijplijn in elkaar zet niet?
En, zou de debatleider opperen, zijn we al op een punt dat zulke acties nodig zijn? Misschien niet, had een aanwezige kunnen zeggen. Mogelijk zijn burgerlijk ongehoorzame bezettingen en blokkades genoeg, keert de mening van de massa, vinden politici bijtijds achterin het keukenkastje onder de gootsteen ineens hun ruggengraat terug en gaan ze doen wat nodig is. Het kán.
Maar er is ook een ander scenario denkbaar, zou een andere genodigde kunnen aanvoeren. Ze citeert Andreas Malm: ‘Over een paar jaar worden de kinderen van de Thunberg-generatie en de rest van ons op een ochtend wakker, en we realiseren ons dat de status quo ongewijzigd is, ongeacht alle stakingen, de wetenschap, de smeekbedes […] Wat doen we dan? Zeggen we dat we alles gedaan hebben wat we konden, de mogelijkheden die we hadden hebben benut en hebben gefaald? Concluderen we dat het enige dat er nog opzit is leren hoe te sterven?’ Ik mag hopen van niet, zou ze zeggen; iets opblazen is beter dan opgeven, sabotage is beter dan de dood.
Als dat geen debat waard is, wat dan wel?
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.