Het had ook zo kunnen gaan. Nadat vorige week het derde rapport van het VN-klimaatpanel IPCC uitkwam, hadden alle Westerse regeringsleiders een persconferentie kunnen geven. Premier Rutte had voor een achtergrond kunnen staan met een zouteloze ambtenarenslogan erop – ‘Klimaatdoelen halen doen we samen’ –, de overhemdsmouwen opgestroopt om net iets te letterlijk daadkracht uit te stralen.
Vandaag zijn we wakker geschud, had hij kunnen zeggen. Het laatste IPCC-rapport trekt een harde maar duidelijke conclusie: het huidige klimaatbeleid is volstrekt niet voldoende om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius. Momenteel liggen we zelfs op koers voor een temperatuurstijging van ruim 3 graden.
We zijn op weg naar een klimaatramp. Forse zeespiegelstijging, smeltende poolkappen, bosbranden, overstromingen, droogtes, hittegolven, uitgestorven soorten. Wetenschappers vertellen ons dat hele ecosystemen kunnen verdwijnen, landbouwopbrengsten zullen teruglopen, zoet water schaars zal worden. Ze vrezen dat de planeet bepaalde kantelpunten zal bereiken, met catastrofale gevolgen. Delen van de wereld zullen onbewoonbaar worden. Mensen zullen sterven.
Vandaag heb ik overlegd met mijn collega’s in Europa en Noord-Amerika. Wij hebben een speciale verantwoordelijkheid, want wij zijn de leiders van de landen die historisch gezien de meeste schade aan de aarde en het klimaat hebben toegebracht. En we hebben besloten dat wij die verantwoordelijkheid gaan nemen. Het roer moet radicaal om. We hebben te lang gedacht dat we tijd genoeg hadden, te lang gedacht dat we dit probleem stapje voor stapje konden aanpakken. Maar die tijd is voorbij. Het is nu of nooit. Als we de generaties na ons een eerlijke kans willen geven om op te groeien in een leefbare wereld, dan moeten wij nu onze mouwen opstropen.
Er zijn mensen die zeggen: het is kansloos. Het is te moeilijk. Het is te duur. Of: we zijn al gedoemd. Maar de toestand is niet hopeloos. Menselijk handelen heeft ons in deze situatie gebracht en menselijk handelen kan ook het tij keren. Het IPCC-rapport waarschuwt niet alleen, maar geeft ook moed. Alle kennis en technologie die we nodig hebben om in 2030 weer op het pad van 1,5 graad te komen, is al aanwezig. Wetenschappers rekenden uit dat als we alle gedane beloftes en gemaakte plannen ook echt snel gaan uitvoeren, de opwarming onder de 2 graden kan blijven. Dat is niet genoeg, maar het is een begin.
En we kunnen meer doen. We gaan meer doen. Vervuilende grote bedrijven, de fossiele industrie voorop, zullen binnen een paar jaar drastisch en ingrijpend moeten veranderen. Decennialang hebben we economische groei op een voetstuk gehesen en de belangen van multinationals en superrijken voorrang gegeven op de behoeftes van gewone mensen en de noden van de levende aarde. Ook die tijd is voorbij.
En ook van u als burger wordt iets gevraagd. Maar voor alles wat we opgeven, valt er ook iets te winnen. We zullen nauwelijks vlees eten, maar ook leven in parkachtige groene steden. Geen kasten vol nieuwe kleding hebben, maar wel betaalbare schone energie. Geen benzine-auto’s, maar gratis openbaar vervoer en fietsboulevards. We zullen weinig vliegen, maar ons land zal rijk zijn aan wilde natuur.
Vanaf nu draait het niet meer om macht en geld, had Rutte kunnen zeggen, maar alleen nog om de toekomst. De toekomst van de aarde en de toekomst van onze kinderen.
Maar zo ging het niet.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.