Voor wie iets wil vinden van het conflict in de Gaza-strook, zijn er ruwweg twee invalshoeken beschikbaar. In het eerste maken de leiders van het bedreigde Joodse volk nu eindelijk eens een stevige vuist tegen de moslimterroristische onverlaten van Hamas, die – als ze niet tegengehouden zouden worden – het liefst de ganse dag raketten zouden gooien op Israëlische kleuterscholen. In het tweede beukt de moordzuchtige staat Israel met haar op vier-na-sterkste leger ongenadig los op onschuldige alsmede weerloze Palestijnse burgers.
In dit proces van framing wordt elk feit door ronkende propagandamachines omlijst met precies die woorden die het eigen gelijk bevestigen. Een voorbeeld. Vorige week ging een foto de wereld rond waarop te zien was hoe twee rijen jongemannen op hun knieën in het zand zitten, met slechts hun onderbroek aan. Er staan wat gewapende militairen bij. Een aanhanger van frame 1 twitterde er olijk over: ‘BREKEND: 150 Hamas-soldaten gesnapt in hun onderbroek’. Frame 2 reageerde juist gegriefd: ‘Meer dan 150 Palestijnse burgers, vooral tieners, gearresteerd door binnenvallende Israëlische troepen’.
Wat beide frames gemeen hebben, zijn de onderliggende haat en ontmenselijking. De fanatiekste pro-Palestina-lieden maken zich hevig schuldig aan onsmakelijke vergelijkingen van de staat Israel met nazi-Duitsland. Aanhangers van frame 1 maken daar vervolgens dankbaar gebruik van om alle mensen die, conform frame 2, vrede eisen voor de Palestijnse burgers, weg te zetten als antisemieten. Ondertussen dehumaniseren de fanatiekste pro-Israel-lieden er op sociale media lekker op los: ‘Arabieren zijn bacteriën, moeten geëlimineerd worden’ en ‘Who the fuck geeft om kinderen? Ze zijn geen menselijke wezens, ze groeien op om beesten en terroristen te worden. Ik hoop dat ze allemaal branden in de hel’.
Toch is Hamas, frame 1 ten spijt, niet door en door boosaardig. Jazeker, in hun grondvest staan passages over strijden tegen en het doodmaken van joden – ik ga niet beweren dat het gezellige fuifnummers zijn. Maar aan het begin van het Gaza-conflict hebben ze een aantal eisen gesteld die niet eens totaal van de pot gerukt waren, zo las ik in de Israëlische krant Haaretz. In ruil voor een 10-jarige wapenstilstand vroeg Hamas onder meer of ze meer land mochten bebouwen, de viswateren uitbreiden, en een haven en vliegveld openen onder VN-toezicht, om handel te drijven. Het zijn menselijke eisen, waaruit eerder de hoop op een goed leven spreekt dan een honger naar de vernietiging van de Joodse staat, z.s.m..
Over die staat gesproken: Israel is in weerwil van frame 2 natuurlijk helemaal geen totalitaire bedoening die uit is op genocide à la nazi. Het is een democratie, gedragen door een volk dat in het verleden intens verwond is en wel eens gewoon veilig wil zijn. Ondanks deze diepe wens voelen velen zich geroepen om te protesteren tegen de gewelddadige keuzes van hun eigen regering. Afgelopen zaterdag nog, in Tel Aviv, zeiden ze met duizenden tegelijk: ‘Niet uit onze naam’.
In Tel Aviv is het niet denkbeeldig dat je een Hamas-raket op je knar krijgt. Toch slaagden zelfs deze mensen erin om de slachtoffer-dader-frames in het Gaza-conflict te doorprikken. Dat is hoopvol. Want zoals een vrouw met een Palestijnse vader en een Joodse moeder opmerkte: ‘Wat we ook lijden, haat maakt het erger’.
Foto: Freeimages.com/M. Nota
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.