Het was een rare Barbie. Met digitale beeldbewerking was de gewoonlijk nogal anorexische modepop voorzien van een flinke buik, stevige dijen en maar liefst twee onderkinnen. De vraag, op Facebook: zouden speelgoedfabrikanten zo’n Barbie moeten maken?
Absoluut niet, zeiden sommigen; obesitas is ongezond en moet worden tegengegaan, en dit riekt naar de goedkeuring of zelfs promotie ervan. Wat een flauwekul, reageerden anderen; alsof Barbie zelf het toonbeeld van ultieme fitheid is. Haar taille is veel te smal; was ze van vlees en bloed geweest, dan had haar buikholte geen ruimte kunnen bieden aan al haar organen. Haar voeten zijn zo klein dat ze niet had kunnen staan en als aap op handen en voeten had moeten lopen. Als dat ons idee van een normale pop is, dan kan een dikkere versie niet snel genoeg in productie genomen worden. Bovendien: echte lichamen komen ook in allerlei vormen en maten, dus waarom Barbie niet?
Net onder de oppervlakte van deze Facebook-discussie ligt een lastiger kwestie. Namelijk: hoe benader je overgewicht in een wereld waarin een aanzienlijk deel of zelfs een meerderheid van de mensen te dik is? Als een afwijking, iets slechts, dat vermeden moet worden? Of als diversiteitsissue: mensen zijn nu eenmaal verschillend, en dat is oké?
Het is een dilemma dat zelden als zodanig herkend wordt. Een zaak van conflicterende waarden, vooral voor de jonge doelgroep van al dan niet dubbelkinnige Barbies. Aan de ene kant leren we kinderen graag om van zichzelf te houden, omdat ze goed zijn precies zoals ze zijn. Aan de andere kant: dikke kinderen zien we het liefst dun. Die moeten dus juist niet zichzelf zijn.
Beide boodschappen doorgeven kan niet. Zelfliefde vereist zelfacceptatie, terwijl de wens om overtollige kilo’s te bevechten het tegenovergestelde vraagt: een geïnternaliseerde ontevredenheid, als brandstof voor een immer ronkende wens om jezelf te veranderen.
Momenteel kiest onze samenleving bijna blind voor de ontevredenheid. De medische schrik rondom overgewicht zit er flink in, en in een reflex is begonnen met allerlei projecten om kinderen hiervoor te behoeden. Op de kleuterschool zingen kinderen liedjes als ‘hap hap hap, slik slik slik, eet je niet teveel, anders word je veel te dik’. In voorlichting wordt overgewicht afgekeurd en slankheid onder het mom van een ‘gezonde leefstijl’ als ideaal neergezet. Dat die voorlichting in de regel volstrekt ineffectief is, leidt slechts zelden tot kritiek of zelfs maar verbazing. Zo reageerde werkelijk niemand verrast toen vorige week bleek dat een poging om crèchekinderen water te laten drinken in plaats van suikerrijk vruchtensap jammerlijk was mislukt. Treurige conclusie is dat voorlichters met lege handen staan, overgewicht bijna altijd chronisch is, en dat ondanks alle moeite mollige kinderen meestal dikke volwassenen worden.
Ondertussen tiert de stigmatisering van zwaarlijvigen welig, mede aangemoedigd door die voorlichtingstechnische nadruk op het wegwerken van de kilo’s. Afkeer van vetzucht is zo gewoon geworden dat het nauwelijks meer opvalt. Afgelopen zaterdag nog verwees Bert Wagendorp in zijn column terloops naar zwaarlijvigen als ‘vet mormel’. Een mormel is volgens de Van Dale een ‘lelijk schepsel, m.n. lelijke hond’.
De gevolgen zijn het pijnlijkst voor kinderen. Overgewichtstigmatisering maakt dat zware kinderen minder zelfvertrouwen hebben en vaker gepest worden. Normaal gesproken helpen we zulke kinderen in kanjertrainingen en dergelijke juist aan extra zelfliefde; alles wat ze helpt om sterker in hun schoenen te staan. Zo niet bij vetzuchtige kinderen. Op de website van het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt een alinea over minder eigenwaarde bij en pesten van kinderen met overgewicht direct gevolgd door leefstijladviezen, onder het kopje ‘De knop om?’. De impliciete boodschap: als je je rot voelt of gepest wordt omdat je dik bent, is dat jouw verantwoordelijkheid. Los het maar op door dun te worden.
Dit moet beter kunnen. We kunnen misschien niet voorkomen dat obesitas gezondheidsrisico’s met zich meebrengt, maar die maatschappelijke aangemoedigde zelfhaat, daar kunnen we vanaf. Het voorlichtingsroer moet radicaal om. We moeten kinderen leren dat je jezelf kunt accepteren en liefhebben, ongeacht je omvang. Dat je geen vet mormel bent, maar mooi en waardevol, ook als je dik bent.
Dat geldt ook voor volwassenen. Ik stel een alternatief nieuwsjaarsvoornemen voor: deze keer gaan we niet alweer op dieet, maar gaan we van onszelf houden. Onvoorwaardelijk, dus ook van de rolletjes en de kwabjes. Als we niet dun kunnen zijn, dan maar gelukkig.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.