Een van mijn lievelingsboeken begint met de wraak van de natuur. In Kinderen van Moeder Aarde laat Thea Beckman na een verwoestende wereldwijde kernoorlog een gedeelte van Alaska afscheuren en in zee zinken, het Japanse eiland Honshu in tweeën splijten, meren leeglopen en stuwdammen bezwijken. ‘Niemand van de nog levenden begreep waar die enorme vloedgolven, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en alles verwoestende tornado’s vandaan kwamen. Weinig mensen kregen ook de tijd erover na te denken. Moeder Aarde had Haar evenwicht verloren.’
De natuur die uit balans raakt en terugslaat: dat idee is weer in zwang sinds de uitbraak van het nieuwe coronavirus, al komen de klappen nu in de vorm van een Plaag in plaats van Hellevuur en Zondvloed. Inger Andersen, directeur van het VN-milieuprogramma, noemde de pandemie een ‘waarschuwingsschot’ en zei dat de natuur ‘ons een boodschap stuurt’. De Paus stelde tijdens een interview dat we onvoldoende hebben gereageerd op eerdere catastrofes, zoals de bosbranden in Australië en smeltende gletsjers. ‘Ik weet niet of dit de wraak van de natuur is, maar dit zijn zeker reacties van de natuur.’ Filosoof Damiaan Denys opperde in Trouw: ‘Het [coronavirus] is een gezonde correctie op onze megalomane levensstijl, een tik van de Schepper, de natuurwet, een homeostase’. De Italiaanse schrijver Sandro Veronesi zei in De Standaard dat het haast lijkt ‘alsof het coronavirus de antilichamen vormt van de aarde, die nu op de mens worden afgevuurd, omdat de mens nutteloos en zelfs schadelijk is voor de planeet.’
Voor het punt van Zijne Pauselijke Supermegaheiligheid, dat het virus een reactie van de natuur is, wel wat te zeggen. Overal ter wereld dringen mensen het leefgebied van wilde dieren binnen. Daardoor is er meer contact tussen ons en die dieren, en meer contact geeft een grotere kans op de overdracht van nare ziektes, zeker als we de dieren in kwestie ook nog oppeuzelen.
Maar de natuur die waarschuwingsschoten afvuurt? Die virussen inzet als haar antilichamen? De natuur als wraakgodin, die de mensheid mores leert voor aangedaan leed? Terwijl ik tijdens het paasweekend in Moeder Aarde sta te wroeten om een pol margrieten te verplaatsen, komt dat idee me steeds vreemder voor. De zon schijnt. De krentenboom bloeit. Een regenworm kruipt over mijn hand. Ik kan er moeilijk een bestraffende macht in zien.
Uiteraard is natuur meer dan bloesem en vochtige aarde. Er is ook bloeddorst, strijd, worsteling; er zijn parasieten en plagen; er is dood en verrotting en bederf. Maar is de natuur wraakzuchtig? Is ze wreed?
Ik moet denken aan een essay uit 1918 van de toen zeer beroemde natuurschrijver John Burroughs over precies die vraag. We noemen de natuur misschien wreed, overpeinst hij, omdat ons lot haar zo onverschillig laat. We nemen die apathie te persoonlijk, we zien onszelf erin. Als wij zo volstrekt onbetrokken zouden zijn, dan zou dat zeker wreed zijn. Maar we moeten de natuur niet zo vermenselijken. ‘Vuur en overstromingen veroorzaken pijn en dood’, schrijft Burroughs, ‘de zwaartekracht zal ons net zo snel verpletteren als in leven houden, maar deze krachten zijn niet wreed, want er is geen wens om lijden te veroorzaken; ze zijn deel van een systeem van dingen waar ons leven en welzijn van afhankelijk is.’
Moeder Aarde is niet wreed, ze is amoreel; rechtvaardigheid is in de natuur een betekenisloos begrip. Wat wreed is, is het coronavirus neerzetten als een verdiende straf of waarschuwing. Wat wreed is, is weten dat de pandemie vooral de kwetsbaren treft, en dan toch suggereren dat ze een zekere gerechtigheid kent. Spreken over ‘een gezonde correctie’ – dat is wreed.
Misschien is het voor sommigen een bijna onverdraaglijke gedachte: dit overkwam ons gewoon. Ons lijden en afzien heeft wellicht een oorzaak, maar er was geen reden, geen bedoeling, geen boodschap, geen straf. Enkel pech en onverschilligheid.
Zelf vind ik juist troost in die onverschilligheid. Hoe in de natuur alles gewoon doorgaat, terwijl onze mensenlevens stil lijken te staan. Hoe er een parallelle wereld is waarin een lockdown niets betekent, die zich niets aantrekt van modellen, ic-capaciteit of persconferenties; zelfs niet van onze stille wanhoop, angst en eenzaamheid; niet van onze rouw. De madeliefjes bloeien in het gras, de hommels proberen nog één keer of ze toch niet dwars door het raam heen kunnen vliegen, de mezen zingen in het oranjeroze avondlicht. Hier bestaat geen wraak, alleen een wilde, ontembare drang om te leven.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.