‘Als je de aarde alleen ziet als iets om uit te buiten, dan verdoem je jezelf.’ Als de klimaattop in Dubai me ergens aan doet denken, dan is het aan die uitspraak van schrijver Amitav Ghosh.
De clusterfuck begon al toen bleek dat de voorzitter van de top de hele-dikke-oliebaas Sultan al-Jaber zou zijn. Het staatsbedrijf dat hij leidt, pompte in 2021 het volstrekt niet lullige aantal van 2,7 miljoen vaten olie per dag op. Hij kondigde al aan dat hij dit in 2027 verdubbeld wil hebben.
Uiteraard zei Al-Jaber er niet bij dat hij voornemens was om de klimaattop te verbouwen tot een fossiel feestje. Die aap kwam uit de mouw tijdens een online bijeenkomst, vorige maand. De vraag was of hij in Dubai het voortouw wilde nemen in het rechtvaardig afbouwen van fossiele brandstoffen, omdat we tenslotte al middenin de klimaatcrisis zitten. Al-Jaber vond dat maar ‘alarmistisch’. Hij ontkende de complete klimaatwetenschap door te stellen dat het, om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad, helemaal niet nodig is om olie, gas en kolen uit te faseren. Het kan ook niet, zei hij, tenzij we weer in grotten willen gaan leven.
Bovendien had de BBC inmiddels uitgelekte notities in handen gekregen waaruit bleek dat Al-Jabers thuisland, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), de klimaattop wilde gebruiken om oliedeals te sluiten. Onder andere over nieuw aan te boren fossiele bronnen – iets dat volkomen onverenigbaar is met details als, zeg, het complete Parijs-akkoord.
Om de boel een beetje op te kalefateren, was er aan het begin van de top een goed-nieuws-momentje. Er komt eindelijk een loss and damage-fonds voor armere landen die harde klimaatklappen krijgen. Het leverde een staande ovatie op, las ik, maar het bedrag in het fonds – 460 miljoen dollar – is een fooi; niet alleen een fractie van wat er nodig zal zijn om getroffen landen te helpen, maar ook een diep beledigende 0,007 procent van het bedrag dat landen wereldwijd elk jaar uitgeven aan fossiele subsidies.
De olie- en gaslobbyisten – in Dubai in veel grotere getale aanwezig dan ooit tevoren op een klimaattop, maar dat zal u inmiddels niet meer verbazen – lachen zich de broeikasballen uit hun broek. Veel oliegiganten kondigden dit jaar immers vrolijk aan dat ze de productie van olie en gas niet gaan terugdringen en dat ze lekker blijven investeren in fossiel – ook in nieuwe bronnen. Zo legt TotalEnergies op dit moment de verwoestende East African Crude Oil Pipeline (EACOP) aan, om olie die ze gaan oppompen in kwetsbare Oegandese natuurgebieden via onteigend land en het Victoriameer naar de kust van Tanzania te transporteren. Een lekkage zou een ecologische ramp zijn en miljoenen mensen van hun levensonderhoud kunnen beroven, maar dat kan Total niks schelen: zij pakken de winst en laten de ellende achter.
Hetzelfde geldt voor VAE’s bevriende buurland, Saoedi-Arabië, dat van plan blijkt te zijn om onder meer opkomende economieën in Afrika verslaafd te maken aan fossiele brandstoffen. Zo willen ze deals maken om goedkope benzine-auto’s op de markt te laten brengen en ‘power ships’ laten aanrukken die van supervervuilende stookolie elektriciteit maken voor kuststeden. Eén van de hoofddoelen: zorgen dat er niet minder maar juist méér fossiele energie wordt gebruikt. Alles voor het grote geld.
Neokolonialisme is, kortom, springlevend en riant vertegenwoordigd in Dubai. En omdat Al-Jaber & co de rode loper hebben uitgerold voor Big Oil zal de klimaattop daar niets aan veranderen. Niemand zal, om Ghosh aan te halen, vragen hoe het kan dat grote bedrijven onze prachtige, levende planeet zijn gaan behandelen als een gigantisch grondstoffenmagazijn dat er alleen is om gebruikt te worden. Niemand zal zijn armen in de lucht gooien en uitroepen hoe diep verkeerd dit allemaal is.
In plaats daarvan zullen de wormtongen van de fossiele industrie hun bezweringen – winst, innovatie, groei – in de oren van machthebbers blijven lispelen, terwijl de aarde brandt en overstroomt. Mensen sterven en de leiders in Dubai zullen weer niet zullen doen wat nodig is. Het is meer dan een clusterfuck. Het is een misdaad.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.