Een beursmakelaar met veel testosteron in zijn lijf heeft meer financieel succes dan een belegger die deze hormonale boost moet missen. Dat ontdekten John Coates en Joe Herbert, beide hoogleraar aan de Cambridge University, toen ze bij 17 mannelijke beursmakelaars ’s ochtends het testosteronniveau maten.
De vraag is natuurlijk of meer testosteron de hogere winst veroorzaakt of er juist een gevolg van is. Coates denkt dat het hormoon de oorzaak is, maar zijn collega Herbert is voorzichtiger. Hij vindt dat ze alleen kunnen zeggen dat er een samenhang is.
Testosteron wordt vaak het ‘mannelijke geslachtshormoon’ genoemd. Die term is echter misleidend, omdat het ook in hoge concentraties in vrouwen voor kan komen. Vooral na de overgang zijn er veel vrouwen die meer testosteron in hun lijf hebben dan mannen. Van testosteron weten we dat het een rol speelt bij agressie. Bovendien denken wetenschappers dat het een belangrijk sleutelstofje is voor seksuele opwinding. Hoe dat precies werkt, is nog niet helemaal duidelijk. Deze week bleek nog uit een onderzoek van de American College of Physicians dat een placebo net zo goed werkt op het libido van vrouwen na de overgang als een spray met testosteron.
Bron: The testosterone of trading (Nature News, 14 april 2008), Coates, J. M. & Herbert, J. (april 2008). Endogenous steroids and financial risk taking on a London trading floor. Proceedings in the National Academy of Science USA (115) en Testosterone Spray Improves Sexual Satisfaction Slightly in Premenopausal Women But So Does Placebo (Sciencedaily, 14 april 2008)
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.
Als er naar verhouding meer meisjes dan jongens in de klas zitten, dan verbeteren de leerprestaties van zowel jongens als meisjes. Het wordt er bovendien rustiger op en het is goed voor de relatie tussen leraar en leerlingen. Dat blijkt uit onderzoek van professor Schlosser van de Universiteit van Tel Aviv.
In klassen die voor meer dan 55% uit meisjes bestonden doet iedereen het beter op examens. Dat geldt ook voor jongens: zij blijken hogere cijfers te halen op de exacte vakken. Zowel op de basisschool als de middelbare school hebben alle leerlingen baat bij een meidenmeerderheid.
Schlosser’s conclusies maken duidelijk dat gescheiden jongens- en meisjesonderwijs niet zo’n goed idee is. De afgelopen jaren is daar door verschillende onderzoekers voor gepleit, omdat zij vonden dat jongens het slachtoffer werden van een ‘gefeminiseerd’ onderwijssysteem waarin meisjes op bijna alle terreinen beter zijn. De Amerikaanse filosofe Christine Hoff Sommers noemde het zelfs “de oorlog tegen jongens”.
Bron: Keep boys and girls together in the classroom to optimize learning, study suggests (ScienceDaily) en De oorlog tegen jongens (J/M Ouders)
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.
Vertel een macho vlak voordat hij aan een moeilijke taak moet beginnen vooral niet dat mannen hierop doorgaans goed scoren. Dat zorgt er namelijk voor dat hij meer stress voelt: zijn hartslag versnelt en zijn bloeddruk gaat omhoog. Sonja van Well noemt dit het ‘gendermatch’ effect, oftwel: hoe meer iemand zich identificeert met zijn (of haar) sekse, hoe meer stress een moeilijk maar typisch mannelijk (of vrouwelijk) klusje oplevert. Op 18 maart promoveerde ze aan de Universiteit van Amsterdam op haar onderzoek.
Als erg een erg mannelijke man voorafgaand aan een moeilijke opdracht te horen krijgt dat ervoor ’typische mannenvaardigheden’ vereist zijn, dan stijgt zijn stressniveau. Volgens Van Well komt dit doordat de macho zo wordt uitgedaagd om extra goed te presteren. Zouden hij dat niet doen, dan is zijn eigenwaarde in geding, meent Van Well. Met andere woorden: hij doet hard zijn best geen watje te zijn. Zo hard, dat hij daardoor extra in de stress raakt.
Dit effect werkt trouwens alleen als de stresstaak moeilijk genoeg is. Bij een gemakkelijker getallentest treedt er juist een ‘gendermismatch’ effect op: mannelijke mannen scoren hoger op de stressschaal als ze hebben gehoord dat juist vrouwelijke eigenschappen nodig zijn. Van Well denkt dat macho’s dan redeneren dat ze klaarblijkelijk de juiste kwaliteiten voor de test missen, waardoor ze hun beste beentje voorzetten. En dat maakt weer dat ze meer stress hebben.
Voor vrouwelijke vrouwen werkt het gendereffect overigens precies hetzelfde. Bij een moeilijke taak raken ze erg in de stress na een vrouweninleiding, en bij een gemakkelijke taak juist na een mannelijke instructie. Ga je dus iets moeilijks doen, sta er dan niet te veel bij stil of het een mannen- of een vrouwenklus is. Dat is beter voor je bloeddruk.
Lees een langere versie van het artikel ‘Mannelijke taak geeft macho meer stress’ (door Asha ten Broeke) op de populair-wetenschappelijke website Kennislink.nl
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.
Een vrouw die getrouwd is of samenwoont met een man, krijgt er een halve baan bij. Ze doet namelijk zeven uur meer huishoudelijk werk dan toen ze nog op zichzelf woonde. Mannen kunnen daarentegen met een vrouw in huis een uurtje extra met de voeten op de poef: zij besteden een uur minder aan poetsen en opruimen dan in hun single dagen.
Volgens het onderzoek van de University of Michigan is een man daarmee even tijdrovend als het hebben van kinderen. Komen er namelijk koters, dan stijgt het aantal huishouduren – voor vrouwen – van 20 naar 27. Volgens hoofdonderzoeker en econoom Frank Stafford is het een bekend patroon: is er eenmaal getrouwd dan gaan mannen meer buitenshuis werken en vrouwen meer binnenshuis.
Dat is ook terug te zien in de cijfers. Hoewel de scheefheid sinds de jaren zeventig (zij: 27 uur, hij: 6) wel iets is rechtgetrokken (zij: 17, hij: 13) is er van gelijke verdeling van de huishoudelijke lusten en lasten nog geen sprake. Daarbij moet wel aangetekend worden dat de wetenschappers een wat eenzijdige focus op traditionele vrouwenklusjes laten zien. Zo telde in het onderzoek koken en schoonmaken wel mee, maar lieten Stafford en collega’s tuinieren, klussen en autowassen buiten beschouwing.
Bron: How much housework does a husband create? (Science Daily)
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.
Als we naar een baby kijken, reageert een ander deel van het brein dan wanneer we een volwassene zien. Dat ontdekten psychiater Kringenbach en zijn collega’s van Oxford University. Ze claimen hiermee eindelijk de locatie van het ‘ouderinstinct’ in de hersenen te hebben gevonden. Het gaat om een gebiedje met de schilderachtige naam mediale orbitofrontale cortex, oftewel: een deel aan de voorkant van je brein, net boven je ogen.
De onderzoekers lieten 25 mannen en 90 vrouwen heel kort plaatjes van baby- en volwassenegezichten zien. Zo kort, dat de proefpersonen geen tijd hadden om zich bewust te worden van wat ze zagen. Toch reageerden de hersenen consequent anders op de volwassenen dan op de baby’s. Kringenbach concludeert hieruit dat deze reactie niet is aangeleerd, maar inderdaad een instinct is dat over vele miljoenen jaren aan evolutie is ontstaan.
Opvallend genoeg ligt de mediale orbitofrontale cortex vlak bij een deel van de cingulate cortex. Dit hersengebiedje gedraagt zich anders bij vrouwen die een postnatale depressie hebben. Omdat beide cortexen ook veel verbindingen met elkaar hebben, denken de onderzoekers de oorzaak te hebben gevonden voor het feit dat depressieve moeders minder op hun kinderen reageren: hun ouderinstinct-zone werkt niet goed meer.
De wetenschappers rapporteren in hun publicatie in het vakblad PLoS One overigens geen verschil in ouderinstinct tussen mannen en vrouwen. Het lijkt dus niet waarschijnlijk dat mannen een minder ontwikkelde ‘babyzone’ hebben dan vrouwen, wat weer vragen oproept over de evolutionaire theorie dat in de oertijd alleen vrouwen voor de kinderen zorgden terwijl mannen uit jagen waren.
Bron: Parental instinct found in the brain (Oxford News) en A specific and rapid neural signature for parental instinct (PLoS One).
De afbeelding is ontleent aan de publicatie in PLoS One: Kringelbach ML, Lehtonen A, Squire S, Harvey AG, Craske MG, et al. (2008) A Specific and Rapid Neural Signature for Parental Instinct. PLoS ONE 3(2): e1664. doi:10.1371/journal.pone.0001664
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.
Het lijkt erop dat Deborah Tannen – schrijfster van het in 29 talen verschenen boek ‘Je begrijpt me gewoon niet – in één opzicht toch gelijk krijgt: mannen begrijpen inderdaad niet altijd wat vrouwen bedoelen. Zo blijken ze niet een flirtende van een vriendelijke vrouw te kunnen onderscheiden. Tot die conclusie komen psycholoog Coreen Farris en haar collega’s van de Universiteit van Indiana en Yale.
Driehonderd mannelijke en vrouwelijke studenten kregen foto’s te zien waarop vrouwen in verschillende emotionele toestanden stonden: vriendelijk, verdrietig, flirterig of afwijzend. Terwijl de vrouwen het onderscheid tussen deze emoties prima konden maken, bleken mannen vooral flirterig en vriendelijk door elkaar te halen. Die uitkomst is overigens niet helemaal nieuw: uit eerder onderzoek was al gebleken dat mannen aardig bedoelde non-verbale signalen wel vaker interpreteren als seksuele interesse. Farris benadrukt wel dat het gevonden verschil maar heel klein is. Het is dus niet zo dat mannen er helemaal niks van bakken, zegt ze.
Voor het – weliswaar kleine – verschil zijn twee verklaringen mogelijk. De eerste is dat mannen geneigd zijn om hun sociale omgeving te over-seksualiseren. Met andere woorden: ze zien overal seks. De tweede is dat vrouwen ‘van nature’ beter zijn in het herkennen van gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal die emoties uitbeelden: een erfenis uit de oertijd waarin vrouwen meer dan mannen zich druk maakten om de sociale verhoudingen binnen de groep.
De onderzoekers vinden dat hun ontdekking bewijs levert voor de tweede theorie, omdat zij voor over-seksualisering geen bewijs konden vinden. Zowel mannen als vrouwen waren namelijk terughoudend in het stellen dat de vrouw op de foto aan het flirten was.
Toch is daarmee de evolutionaire verklaring niet de enige. Het verschil kan bijvoorbeeld ook aangeleerd zijn, omdat in de Westerse cultuur van vrouwen verwacht wordt dat ze emotioneler zijn en ook gevoeliger zijn voor de emoties van anderen. Daarnaast bevatte de studie alleen foto’s van vrouwen. Het zou kunnen dat vrouwen beter scoorden omdat zij ook vrouwen zijn: het is dan de gelijkenis met zichzelf die zorgt dat je emoties beter herkent. Het is dan ook jammer dat de onderzoekers niet ook foto’s van mannen hebben gebruikt.
Bron: The untrained eye: confusing sexual interest with friendliness (Science Daily)
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.