dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Een zware depressie komt in de hersenen bij mannen en vrouwen op een totaal andere manier tot uiting. Daar kwamen Nijmeegse wetenschappers per ongeluk achter toen ze de breinen van elf mensen die zelfmoord hadden gepleegd. Bij mannen was het stofje Ucn1 de grote boosdoener, terwijl vrouwen te hoge hoeveelheid BDNF in hun hersenen hadden.

Dit verschil is zo markant, dat onderzoeker Eric Roubos en zijn collega’s denken dat een depressie bij vrouwen een hele andere ziekte is dan bij mannen. In ieder geval zouden er voor beide seksen andere antidepressiva moeten worden ontwikkeld, vinden de wetenschappers.

Zowel de ontdekking als de conclusies die de onderzoekers daaraan verbinden passen in een veelbelovende trend naar meer ‘gendergeneeskunde’. Decennialang zijn medicijnen en procedures bijna alleen op mannen getest, voornamelijk omdat vrouwen zo’n ‘lastige’ hormooncyclus hebben. Vorig jaar nog kreeg de Maastrichtse onderzoeker Ineke Klinge subsidie voor een groot Europees onderzoek naar de sekse- en genderdimensie in de geneeskunde.

Bron: Man en vrouw anders depressief (Kennislinkartikel door Elles Lalieu), Depressie bij mannen anders dan bij vrouwen (Radboud Universiteit) en De sekse- en genderdimensie in onderzoek naar ziekte en gezondheid (Research Magazine, Universiteit Maastricht)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

De Christenunie heeft succes gehad: zowel de Tweede Kamer als minister Klink vinden nu dat meer vrouwen langer borstvoeding moeten geven. Er is zelfs een quotum voor: 40% van de moeders moet hun baby van 6 maanden nog aan de moedermelk hebben. En daarvoor moeten vooral werkgevers in de weer, met kolfruimtes en meer tolerantie voor aftapbezigheden onder werktijd. En hiervoor komt de minister in actie.

Dat is niet alleen onnodig – in de Arbeidstijdenwet (voedingsrecht, art. 4:8) staat namelijk keurig dat een moeder tot 9 maanden na de geboorte van haar kind op haar werk recht heeft op een rustige ruimte om te kolven, en dat zij hiervoor haar werkzaamheden mag onderbreken – maar ook vreemd. Niet alleen staat helemaal niet onomstotelijk vast dat borstvoeding wel beter is dan melk uit de fles, ook spreekt het kabinet zichzelf tegen. Want langer zwangerschapsverlof en meer voeden op het werk – om langer moedermelk in de baby te krijgen – gaan niet samen met Plasterk’s voornemen meer vrouwen meer uur per week aan het werk te krijgen. Bovendien spotten ze met de vrije keuze van vrouwen om zich in meer of mindere mate in dienst te stellen van hun kind. Onafhankelijkheid is nu eenmaal niet hetzelfde met een kolfapparaat onder je arm.

Ik vermoed dat er iets anders aan de hand is. Dat vermoeden bekroop me ook al toen Rouvoet ervoor pleitte dat Nederlandse vrouwen meer kinderen moesten krijgen. De redenering is hetzelfde als bij de borstvoedingskwestie: vrouwen willen het zelf, maar worden door de samenleving niet voldoende in staat gesteld hun eigen wensen na te leven. Dus krijgen ze minder kinderen dan ze hadden gewild, die ze minder lang borstvoeding geven omdat ze aan het werk ‘moesten’.

In Rouvoet’s wereld willen vrouwen dus niets liever dan thuis hun grote kinderschare de borst geven. Althans, daar komt het op neer. Toegegeven, de boodschap zit goed verstopt in politiek correct gepraat over gelijke kansen voor mannen en vrouwen, maar als het puntje bij het paaltje – of de babymond bij de tepel – komt, ziet Rouvoet de Nederlandse vrouw het liefst thuis, als moeder van een groot gezin.

Onder mede-Christenen schaamt hij zich hier ook niet voor. Zo meldt de website katholiekgezin.nl een uitspraak waarin Rouvoet het gezin “een doel in zichzelf” vindt. Het “balanceren tussen verschillende deelprojecten” – zoals moederschap en carriere – maakt die projecten “minder duurzaam” en “Moederschap wordt te veel als een privé-hobby gezien.” Het staat hier wollig, maar eigenlijk zegt hij: moeders die werken zijn slechte moeders. De Christenunie ziet ze klaarblijkelijk liever veranderen in serene, zogende Madonna’s. Gelukkig voor Nederland denken de meeste vrouwen daar anders over.

Bron: Klink gaat borstvoeding promoten (De Volkskrant, 12 april 2008), Rouvoet wil meer baby’s (De Pers, 19 februari 2008) en Rouvoet: “Gezin is een doel in zichzelf” (Katholiekgezin.nl, 13 maart 2008)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Een beursmakelaar met veel testosteron in zijn lijf heeft meer financieel succes dan een belegger die deze hormonale boost moet missen. Dat ontdekten John Coates en Joe Herbert, beide hoogleraar aan de Cambridge University, toen ze bij 17 mannelijke beursmakelaars ’s ochtends het testosteronniveau maten.

De vraag is natuurlijk of meer testosteron de hogere winst veroorzaakt of er juist een gevolg van is. Coates denkt dat het hormoon de oorzaak is, maar zijn collega Herbert is voorzichtiger. Hij vindt dat ze alleen kunnen zeggen dat er een samenhang is.

Testosteron wordt vaak het ‘mannelijke geslachtshormoon’ genoemd. Die term is echter misleidend, omdat het ook in hoge concentraties in vrouwen voor kan komen. Vooral na de overgang zijn er veel vrouwen die meer testosteron in hun lijf hebben dan mannen. Van testosteron weten we dat het een rol speelt bij agressie. Bovendien denken wetenschappers dat het een belangrijk sleutelstofje is voor seksuele opwinding. Hoe dat precies werkt, is nog niet helemaal duidelijk. Deze week bleek nog uit een onderzoek van de American College of Physicians dat een placebo net zo goed werkt op het libido van vrouwen na de overgang als een spray met testosteron.

Bron: The testosterone of trading (Nature News, 14 april 2008), Coates, J. M. & Herbert, J. (april 2008). Endogenous steroids and financial risk taking on a London trading floor. Proceedings in the National Academy of Science USA (115) en Testosterone Spray Improves Sexual Satisfaction Slightly in Premenopausal Women But So Does Placebo (Sciencedaily, 14 april 2008)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Als er naar verhouding meer meisjes dan jongens in de klas zitten, dan verbeteren de leerprestaties van zowel jongens als meisjes. Het wordt er bovendien rustiger op en het is goed voor de relatie tussen leraar en leerlingen. Dat blijkt uit onderzoek van professor Schlosser van de Universiteit van Tel Aviv.

In klassen die voor meer dan 55% uit meisjes bestonden doet iedereen het beter op examens. Dat geldt ook voor jongens: zij blijken hogere cijfers te halen op de exacte vakken. Zowel op de basisschool als de middelbare school hebben alle leerlingen baat bij een meidenmeerderheid.

Schlosser’s conclusies maken duidelijk dat gescheiden jongens- en meisjesonderwijs niet zo’n goed idee is. De afgelopen jaren is daar door verschillende onderzoekers voor gepleit, omdat zij vonden dat jongens het slachtoffer werden van een ‘gefeminiseerd’ onderwijssysteem waarin meisjes op bijna alle terreinen beter zijn. De Amerikaanse filosofe Christine Hoff Sommers noemde het zelfs “de oorlog tegen jongens”.

Bron: Keep boys and girls together in the classroom to optimize learning, study suggests (ScienceDaily) en De oorlog tegen jongens (J/M Ouders)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Vertel een macho vlak voordat hij aan een moeilijke taak moet beginnen vooral niet dat mannen hierop doorgaans goed scoren. Dat zorgt er namelijk voor dat hij meer stress voelt: zijn hartslag versnelt en zijn bloeddruk gaat omhoog. Sonja van Well noemt dit het ‘gendermatch’ effect, oftwel: hoe meer iemand zich identificeert met zijn (of haar) sekse, hoe meer stress een moeilijk maar typisch mannelijk (of vrouwelijk) klusje oplevert. Op 18 maart promoveerde ze aan de Universiteit van Amsterdam op haar onderzoek.

Als erg een erg mannelijke man voorafgaand aan een moeilijke opdracht te horen krijgt dat ervoor ’typische mannenvaardigheden’ vereist zijn, dan stijgt zijn stressniveau. Volgens Van  Well komt dit doordat de macho zo wordt uitgedaagd om extra goed te presteren. Zouden hij dat niet doen, dan is zijn eigenwaarde in geding, meent Van Well. Met andere woorden: hij doet hard zijn best geen watje te zijn. Zo hard, dat hij daardoor extra in de stress raakt.

Dit effect werkt trouwens alleen als de stresstaak moeilijk genoeg is. Bij een gemakkelijker getallentest treedt er juist een ‘gendermismatch’ effect op: mannelijke mannen scoren hoger op de stressschaal als ze hebben gehoord dat juist vrouwelijke eigenschappen nodig zijn. Van Well denkt dat macho’s dan redeneren dat ze klaarblijkelijk de juiste kwaliteiten voor de test missen, waardoor ze hun beste beentje voorzetten. En dat maakt weer dat ze meer stress hebben.

Voor vrouwelijke vrouwen werkt het gendereffect overigens precies hetzelfde. Bij een moeilijke taak raken ze erg in de stress na een vrouweninleiding, en bij een gemakkelijke taak juist na een mannelijke instructie. Ga je dus iets moeilijks doen, sta er dan niet te veel bij stil of het een mannen- of een vrouwenklus is. Dat is beter voor je bloeddruk.

logo kennislinkLees een langere versie van het artikel ‘Mannelijke taak geeft macho meer stress’ (door Asha ten Broeke) op de populair-wetenschappelijke website Kennislink.nl

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

Een vrouw die getrouwd is of samenwoont met een man, krijgt er een halve baan bij. Ze doet namelijk zeven uur meer huishoudelijk werk dan toen ze nog op zichzelf woonde. Mannen kunnen daarentegen met een vrouw in huis een uurtje extra met de voeten op de poef: zij besteden een uur minder aan poetsen en opruimen dan in hun single dagen.

Volgens het onderzoek van de University of Michigan is een man daarmee even tijdrovend als het hebben van kinderen. Komen er namelijk koters, dan stijgt het aantal huishouduren – voor vrouwen – van 20 naar 27. Volgens hoofdonderzoeker en econoom Frank Stafford is het een bekend patroon: is er eenmaal getrouwd dan gaan mannen meer buitenshuis werken en vrouwen meer binnenshuis.

Dat is ook terug te zien in de cijfers. Hoewel de scheefheid sinds de jaren zeventig (zij: 27 uur, hij: 6) wel iets is rechtgetrokken (zij: 17, hij: 13) is er van gelijke verdeling van de huishoudelijke lusten en lasten nog geen sprake. Daarbij moet wel aangetekend worden dat de wetenschappers een wat eenzijdige focus op traditionele vrouwenklusjes laten zien. Zo telde in het onderzoek koken en schoonmaken wel mee, maar lieten Stafford en collega’s tuinieren, klussen en autowassen buiten beschouwing.

Bron: How much housework does a husband create? (Science Daily)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.