Het is zondagochtend en ik zit op mijn knieën voor het caviahok in onze tuin. Twee snuitjes drukken tegen het gaas. Dat doen ze altijd als er iemand aankomt; ik denk dat ze hopen op eten. Als ik het deurtje even open laat staan, proberen ze niet te ontsnappen. En ik vraag me af: is dit nou natuurlijk gedrag?
Onlangs stemde de Eerste Kamer in met de nieuwe Wet dieren, die onder andere gaat over ‘natuurlijk gedrag’: we mogen dieren hier niet langer in beperken. De wet is vooral bedoeld om de veehouderij eindelijk bij de les te krijgen, maar geldt straks ook voor huisdieren. Dat deed stof opwaaien. Caroline van der Plas van de BoerenBurgerBeweging vroeg zich af of je dan nog wel één hond mag houden, want honden levens immers van nature in een roedel. Een liefhebber van Australische prachtvinken wilde weten of dit het einde zou betekenen van de volières waar zoveel mensen plezier aan beleven. Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren kon hem maar half geruststellen. Als het goed gaat met de dieren heeft niemand iets te vrezen, zei ze. Maar, in één adem: ‘Vogels permanent opsluiten in een kooitje is gewoon niet zo’n goed idee. Vogels zijn dieren om te vliegen.’
De wet gaat dus mogelijk verder dan het recht op een goed leven; dieren moeten ook kunnen doen wat in hun aard ligt. Maar wat is dat precies? Is het gedrag dat dieren ook in het wild zouden vertonen? Wat nou als dieren zo doorgefokt zijn dat ze geen wilde equivalent meer hebben, zoals de cavia? Of de hond? Ik probeer me een roedel Chihuahua’s voor te stellen: in het beeld dat zich voor mijn geestesoog voltrekt, kan ik weinig natuurlijks bekennen. Het ziet er wel koddig uit.
Ik vraag me af of onze relatie met huisdieren niet zo verstoord is geraakt dat natuurlijk gedrag nauwelijks meer een optie is. Wat is natuurlijk voor zo’n kortsnuitig hondje dat moeizaam ademt? Of voor een golden retriever met heupdysplasie? En wat doen we met natuurlijk gedrag dat baasjes slecht uitkomt? Neem de castratie of sterilisatie van huisdieren. Je zou denken: niets zo natuurlijk voor een dier als paren en voortplanten. Maar toch gaat vaak de knip erin. Schrijfster Esther Woolfson noemt dit in een Guardian-essay ‘de ontkenning van het natuurlijke recht van een ander wezen. Het is gewoon een ander aspect van de totale macht die we uitoefenen over de dieren die wij kiezen als metgezellen.’
Ik probeer me voor te stellen hoe het is om een hond te zijn. Ik heb geen roedel, geen vrienden of familie. Ik word geaaid, maar zit opgesloten tot iemand me aan een riem doet en mee naar buiten neemt. Daar mag ik poepen, maar lang niet altijd spelen of rennen, en beslist niet seksen. Als ik dit leven niet meer wil, kan ik nergens heen.
Uiteraard maak ik me hier schuldig aan antropomorfisme. Er is geen manier om te weten of een hond zijn liefdevolle gevangenschap zo ervaart. Maar aan de andere kant, zoals Marjan Slob laatst schreef: sinds Darwin zijn wij, mensen, geen wezens meer die door God boven de dieren zijn geplaatst. We zijn ‘dier tussen de dieren’. En wie te afstandelijk kijkt, loopt het gevaar reële ervaringen van dieren te missen.
Als dier tussen de dieren denk ik dat er een onderwerp ontbreekt in het debat over natuurlijk gedrag: vrijheidsdrang. Die oerdrift om te kunnen te doen wat je wilt; hoe, waar en met wie je wilt. We hebben haar allemaal gevoeld tijdens de lockdowns die ons beperkten in ons natuurlijke gedrag (wat voor mensdieren blijkbaar bestaat uit drinken op een terras, dansen in een club en/of op zaterdag naar de Ikea; al zou je dat ook gekooid gedrag kunnen noemen).
Hoe dan ook: het is niet genoeg om niet te lijden. Het is zelfs niet genoeg om een comfortabel en leuk leven te hebben waarin er van je gehouden wordt. Een gebrek aan vrijheid jeukt. Waarom zou dat voor dieren anders zijn?
Zou vrijheidsdrift niet juist het natuurlijke gedrag zijn dan het langst standhoudt, zelfs als een dier allang niet meer wild is? Maar hoe kunnen dieren vrij en natuurlijk zijn als mensen totale macht over hen uitoefenen? Ik weet: daar gaat die nieuwe wet niet over. En toch knaagt het. Als we al sinds Darwin niet meer boven de dieren staan, is het dan niet tijd dat we onze verhouding tot dieren gaan baseren op liefde in plaats van macht? Ik weet ook niet goed hoe precies. Maar ik moet steeds denken aan wat Sting zong: if you love someone, set them free. Als je van iemand houdt, laat ze vrij.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.