Ik moet bekennen dat ik cancel culture een lastig begrip vind. Mensen die zich erover opwinden schetsen vaak een beeld van een of andere progressieve beweging die politiek incorrecte conservatievelingen wil wegdoen of in ieder geval wil zorgen dat allerlei dingen niet meer gezegd mogen worden. Dit zijn ‘makkelijk te kwetsen langeteners’ die zich in een roep om diversiteit onledig houden met ‘taalterreur’, aldus een briefschrijver. Het is een ‘woke hoek’ die, volgens Arie Elshout, woorden wil verbieden; hij rept over censuur en repressie. Soms gaat het zelfs over een ‘woke-brigade’, een term die een verregaande vorm van organisatie doet vermoeden. Het blijft onduidelijk om wie of wat dit precies gaat.
Voorbeelden zijn er dan weer te over, maar ook deze werken weinig verhelderend. Zo telt protest tegen een lezing van de extreem-rechtse Jordan Peterson als cancel culture. Als GeenStijl echter zijn haathordes afstuurt op mensen die iets feministisch of antiracistisch hebben gezegd, zodat die op Twitter nog dagenlang kniehoog door de dreigende drek moeten waden, dan noemt niemand dat cancel culture. Onderzoek naar mogelijk antisemitisme in de vakgroep van hoogleraar Paul Cliteur: cancel culture. Thierry Baudet die een meldpunt start waar je linkse docenten kunt verklikken: geen cancel culture. Kritiek op het plan om een witte dichter het werk van een zwarte spoken word artist te laten vertalen: cancel culture. Rechtse trollen die op sociale media bij herhaling mijn ontslag als columnist eisen: geen cancel culture.
Het zou natuurlijk kunnen, en deze suggestie wordt beslist gewekt, dat cancel culture voortkomt uit een unieke machtsomkering: de gemarginaliseerde groepen die het vaakst slachtoffer zijn van haat en intimidatie – mensen van kleur, vrouwen, LHBT’ers, enzovoorts – zijn ineens de daders, die alle rechtse, conservatieve vooral-witte vooral-heterocis vooral-mannen zo stevig onder de woke-knoet hebben dat die zich helegaar niet meer durven uit te spreken. Een opmerkelijk scenario, om niet te zeggen ongeloofwaardig – temeer omdat conservatieve witte mannen nog steeds voortdurend overal aan het woord zijn.
Ik vermoed dat er iets anders aan de hand is. Ik denk dat de cancel culture-keizer geen kleren aan heeft. Het is een Schwalbe. Er is helemaal geen ‘woke-brigade’ die het vrije woord terroriseert. In plaats daarvan zijn een aantal minder boosaardige fenomenen samengeharkt onder de term ‘cancel culture’ en gebruikt om de strijd voor meer rechtvaardigheid en gelijkheid in een kwaad daglicht te stellen.
‘Wat sommigen zien als een patroon van virtuele censuur door morele puristen is eigenlijk een verhaal over het internet, niet over ideologie of identiteit’, schrijft Guardian-columnist Nesrine Malik. Sociale media gebruiken algoritmes die deininkjes uitvergroten en verspreiden, zodat een mini-opstootje al snel uitgroeit tot een rel van jewelste. Hier zit geen politieke agenda achter. Mensen doen gewoon mee aan het gesprek van de dag, uiten kritiek, eisen toerekenbaarheid, maken een grapje, aldus Ezra Klein in de New York Times.
Iets anders dat cancel culture is gaan heten, is eigenlijk reputatiemanagement. Wanneer er hashtag-ophef is over een werknemer zien bazen geen maatschappelijk discours, ze zien een potentiële deuk in hun imago, invloed en inkomsten. ‘Dit is geen kwestie van wokeness’, schrijft Klein. ‘De drijfveer is economisch’. Als het in dit proces lijkt alsof mensen van kleur, feministes en LBHT’ers wel erg vaak de toon zetten, dan komt dit meestal doordat bedrijven hebben ontdekt dat mensen uit gemarginaliseerde groepen ook dingen kopen. Maak je hen nijdig door lauw te doen over sociale rechtvaardigheid, dan kost dat geld.
De rest van cancel culture is ongemak. Groepen die eerder vaak genegeerd werden, die ondervertegenwoordigd zijn op redacties, in bestuurskamers en in de politiek, kunnen op sociale media nu wel hun stem laten horen, schrijft Malik. Als een onofficiële ombudsman mengen ze zich in het gesprek over welke ideeën en uitspraken nog acceptabel zijn.
Dit is een pijnlijk proces voor de gevestigde orde die gewend was de toon van het publieke debat te zetten. Vormen van racisme, seksisme of transhaat waar je vroeger mee wegkwam, hebben ineens consequenties. Sommige conservatieve meningen die eerder met eerbied ontvangen werden, komen nu onder vuur te liggen. Maar dat steeds meer stemmen gehoord worden, is geen gevaar voor het vrije woord. En dat onderdrukking fel wordt bestreden, is geen cancel culture. Het is vooruitgang.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.