Toen ik net voor mezelf begon als journalist, las ik in een boek over ‘de ladder der abstractie’. Onderaan deze letterkundige ladder staan de hoogstpersoonlijke ervaringen van echte mensen. Bovenaan staan de grote thema’s van het leven: liefde, dood, vrijheid, onafhankelijkheid. Een sterk verhaal, zo vertelde dit boek, beweegt zich snel over ladder en verbindt zo boven en beneden met elkaar. Het laat de link zien tussen het leven van het individu en de Kwesties van Gewicht. Een zwak verhaal blijft hangen in het midden van de ladder: te abstract om tot leven te komen, te concreet om aan echt belangrijke vragen te raken.
Dit geldt niet alleen voor de verhalen van journalisten, maar ook voor die van politici, realiseerde ik me toen ik afgelopen zaterdag het interview met Jet Bussemaker las, en de golf van irritatie aanzag die als reactie op haar uitspraken loskwam. En dan heb ik het niet zozeer over lieden haar in een acute aanval van intellectueel barbarisme vergeleken met Stalin en zeiden dat feminisme van Satan kwam. Ik heb het vooral over de velen die als door een wesp gestoken reageerden dat Bussemaker aan hún keukentafel niets te zoeken had. Sywert van der Linden, bijvoorbeeld: ‘Hoop dat ik in staat ben mijn vrouw zelf de keuze te geven fulltime, parttime of niet te gaan werken, Jet.’
Nou wil Bussemaker zich helemaal niet bemoeien met die keukentafel. Zoals ze zei: ‘Je moet zelf nadenken wat in jouw situatie gewenst is.’ Maar ze vond wel – en volkomen terecht – dat we moeten blijven praten over het belang van financiele onafhankelijkheid. Het probleem van haar betoog was echter dat het in het midden van de ladder der abstractie bleef hangen. ‘Vrouwen moeten af van hun schuldgevoel over hun gezin.’ ‘Vrouw moet talenten beter benutten.’ ‘Te veel vrouwen teren op hun man.’ Algemene uitspraken over geen enkele vrouw in het bijzonder, waardoor tegelijkertijd iedereen zich voelt aangesproken, maar niemand zich het punt persoonlijk aantrekt.
Bovendien blijven de echt relevante Grote Vragen van bovenaan de ladder op deze manier buiten schot. Zoals de allesbehalve eenvoudige kwestie wat nou het ultieme doel is van de vrouwenemancipatie: de vrijheid om je eigen levenswandel te kiezen, of de onafhankelijkheid van te allen tijden op eigen benen staan?
Nog zo’n vraag: is het niet zo dat als vrouwen werkelijk vrijheid zouden hebben – geen loonkloof, geen roze-blauwe opvoeding, geen ouderwetse stereotypen, geen seksisme, niemand die à la Sywert impliceert dat fulltime, parttime of niet werken een keuze is die je als vrouw door een man moet worden gegéven – ze net als mannen vrijwel automatisch voor onafhankelijkheid zouden kiezen? Moeten we het daar niet eerst over hebben, voordat een minister ‘de vrouw’ tot verantwoording roept voor een keus waarvan hare excellentie ook niet weet hoe die aan de keukentafel, op de onderste trede van de abstractieladder, precies gemaakt moet worden?
Bussemaker doet er goed aan om voortaan meer oog te hebben voor enerzijds de grote, abstractere kwesties en anderszijds hun concrete gevolgen voor echte vrouwen. Anders vrees ik dat ze gedoemd is tot het midden van de ladder, en daarmee tot het limbo van de feministische middelmatigheid: prima boodschap, slecht verhaal.
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.