dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

In de Opzij van deze maand krijgt zelfbenoemd burgertrut Fleur Jurgens maar liefst twee pagina’s de tijd om “een lans te breken voor herwaardering van het moederschap als belangrijkste taak voor vrouwen”. De Opzij achtte het – terecht – niet nodig dit weinig vooruitstrevende idee van snedig commentaar te voorzien. Jurgens heeft eigenlijk ook geen argumenten, behalve dat ze zelf graag thuis is bij de kids. Dat is natuurlijk prima en onschuldig genoeg, hoewel ik me afvraag waarom ze mij daarmee lastig valt.

Op de tweede pagina van het interview doet Jurgens er echter een schepje bovenop door net te doen alsof er enige (wetenschappelijke) basis – daar hebben we dat moedergen weer! – is voor haar geneuzel. Ik citeer:

Vrouwen weten godzijdank van nature hoe je voor een baby zorgt. De meeste mannen vinden zorgen minder leuk. Zij zijn er beter in om zich in de buitenwereld staande te houden (…). Vrouwen zouden meer respect moeten hebben de typisch mannelijke dingen die hun partner doorgaans nog wel doet: het grootste deel van het inkomen verdienen, vuilniszakken buitenzetten, autorijden, ravotten en grasmaaien.

Ook wat verderop in het feministisch maandblad zijn de vrouwelijke genen onderwerp van gesprek. Het betreft hier culinair journalist Johannes van Dam die op de feministische meetlat niet verder komt dan een vijf. Hopelijk had dit er iets mee te maken:

In de oertijd was de man de jager die het wild thuisbracht, en de vrouw de verzorgster van de kinderen en de kookpot. Nu kun je met een kind nog wel op stap gaan, maar een kookpot versjouw je niet zo makkelijk. De vrouw bleef dus thuis om de kookpot in de gaten te houden en er van tijd tot tijd in te roeren (…). Je ziet trouwens nog steeds wel verschil in mannen- en vrouwenkoken. Mannen zijn van het vlees, het gebraad.(…) Het zit er van oudsher in.

Van Dam loopt hiermee enkele tientallen jaren achter op de wetenschappelijke consensus dat juist vrouwen in de oertijd verantwoordelijk waren voor het grootste deel van de voedselvoorziening: zij waren namelijk de hele dag aan het verzamelen. Niks kookpot.

Gelukkig voor mijn gemoedsrust sluit de Opzij deze maand af met een positieve boodschap van Hans Faddegon, die een boek heeft geschreven en – hoe een zeldzaam geluid tegenwoordig! – de theorie dat typisch mannelijk of vrouwelijk gedrag een genetische kwestie zou zijn naar het rijk der fabelen verwijst. Hij legt ook nog uit hoe en waarom, maar dat bewaar ik voor later. Eerst naar de boekhandel.

Bron: Opzij (december 2007)

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.