Wie denkt dat meisjes zachtaardig zijn in hun taalgebruik en vooral conflicten proberen te vermijden en de harmonie willen bewaren, heeft het bij het verkeerde eind. Net als degene die denkt dat jongens taal juist gebruiken om status te krijgen en de pikorde te bepalen. Onzin, aldus onderzoekster Ingrid van Alpen (UvA), er bestaat helemaal niet zoiets als typische jongens- en meisjestaal.
Voor haar promotieonderzoek bestudeerde ze de gesprekken van 96 jongens en meisjes in de puberleeftijd. Daarbij was ze niet zozeer geinteresseerd in hun woordkeuze, maar in de sociale functie van hun taalgebruik en hun communicatiestijlen. En die blijken lang niet zo sekse-stereotype als altijd wordt aangenomen. Meiden kunnen bijvoorbeeld keihard zijn als ze voorstellen van anderen neersabelen. Maar ook als ze iets positief vinden, zijn ze directer dan de meeste jongens. Jongens daarentegen doen veel aan ‘male bonding’ door grapjes te maken. Maar liefst 25% van hun gesprekken bestaan uit grappen.
Het is volgens Van Alphen onmogelijk om algemene opmerkingen te maken over jongens- of meisjestaal, zelfs onder pubers die zich over het algemeen juist extreem mannelijk of vrouwelijk gedragen. Zowel hoogleraar Van Ginneken (begin 20ste eeuw) die opperde dat vrouwen anders praten dan mannen omdat ze minder verstand hebben als de feministen van de tweede golf die meenden dat vrouwentaal hun onderdrukking weerspiegelden, krijgen dus ongelijk. Het is overigens niet voor het eerst dat een vooroordeel over taalgebruik (m/v) wordt doorgeprikt: vorig jaar ontdekten Amerikaanse wetenschappers dat vrouwen nauwelijks meer praten dan mannen.
Bronnen: Jongens- of meisjestaal bestaat niet (interview Van Alphen in Taalschrift) en Meisjes- en jongensgesprekken (interview met Van Alphen over haar proefschrift)
© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.