dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Normaal gesproken put ik troost uit hersenwetenschap. Als ik me verdrietig voel, of bang, stel ik me gerust met de gedachte dat het gewoon mijn amygdala is die overdreven actief doet. Meestal helpt dat. Maar vorige week niet. Na het lezen van de belastingvoorstellen van de commissie Van Dijkhuizen wonnen mijn emoties het (tijdelijk) van mijn ratio en heb ik eerst een kwartier op de rand van ons kuilige tweepersoonsbed zitten huilen.

Mijn man en ik zijn beiden zzp’er. En wanneer de plannen van de commissie beleid zouden worden, zouden we door de afschaffing van onder meer de zelfstandigenaftrek elk 300 euro netto per maand moeten inleveren. Op jaarbasis zouden we als huishouden meer dan 7200 euro minder te besteden hebben. En dat geld hebben we niet.

 

In 2008, toen de vastgoedprijzen op hun historische hoogtepunt waren, kochten we ons eerste huis. Nog geen jaar later raakte mijn man door de crisis zijn baan kwijt. In 2011 weigerde mijn toenmalige werkgever me na drie tijdelijke contracten in vaste dienst te nemen. Zowel mijn man als ik besloten niet van de WW gebruik te maken, maar voor onszelf te beginnen.

Nog geen week na het vroegtijdig verscheiden van onze arbeidsbetrekkingen zaten we aan de keukentafel, aan onze eerste opdracht als ondernemer. Wij waren die freelancers die in de Trouw van afgelopen zaterdag een beetje laatdunkend ‘sappelende zzp’ers’ werden genoemd, die ‘net genoeg verdienen om de huur en een boterham met een plakje kaas te betalen’. Nee, inderdaad, het is niet veel, maar het is wel ónze boterham, en óns plakje kaas. De rekeningen worden voldaan, bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag opgevangen, de voor 45.000 euro onder water staande hypotheek betaald. Je hoeft immers niet naar het buitenland op vakantie. Kleren kun je repareren. Een eigen auto is niet nodig. We redden ons.

Op papier zijn we de natte droom van elke politicus: geen geld van de staat vragen, maar aanpakken. Ik ken veel zzp’ers die zo denken. Die zich het schompes werken en aan het eind van de maand minder hebben verdiend dan het minimumloon. Een klein legertje ken ik er, die onverzekerd, zonder buffer en met geen enkel uitzicht op pensioen elke maand weer prachtige artikelen schrijven, of met kinderen werken, of de huizen van ouderen schoonmaken. Velen van hen draaien, net als ik, werkweken van 50, 60 uur.

Dit zijn de mensen waarvan die commissie Van Dijkhuizen verwijt dat ze niet ‘doorgroeien’, en dus geen recht hebben op de belastingkorting die ze nu in staat stelt het hoofd net boven water te houden, en in een goede maand wat te sparen voor slechte tijden.

Laatst ging er een klant van mijn man failliet. Bijna tienduizend euro, een kwartaalinkomen, ging in rook op. Wij slikten, en spraken onze laatste reserves aan. We redden ons.

Nog wel. De 7200 euro per jaar hangt als een zwaard van Damocles boven ons hoofd. Sommige zzp’ers zeggen te gaan stoppen: dan maar bijstand. Maar de meesten doen dat niet. Die zoeken, net als wij aan de keukentafel, naar manieren om het het financieel toch maar weer rond te breien. Daar ben je ondernemer voor. Maar onder die werklust schuilt een pijnlijke werkelijkheid: onze amygdalae zijn terecht actief. We staan met onze rug tegen de muur.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.