dit is de website van Asha ten Broeke

/ ashatenbroeke@gmail.com / over asha ten broeke / zoeken

Het is een onvoorstelbare som geld: 37,5 miljard euro. Meer dan het complete defensiebudget. Meer dan de staat uitgeeft aan openbaar vervoer. Of het basisonderwijs. Of de bijstand. Of die drie samen. Veel meer dan er naar klimaatbeleid gaat.

Het is ook het bedrag dat volgens actiegroepen Somo, Oil Change en Milieudefensie naar fossiele subsidies gaat. Elk jaar weer. Middenin een verwoestende klimaatcrisis die nu al vele levens kost. Alsof de regering het gezegde ‘dweilen met de kraan open’ van een overtreffende trap probeert te voorzien.

Het is overduidelijk dat we vandaag nog van die subsidies af moeten. En dat is niet alleen goed voor de aarde, het levert ook een hele berg gratis geld op, waar je mooie dingen mee kunt doen. Uit nieuwsgierigheid mailde ik daarom de woordvoerders van politieke partijen: ‘Wat zou uw partij het liefst doen met 37,5 miljard euro per jaar?’

Je zou denken dat politici in verkiezingstijd staan te springen om miljarden uit te geven aan nuttiger zaken dan de ondergang van de planeet zoals we die kennen, maar op rechts blijkt dat merkwaardig genoeg niet het geval te zijn. Zo zien de FvD-bruinhemden het hele probleem niet; die vinden kolen, gas en olie jofele brandstoffen, en verduurzaming onverstandig en duur. En BVNL blijkt in een parallel universum te wonen waarin die 37,5 miljard aan fossiele subsidies helemaal niet bestaat: ‘Streven naar een duurzame samenleving is goed maar laten we ons niet laten foppen door domme linkse praatjes.’

Andere rechtse partijen zijn beleefder, maar bewonen hetzelfde universum. Het CDA oppert dat de berekeningen en definities niet deugen en heeft zorgen over de concurrentiepositie van grote bedrijven. De SGP neemt een vergelijkbaar standpunt in (al zegt hun woordvoerder er als bonus ook nog iets over abortus bij). De VVD noemt de 37,5 miljard ‘het spookbeeld dat nu geschetst wordt’, en geeft daarmee een interessante schop tegen de enkels van coalitiegenoot minister Jetten, die in de Tweede Kamer al zei dat hij het bedrag herkende uit zijn eigen onderzoek.

Diezelfde Jetten vertelde bij Buitenhof dat hij een groot deel van de 37,5 miljard graag wil teruginvesteren in het bedrijfsleven. (Blijkbaar lijkt het D66 puik als Shell & co vergroenen met geld van de belastingbetaler in plaats van met hun eigen miljardenwinsten.) De burger krijgt een jaarlijkse klimaatbonus van 250 euro om duurzamere keuzes van te maken, waarop presentator Maaike Schoon scherp opmerkte dat dit voor arme mensen niet genoeg is en voor rijke mensen wisselgeld. Dat probleem zag Jetten ook wel, maar omdat D66 de eeuwige net-niet-partij is, veranderde dat uiteraard niets aan het plan.

Verder naar links dan. GroenLinks-PvdA wil de fossiele-subsidie-miljarden – ‘natuurlijk krankzinnig’ – gebruiken om energiecoöperaties te steunen, het energienet te verzwaren zodat die alle duurzaam opgewekte energie aankan en huizen te isoleren, te beginnen bij die van mensen met weinig inkomen. Dat laatste staat ook op het verlanglijstje van de SP, net als zonnepanelen plaatsen, en zorgen voor beter, goedkoop openbaar vervoer. Rode draad: verduurzamen zonder dat mensen de dupe worden. ‘Een beter milieu begint bij Shell, andere grote vervuilers en de superrijken’, mailt lijsttrekker Lilian Marijnissen. Volt kiest ruwweg dezelfde lijn, maar wil daarnaast ook subsidies geven aan waterstof en kernenergie.

Over dat laatste kun je discussiëren, maar liever wijs ik op de dieptrieste houding van de rechtse partijen. Terwijl de aarde in de fik staat, soorten uitsterven en mensen vluchten, verdrinken of verhongeren, blijven zij hangen in een hele of halve ontkenning van de feiten. Er zijn geen miljardensubsidies, zeggen ze; het is een spookbeeld, niks aan de hand, ga maar rustig slapen. Het is intens schraal dat rechts zich in 2023 nog steeds liever verzet tegen de werkelijkheid dan tegen de fossiele industrie die onze enige planeet bedreigt. Dat ze liever tegen de klippen op grote bedrijven beschermen dan dat ze klimaatplannen maken waar iedereen beter van wordt. Dat ze liever hun eigen kiezers naaien dan het verwoestende grootkapitaal. Ze verdienen het dat we hen daar straks in het stemhokje genadeloos op afrekenen.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.

‘Goedemorgen allemaal!’ Geen woorden waarvan je denkt: nu zullen mensen vast hevig van hun theewater raken. Toch twitterde zelfbenoemd anti-woke-klokkenluider Laurens Buijs: ‘Dit is een aanval op de kern van de mens!’

Even wat context. Onlangs kwam scholierenorganisatie het LAKS met een gidsje over taal in de klas. Daarin stipten ze aan dat er meer genderidentiteiten zijn dan jongen en meisje, en dat het dus fijn is wanneer een docent leerlingen zo inclusief mogelijk aanspreekt. Met ‘goedemorgen allemaal’, bijvoorbeeld. Zo ontstaat ‘een situatie waar iedereen welkom is en zich gezien voelt.’ Ook de non-binaire, genderfluïde, queer en two-spirited kinderen. Het was lief en empathisch.

De krantenkoppen waren dat niet. ‘Taalpolitie: geen ‘jongens en meisjes’ meer in de klas’, kopte de immer vrolijke fruitdruifjes van De Telegraaf. Ook veel andere media deden alsof een 1984-achtig taalverbod nakende was.

Er kwam een heel meningencircus op gang, waar ik u niet mee zal vermoeien. Wel hiermee: het viel me op dat veel tegenstanders van inclusieve taal zich beriepen op wat zij ‘de biologische realiteit’ noemen. Zo zei presentator Talitha Muusse in een EO-podcast: ‘Waarom noemen we jongens, jongens en meisjes, meisjes? Omdat er biologische jongens en meisjes zijn. Dat kan je wel met taal gaan wegpoetsen, maar dat verandert de situatie niet.’ Schrijver Jamal Ouariachi had, naar aanleiding van een vergelijkbare ophef du jour, eerder al eens gemopperd over ‘een ideologie die zoiets simpels en basaals als biologische sekse domweg wenst te bagatelliseren’.

Dat is interessant. Want die biologische realiteit is helemaal niet zo simpel of basaal. Neem geslachtsdelen. Je hebt natuurlijk de gewone huis-, tuin- en keukenpiemels en -vulva’s, op basis waarvan we baby’s – soms correct, soms niet – indelen in ‘jongens’ en ‘meisjes’. Maar bij een kleine 2 procent van de spruitjes laat de onderste regionen een variatie zien: bijvoorbeeld een orgaantje dat zowel een hele kleine piemel als een hele grote clitoris kan zijn, of labia die aan elkaar zitten en misschien een balzakje zouden kunnen wezen. Er zijn, genitaal-technisch, dus meer dan twee hokjes.

Ah, zult u misschien denken, maar chromosomen dan? Een vrouw is XX, een man XY – dat is lekker overzichtelijk en twee-hokjes-achtig. Toch? Helaas pindakaas. Ook hier is er allerlei diversiteit mogelijk: mensen kunnen onder meer XXY-chromosomen hebben, of XYY, of alleen een X. Genen bieden trouwens ook niet per se uitkomst. Het SRY-gen, dat bij een foetus de vorming van penis en klokkenspel in gang zet, zit doorgaans op het Y-chromosoom, maar soms steekt ie over naar de X, en dan krijg je een XX-baby met een jongeheer.

Hormonen bieden ook al geen hokjessoelaas, want niet alleen is er qua ‘geslachtshormonen’ allerlei overlap mogelijk, de hormoonbusiness kan ook nog per levensfase verschillen en je cellen kunnen er bovendien minder of helemaal niet gevoelig voor zijn. Zo zijn er XY-mensen met voor een man gemiddelde testosteronniveaus, die desalniettemin een lichaam hebben dat er vrouwelijk uitziet.

En, tot slot: ook het brein komt niet in roze of blauw. Uit hersenonderzoek blijkt dat het brein van een individu een mozaïek is van ‘typisch mannelijke’ en ‘typisch vrouwelijk’ structuren en gebiedjes. Hier hebben we het ook niet meer over een paar procent van de mensen: dit geldt voor bijna iedereen.

De biologische realiteit is er dus een van grote, rijke verscheidenheid. En uit die verscheidenheid – het lichaam en brein dat je hebt, maar ook hoe je je daarbij voelt en hoe je omgeving en cultuur erop reageert – ontstaat je identiteit. En net als lijven komen identiteiten in alle kleuren van de regenboog.

Ik zou zeggen: je kunt deze prachtige diversiteit wel met taal gaan wegpoetsen door alle kinderen in de woorden ‘jongens en meisjes’ te blijven duwen, maar dat verandert de situatie niet. Het zou zoveel beter zijn om woorden te kiezen die niet afwijzen en buitensluiten, maar accepteren en verwelkomen. Dat is niet, zoals Buijs meent, een aanval op de kern van de mens. Het is een liefdevolle omarming van de kern van de mens.

© Asha ten Broeke. Alle rechten voorbehouden.